Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 27(1974)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige [pagina 1038] [p. 1038] [Drie gedichten] Woorden voor Leonard Nolens Monochroom en mozaïek. Landschap en verlamd. En een hand, een holte, die bleek en bloedloos achterblijft. Verkaveld bladwit, verkaveld in de dood en zijn vrolijke schaduw. Adem aan adem met de adem van maden. Met de gehele eenvoud van eertijds hout. Met het noorden dat windstil en ongeschonden bevroren de ontscherving van dit spiegelschrift voorafging. [pagina 1039] [p. 1039] □ Taalstrand van nutteloosheid. Hemel, aangespoeld wrak. Schaarsgebed. Spiegelspraak. Van de stilte bewaart en houdt de tongwortel de accijnzen achter. Mijn hand is in haar schaduw vergleden. Verdwenen als een engel, in de houtskool van een vogelvlucht. Als een zucht in het smalle sterrenbeeld van de stenen wind- roos. [pagina 1040] [p. 1040] Woordenboek Wie aber, sag mir, soll ein Mann ihm folgen durch die schmale Leier? [Reiner Maria Rilke]. Karige ploegsnede, in sneeuw. Tijdgestolde spiegel, pegelbloed. Van de letterpees de koele cartografie. Enkelbladig woordenboek. Muze met de knokige keel. Slechts met ademkroos kan ijslip u begiftigen. Michel BARTOSIK Vorige