Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 27(1974)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 775] [p. 775] [Vier gedichten] Geologie In dezelfde kamer spant herfst de ringen van een boom. Een vinger stilte over het stof. De kleuren: rechtop in een stijfgeworden, gelogen kleed. Een wolk vastgevroren in het raam. Spiegel, hoorn van overvloed. Echo, brak bloed. Wrak. En in de antieke vouwen: een vertrouwde, tamme steen verdriet. Kamer: erfelijke aardkorst. [pagina 776] [p. 776] Een bibliotheek van pijn voor Peter Bormans ‘Sujet: la mort. Délai: une minute’ [Albert Camus] Er groeien lampen in de spiegels: het sissende brandmerk van mijn naam. Mijn borst is een bibliotheek van pijn. In de plooien van mijn lichaam dringt de slijkregen der eeuwen. De herfst plant er zijn hellend en schaterend hakenkruis. In de verwarmde verzamelnaam der eenzaamheid, in haar spraakverwarring, schuifelt gehoorzaam mijn stem de stilte binnen en vouwt het geduld zijn glanzende wervels open. [pagina 777] [p. 777] Glas voor Wilfried Adams Zoals de zee haar eigen streling draagt zo draag ik op een schotel mijn schedel naar de andere oever van het raam, dezelfde. De zee: door erosie verzacht, ingebouwde hand. Zoals de vijver, dichtgefluisterd door zijn oponthoud, in zijn vel zijn ingewanden grift, Ziek in een zaal van duizend spiegels. In de ruststand van de huid kiezen periodisch dezelfde letters de schutkleur van het jaargetij. Blind masker van glas. Wanneer ik zwijg hoor dan hoe aan wind en lijf zelfgenoegzaam de maden knagen. [pagina 778] [p. 778] De as en het gebed voor Sebastiaan Nacht en najaar, Sebastiaan. De zilveren tong van de tijd schuilt achter uw tanden van zegelwas. Zwarte koningskaars in september, Sebastiaan. Geduldig groeit een bruidskleed van sneeuw om het gewei van uw geraamte. De gebarsten kelk van uw oorschelp ontvangt gedwee de as en het gebed van hen die hun stem verbergen in de zee. Sebastiaan, strijk met de hand niet door de nederigheid uwer haren, want zij zijn het weefgetouw van rook en algen. En uw taal hapert in de bloedscharnieren van uw strot. Maar in de kille pij van uw gesprokkeld en nijgend lijf, in haar plooien, herhaalt uw brakke blik de klamme schittering van de zoutvelden mijner ogen. Michel BARTOSIK Vorige Volgende