Spijkers op laag water
Een Amerikaanse interkontinentale B 98-bommenwerper, bestemd om waterstofbommen te vervoeren, weegt 23.500 kg en kost 568 dollar per pond, wat meer is dan zijn gewicht in goud. Zouden ze in de V.S. dit bedrag niet nuttiger besteden aan een behoorlijker huisvesting van de negers [i.p.v. het in reserve te houden voor de vernietiging van het mensdom]?
Bekommer u niet over het hiernamaals. Er is hemel noch hel. Dat vermoeden we trouwens sinds Lazarus, de broer van Martha en Maria Magdalena, uit de dood werd opgewekt, nu bijna twintig eeuwen geleden. Had de man er wat van gemerkt, hij zou het zijn zusters wel hebben toevertrouwd. Of is de hele geschiedenis gewoon een verzinsel van de apostelen, om een kleurtje te geven aan het Nieuwe Testament?
Marcel Proust, Jules Romains, Roger Martin du Gard, Georges Duhamel hebben een illustere voorganger gehad, nl. de Brit Samuel Richardson [1689-1761] die o.m. ‘Clarissa Harlowe’ publiceerde, een ‘roman fleuve’ in vijf delen, elk deel een turf van 520 bladzijden!
Melk en meel sturen aan de ontwikkelingslanden om er de heersende honger te stillen, bewijst alleen dat het geweten der verzadigden hen wroegt. Doelmatiger ware het de ontwikkelingslanden zodanig uit te rusten, dat ze zelf melk en meel kunnen produceren. Het daartoe vereiste kapitaal is gauw gevonden: gedaan maken met de bewapeningswedloop.
Zolang men aarzelt op tijd en stond het kader van een politieke partij te verjongen, zetten verkiezingen geen zoden aan de dijk.
Wij vergeven gemakkelijker het leed dat men ons berokkent dan laster, omdat het één slechts onze naastenliefde aantast, het andere onze eigenliefde.
De huidige kunstschilders huldigen de wanschapenheid als regel voor de uitbeelding van de menselijke figuur. Vandaar waarschijnlijk de zeldzaamheid van het zelfportret.
De meest fantastische dromen droomt men wakker.
Oordeel liefst niet te min over schrijvers als Conscience en Timmermans. Ze hebben o.m. figuren geschapen, - Baas Ganzendonck, Pallieter, - die symbolisch voortleven onder ons. En dat is al heel wat.
Zolang er zand is, kunnen we schrijven.
Ik stel me Rubens voor als een gewiekst zakenman. Ettelijke doeken en panelen van hem werden, volgens zijn onderrichtingen, door zijn leerlingen uitgewerkt, doch vóór ze zijn ‘fabriek’, - zo noemden zijn tijdgenoten zijn atelier, - verlieten, bracht hij er de laatste toetsen aan en drukte er aldus zijn stempel op.
Fritz FRANCKEN