frequenteert de lulligste in-topics, frequenteert de topics die géen toppers zijn - nu maar wat voorbeelden om dit te staven.
De Nederlandse films, mits ze aan het sex-der-lage-landen-topos voldoen, worden trouw bezocht; Blue movie is niet weg te branden, en het is hier zelfs mogelijk dat men de wansmaak opbrengt om de weerzinwekkende Wat zien ik te appreciëren [aansluitend op de goede Nederlandse gewoonte om te lachen om bochels en horrelvoeten]. De enige goede Nederlandse speelfilm die ooit gemaakt is [ik zweer het, de enige], Paranoia van Adriaan Ditvoorst, is indertijd nauwelijks bekeken en inmiddels vergeten.
De laatste Fellini, tevens zijn definitieve afgang, Satyricon, hield het maanden uit, westerns idem dito, stapels films waarin seksuele en drugs-syndromen op de meest klungelige wijze behandeld worden zijn kassuccessen. Zo kan ik nog bladzijden lang doorgaan. Ook de betere topics, de Loseys [The go-between], de Bergmans, de nouvellevagues, houden het lang uit.
Wie echter een film van de twee belangrijkste filmers van onze tijd [sinds Antonioni en Polanski lijken te zijn afgevallen], Pasolini en Bertolucci, wil zien, moet zich direct na de première haasten; ze draaien hooguit een paar weken, want er komt geen hond. Het debuut indertijd van Bertolucci, dat door iedereen met een béetje film-ogen als een geweldige belofte werd begroet, Prima della revoluzione, een film die ook qua problematiek [die van de bourgeois-intellectueel die de arbeiders niet kan ‘bereiken’] van grote betekenis zou moeten zijn in het hele denken van onze tijd, werd nauwelijks opgemerkt. Haast niemand heeft hem gezien. Afgelopen zomer draaiden tijdens de Italiaanse filmweek in Kriterion nog twee Bertolucci's: La strategia del ragno [Ned. vert. van Drs. N. Prop-Kul], die draaide éen dag en kwam vervolgens op TV, en de belangrijkste film van 1971: Il conformista [Ned. vert. v. Drs. H. Bult-Knop], is nog drie weken terug geweest. De andere films uit die week, allemaal van vrij onbekende regisseurs, moeten nog in roulatie komen, al zal het wel niet gebeuren.
Drie weken, dat is ongeveer de tijd die staat voor een nieuwe Pasolini. Teorema, Porcile, Medea etc. [Ned. vert. Drs. F. Tut-Pol] - zo lang hielden ze het uit. Een stuk of vijf films die Pasolini de laatste jaren gemaakt heeft zijn in Nederland nog niet eens vertoond! Begrijpelijk, er komt toch niemand.
En dan Joe Hill [Ned. vert. Drs. S. Klop-Prul]. Die draaide twee weken in Studio K. De tweede week al zaten er nog een man of 20 in de zaal. Beneden, in Kriterion, puilde de zaal nog steeds uit bij The touch. ‘I dreamed I saw Joe Hill’ zingt Joan Baez aan het begin van de film... Het Amsterdamse filmpubliek dróomde het niet eens.
Wat is er zo belangrijk aan Joe Hill? Antwoord: het is een film waarin de combinaties historische werkelijkheid-geromantiseerde werkelijkheid geslaagd is.
Het probleem met films die op een historische werkelijkheid teruggaan is nogal gecompliceerd. Tal van benaderingswijzen zijn nl. mogelijk. 1. Men kan de historische werkelijkheid als uitgangspunt nemen, en er een compleet fictief verhaal op baseren; het resultaat is in dat geval volledig onafhankelijk van ‘de geschiedenis’. 2. Men kan ook de historische werkelijkheid compléet weergeven, maar dat op een niet-documentaire, sterk dramatische manier, waardoor er