Nieuw Vlaams tijdschrift. Jaargang 22
(1969)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 342]
| |
[pagina 343]
| |
Uitverkoopde zon is in de stad als een lieve
verkoopster die ons alles aanwijst
met een slanke arm als een straal.
en alles is te verkrijgen.
eerst heb ik jou gekocht
en in een andere etalage ligt
het leven. we blijven lang staan kijken.
hoeveel kost het? vraag je.
en ik zeg: al mijn verdriet.
| |
[pagina 344]
| |
mijn vriend imiteert ongeveer alles.
gisteren nog oefende hij het wateren
van een verslenst bureaukraatje in:
het klonk als heel zijn leven,
een stille sisser.
en vandaag zit ie te eten,
steekt een sigaar op, bestelt twee rode wijn
en deklameert: de wroeging van johnson.
en plots loopt hij hard weg en verbergt zich
achter een hoek. wat doe je nou,
vraag ik, ik ben het geluk, roept hij,
je vindt me nooit.
en 's avonds verandert de sfeer,
altijd. velden rusten als brede bedden
en de nevel legt overal spreien.
slapen is iets wat ik tegenwoordig
nog enkel kan imiteren, zegt hij.
liefde ook, zeg ik. we zwijgen.
en later bootst hij het geluid na
van een autootje om mee naar de
maan te rijden.
| |
[pagina 345]
| |
Denkend aan vroegere gedichtenwij waren jong, wij sprongen
te paard op de taal en reden
heersend de velden door,
slingerend lasso's van woorden
naar alles wat we wilden veroveren. o,
het waren dolle, roekeloze tochten, pas toch
een beetje op, riep urbain van de voorde ons nog na.
en 's avonds stond de taal nog na te trillen,
op stal in een gedicht, hinnikend
van heimwee naar de maan
en naar de verste betekenissen.
| |
[pagina 346]
| |
Briefjeheel eenvoudig verscheen de zon
in mijn raam,
zoals jij vroeger ‘dag herman’ zei.
en ook nu ben ik meegegaan, liefste.
met zwerven leert men wellicht niet leven,
maar beter sterven dan wie ook.
alleen zijn, pijn hebben en wanhoop,
ik kan het allemaal,
ik heb geen schrik meer.
ik kan haast niets meer willen,
overal komen, overal weggaan
en beter dan tevoren alles
niet begrijpen.
HERMAN DE CONINCK
|
|