Nieuw Vlaams tijdschrift. Jaargang 20
(1967)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 822]
| |
zoek de mens
| |
[pagina 823]
| |
oorlogsgevaar kan Herman Gorter alleen tegen beter weten in hebben gehoopt; daarvoor kende hij de afzonderlijke arbeiderspartijen te goed. Hij had het middelpuntvliedende proces dat het socialisme overal na het eeuwjaar kenmerkt, als aan den lijve beleefd. Ondanks retorische congressen en fraaie resoluties had het opgehouden in doelstelling, strijdmethode en motivering een eenheid te vormen, indien deze ooit had bestaan. Het streven naar geleidelijke en betrekkelijke verbetering van het proletariërslot was iets anders dan de revolutionaire en principiële omzetting van kapitalisme in socialisme; de brede weg van vakbeweging, algemeen kiesrecht en parlementarisme iets anders dan het smalle en steile pad van stakingen en massa-actie; het sentiment van zedelijke verontwaardiging en humaan idealisme iets anders dan de wilskracht van marxistisch inzicht en fundamentele kritiek. Stellig was Gorter door karakterstructuur en dichterschap voorbestemd tot radicalisme in denken en doen, en bij de toenemende differentiatie van opvattingen hoorde hij dus van nature tot de linkervleugel. Dichter-socialist als hij was, ontleende hij aan het socialisme de grote ideeën en emoties die hem konden inspireren tot poëzie; en omgekeerd, aan zijn dichterschap de grootheid van idee en van emotie die kenmerkend is voor zijn socialisme. Maar dit stond niettemin stevig geworteld in de werkelijkheid, men kan er zich niet van afmaken als was het een onaardse dichterdroom. Want meer dan zijn persoonlijkheid die zichzelf in honger naar absoluut geluk gelijk bleef, is het de reeks feiten geweest die de opeenvolgende stadia van Gorters ontwikkeling heeft bepaald, de brute politieke feiten zoals de neergeslagen spoorwegstaking van 1903, de in bloed gesmoorde Russische revolutie van 1905. De bourgeoisie bleek niet bereid haar macht zelfs maar ten dele prijs te geven, de staat bleek geen onschuldig technisch instrument maar een wapen in de klassenstrijd. Geheel de jarenlange actie tegen de partijleiding van de toenmalige SDAP, door Gorter met felheid gevoerd, laat zich terugbrengen tot de noodzaak om de bitter-heilzame les uit déze feiten te verstaan. Toen het congres van Deventer hem in het voorjaar van 1909 definitief tegenover Troelstra in het ongelijk stelde, werd wel beslist wiens aanhang, niet wiens inzicht het grootst was. De meerderheid is nu eenmaal per definitie een kwantitatief begrip. Maar wat had Gorter, wat de nieuw gestichte SDP aan juistheid van inzicht, zo lang de aanhang ontbrak om dat in te zien? Vermoeid van ingespannen dichterlijk en propagandistisch | |
[pagina 824]
| |
werk, jaar na jaar, ontgoocheld door de breuk met vertrouwde vrienden en het al te armzalige succes daarna, diep verontrust over de alom toenemende dreigingen, miste Gorter allengs de nodige weerstand tegen verzwakking en ziekte: hij klaagt over keelinfectie, hij heeft last van zijn hart. Als hij in de nazomer van 1912 vriendschappelijk de beschikking krijgt over een buitenhuis in Bergen, trekt hij zich daar terug voor een nieuw leven van stilte en eenzaamheid. Ofschoon nog geen 48 jaar, voelt hij zich oud. Maar de Europese geschiedenis gaat voort, en hij is daar te zeer bij betrokken om geschikt te zijn voor de rol van toeschouwer. De kracht van de gebeurtenissen blijkt sterker dan de weerstand van zijn innerlijke vermoeidheid. Als de Balkanoorlog is uitgebroken, met alle gevaren voor een algemeen conflict, belegt de IIe Internationale op zondag 24 november 1912 te Bazel een buitengewoon en demonstratief congres. Samen met Wijnkoop gaat Gorter erheen, hij mag niet ontbreken nu er voor het eerst misschien iets tegen de oorlog zal worden gedaan, hij heeft een uitvoerig referaat klaar gemaakt om het daar uit te spreken. Maar de congresleiding laat alleen de gevraagde redenaars met hun vage verklaringen aan het woord, en snijdt elke discussie af. Weer heeft de arbeidersbeweging een kans verspild. Terug in Holland, terug in Bergen, wijdt Gorter zich nu volstrekt aan zijn eenzame, haast bovenmenselijke taak: zijn pas-verschenen Pan te herschrijven en uit te breiden overeenkomstig zijn nieuwste revolutionaire visie op de ontwikkelingsgang van het socialisme in dit tijdvak van imperialistische oorlogen. Hij moet zich als marxist uit de verwarrende veelheid van feiten en meningen het ene zinrijke proces bewust maken, de algemene wetmatige beweging van de maatschappij; hij moet verzet en nederlagen samenvatten in de triomftocht van de zelfbevrijding der arbeidersklasse, hij moet in waarheid verbeelden hoe kleine mensen met hun alledaags lot heldhaftig deel krijgen aan de grote, naar zelfbewustheid groeiende mensheid. Temidden van dit werk dat het uiterste vergt aan geestelijke concentratie, is de wekenlange propaganda voor de verkiezingen van 1913 een intermezzo, en het mislukken van zijn kamerkandidatuur een incident, al versterkt dit alles zijn pessimisme op korte termijn. Hij weet sinds lang dat er in Holland geen wereldbeslissingen vallen; hoe zeer Nederlands dichter is hij toch politiek sterk internationaal gericht; met name in Duitsland heeft hij vrienden, en ook invloed. De tijd dat hij in Karl Kautsky zijn naaste geestverwant zag, is voorbij; vol bewondering | |
[pagina 825]
| |
leest hij in het voorjaar van 1914 hoe onvoorwaardelijk Rosa Luxemburg zich kant tegen het oorlogszuchtige Duitse militarisme, tegen het laffe geweifel van de Duitse partijleiding. En als dan de Westeuropese oorlog uitbreekt, blijkt het imperialisme, als dan de socialistische parlementariërs de oorlogskredieten aanvaarden, blijkt de arbeidersbeweging tot het voorspelde dieptepunt te zijn gedaald. Het is een politieke nederlaag die voor miljoenen de dood betekent; maar geen zinloze dood: want wat vóór de oorlog niet bereikbaar was, wordt dóór de oorlog onvermijdelijk: het inzicht in de onhoudbaarheid van het kapitalisme, en dus de wil tot opstand, tot revolutie. Al in de eerste dagen van oktober 1914 schrijft Herman Gorter aan zijn studievriend Alphons Diepenbrock: ‘Hoe ver wij uit elkaar gegaan zijn in ons leven, blijkt wel uit wat je over dezen oorlog schrijft. Natuurlijk voel ik ook wel zeer het vreeselijke er van, maar, hoewel ik nog niet goed zie hoe, langs welken weg, de Staten en het Kapitaal zich er door zullen ontwikkelen, het proletariaat zal er door gelouterd worden. De strijd zal er door internationaler worden. Een betere nieuwe Internationale zal ontstaan. Daarover verheug ik mij’. Maar het is duidelijk, dat dan ook geen van de oorlogvoerende partijen werkelijk moet winnen, want in een winnend land zal het imperialisme eer versterkt zijn dan verzwakt. Als niemand wint, blijkt des te duidelijker de zinledigheid van het bloedvergieten. Met angst volgde Gorter de Duitse opmars aan het westfront, aan het oostfront vooral, waar de situatie nog hachelijker scheen. In zijn plan paste overwinning noch nederlaag. Hij wenste een heel ànder einde van de oorlog, en deze wens wordt verwachting, sterker dan zijn zorg om de wisselende frontlijn. Bij het herschrijven van Pan voegde hij halverwege de definitieve tekst een nieuw gedeelte toe, dat een directe weergave is van de militaire toestand in de nazomer van 1915:
In het lichten van den goudenen herfst
Waren de duizenden en millioenen
Op komen zetten over de aarde,
Over de wijde zee en over 't land.
En in den donkren winter die gevolgd was,
En in de lente en zomer die gevolgd was,
Stortten de Arbeiders zich op elkander,
Stortten de Millioenen zich op elkander,
| |
[pagina 826]
| |
Vermoordden de Heerschers voor zich elkander,
En de Slaven voor de heerschers elkander. -
Van af 't riviertje de Yzer tot de Alpen,
Van af de Oostzee tot aan de Karpathen,
Aan Dardanellen en den Kaukasus,
Slachtten de duizenden en millioenen
Elkander, de domme Arbeiders,
In dezen gouden tijd die nu is nu.Ga naar voetnoot(1)
Het kan een ogenblik schijnen dat de dichter onzeker is over de afloop van deze wereldoorlog die de oude wereld van het kapitaal met donderend geweld ineen doet storten: immers hij vermeldt de beide mogelijkheden:
Om of tot grootre Tirannie te rijzen,
Of voor eeuwig te wijken voor de Vrijheid.
Maar geïnspireerd door dit laatste woord, vergeet Gorter voorgoed de negatieve mogelijkheid van een grotere tirannie: hij ziet ‘Gouden gestalten’ opstaan terwille van de vrijheid, ‘In alle landen der wereld Enkelen’, en opeens gaan de arbeiders en de aarde stralen in een licht van schoonheid, schitterend als de eindelijke verwezenlijking van wat eens Christus en Boeddha, Spinoza en Plato, Milton en Shelley, Aeschylus en Dante en Homerus hebben gedroomd. En dan volgt de onthutsende versregel, de enige geheel gespatieerde in dit omvangrijk dichtwerk:
Toen plotsling kwam de Revolutie in zicht.
Het is nog maar 1915 wanneer dit geschreven, 1916 wanneer dit gedrukt wordt. En heeft deze intrigerende zin, die er letterlijk uit springt, werkelijk alleen maar te betekenen dat de revolutie naderbij is gekomen? Of staat er méér dan er staat, namelijk ook dat Herman Gorter deze revolutie eensklaps heeft gezien, in een flitsend visioen? Want feitelijk en historisch, was er maar weinig grond voor die profetische uitspraak. Hij wist hoe heldhaftig Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht zich hadden verzet in het oorlogszuchtig oorlogvoerende Duitsland. Hij wist dat in begin september 1915 een groep antimilitaristische socialisten uit allerlei landen te Zimmerwald was bijeengekomen, onder wie ook | |
[pagina 827]
| |
Henriëtte Roland Holst. Hij wist dat een half jaar later een tweede conferentie, nu in Kienthal, heel wat radicaler richtlijnen had getrokken, mede door de sterkere invloed van de Russische ballingen in Zwitserland, mede wellicht ook door zijn eigen brochure ‘Het imperialisme, de wereldoorlog en de sociaal-democratie’, waarvan de tekst al in april 1915 bekend was aan Duitse en ook aan Russische geestverwanten in Bern, waaronder Lenin. Maar hoe hoopvol ook, dit alles betekende nog geen revolutie, zelfs geen begin daarvan, nauwelijks voorbereiding. Het was revolutionaire taal in een klein en kleinburgerlijk neutraal land, geen revolutionaire actie in een groot, hoog-geïndustrialiseerd en oorlogvoerend land, bijvoorbeeld Duitsland, zoals in de lijn lag van het marxistisch denken. Er is gedurende het jaar 1916 een duidelijk contrast tussen de enorme politieke bewegingen die Gorter voorziet, en de verminderde kracht die hij in zich voelt om daaraan leiding te geven. Hij verontschuldigt zich wegens ongesteldheid en te veel werk. Maar er bestond bovendien enig verschil van inzicht: Gorter bestreed alle imperialisme, ook het Duitse; de rest, met name Van Ravesteyn, vooral het Duitse. Gorter wenste geen overwinning, de rest allereerst een geallieerde. Hij wil bedanken als redacteur van De Tribune, en doet dat tenslotte ook. In een brief aan Wijnkoop schrijft hijGa naar voetnoot(2): ‘Ik heb nl. de keus tussen in die grote dagen die komen mij dood te werken in zeer korte tijd, enkele dagen of weken, of niet opgewassen te zijn tegen dat werk en het niet goed te doen, half, kwart, lichamelijk en geestelijk. Ik wil geen van beide. Ik geloof dat wie zich voor grote tijden als “leider” niet geschikt voelt, zich terug moet trekken. Daarom zal ik dat in deze periode die de storm voorafgaat doen. Het spijt mij. Ik had altijd gehoopt, het theoretisch-poëtische met het praktische te kunnen verbinden. In 1903 gaf ik mij geheel. Maar ik voel dat ik dat niet meer kan. En half of slecht wil ik niet. Bij gebrek aan kracht bezwijkt men ook vaak moreel. Dat wil ik niet, in geen geval’. In deze periode, 19 november 1916, valt ook de dood van Wies Gorter-Cnoop Koopmans, zijn vrouw. Hun huwelijk was kinderloos gebleven en verschraald; sinds lang hadden andere, jongere vrouwen zijn liefde en zijn inspiratie gewekt. Zij was vanuit Bussum dan ook niet meegegaan naar Bergen toen hij daar een poging deed tot een nieuw leven van eenzaamheid en stilte. Toch verdween met haar een | |
[pagina 828]
| |
hecht stuk van zijn eigen bestaan, een toegewijde kameraad van jaren en jaren. Haar dood maakte ook de zijne tot een concreter nabijheid; zijn gezondheid was bedreigd, hij wist het, en mede daarom had hij zich tot uitputting toe ingespannen om als dichter zijn levenswerk af te ronden door de vierdelige uitgave van zijn poëzie: Mei, twee bundels Verzen in een opmerkelijk strenge selectie, en Pan als een zeer veel vermeerderde herdruk. Geen lotgeval, persoonlijk of politiek, kon dit meer ongedaan maken. De revolutie, gewenst en voorzien, kwam inderdaad plotseling, en toch ànders: niet aan het eind van de oorlog maar er midden in, niet in West- of Centraal-Europa maar in Rusland. Op 8 maart 1917 beleefde Petrograd werkstakingen en plunderingen, op 12 maart muiterij en opstand; het Doema-comité trachtte leiding te geven in parlementaire, de Sowjet in revolutionaire zin; op 15 maart vormde zich een voorlopige regering, diezelfde avond deed de Tsaar afstand van de troon; op 27 maart richtte de Sowjet zich met een manifest tot de werkers van alle landen om te komen tot een vrede zonder veroveringen en tot internationale solidariteit. In april stelde de Duitse regering aan Lenin een speciaal rijtuig ter beschikking om door Duitsland heen van Zwitserland naar Rusland te reizen; op 16 april kwam hij te Petrograd aan, geestdriftig verwelkomd door zijn aanhang; onmiddellijk begon hij zijn actie voor een radicaal anti-imperialisme en voor een afzonderlijke vrede met Duitsland; zijn gezag, aanvankelijk overstemd, nam van dag tot dag toe, de macht van de regering van dag tot dag af; en intussen drongen de Duitse troepen op. Van het neutrale Holland uit heeft Herman Gorter dit fascinerende nieuws gevolgd voorzover het de pers bereikte. In De Nieuwe Tijd, waaruit hij zich eveneens als redacteur had teruggetrokken, schreef Wijnkoop erover in april 1917, Pannekoek in mei: ‘De Russische revolutie is de eerste groote opstandige volksbeweging, die uit de wereldoorlog geboren is. Daarom is zij in haar karakter het minst eenvoudig. Zij is geen klaar bewuste proletarische revolutie, maar een volksbeweging, waarin vele klassebewegingen en opposities, deels met, deels tegen elkaar, samenkomen. Juist omdat Rusland het minst rijp is voor een socialistische revolutie, was het het eerst rijp voor een volksopstand uit oorlogsellende’. Gedurende vele maanden hielden vier krachten elkaar in evenwicht: de verslagen, maar niet verdwenen conservatieve contrarevolutionaire groep uit de vroegere hofkringen, de landadel, het leger en de kerk; de | |
[pagina 829]
| |
ontwikkelde liberale burgerij; de parlementaire sociaaldemocraten onder leiding van Kerenski; en de revolutionaire Sowjets met Lenin. Omdat de Voorlopige Regering steunde op de twee middengroepen en Rusland nog maar een zwak geïndustrialiseerd land was, werd in marxistische kring wat er gebeurd was en gebeuren ging veelal verklaard als een burgerlijk-democratische omwenteling, vergelijkbaar met de Franse revolutie van 1789 en voorbestemd zich daartoe te beperken. De afloop van deze vierzijdige krachtmeting was nog onbeslist, toen Gorter op 20 juni 1917 met een imperatief doktersattest naar Zwitserland vertrok, sinds lang voor hem het land van zomervakanties en sportieve gezondheidskuren. Maar behalve bergen en zon vond hij er nu ook een groep Russische ballingen, achtergebleven bij Lenins opzienbarend vertrek, voor wie het verloop van de politieke gebeurtenissen één was met hun persoonlijk lot. Langs allerlei kanalen sneller en beter geïnformeerd dan de geestverwanten in Holland, verschaften zij Gorter inlichtingen over de wisselvallige gang van zaken: de linkse opstand in Petersburg, midden juli; de dreigende arrestatie van Lenin en diens vlucht naar Finland; het optreden van de regering-Kerenski, socialistischer dan de vorige maar even voorlopig; de reactionaire samenzwering van generaal Kornilow, midden september, en diens volstrekte nederlaag; de opmars van de Duitse troepen in de nauwelijks nog verdedigde Oostzeegebieden; de nieuwe bolsjewistische meerderheid in de Sowjets van Petersburg en Moskou; de vorming van een militair-revolutionair comité, zogenaamd als volksverdediging van de hoofdstad; en tenslotte de tweede revolutie zelf, 6 en 7 november, toen de Raad van Volkscommissarissen met Lenin als voorzitter de Voorlopige Regering afzette, zó snel en doortastend dat het dagelijks leven er vrijwel niets van bemerkte. De oproep van Lenin aan alle volken, aan alle arbeiders - één van zijn eerste regeringsdaden - maakte op Herman Gorter een ontzaglijke indruk: dit immers was de taktiek die hij steeds had bepleit. Maar toen de weerklank bij de Duitse arbeiders uitbleef terwijl het Duitse leger oostwaarts oprukkende weinig weerstand meer ondervond, sloegen hoop en verwachting om in zorg en angst. Ondanks de onderhandelingen te Brest-Litowsk nam de kans toe dat het imperialisme toch zou overwinnen en een bloedig einde maken aan de pas begonnen Russische revolutie die nu intern voor de haast bovenmenselijke taak stond om de burgerlijk-demo- | |
[pagina 830]
| |
cratische fase spoedig en voorgoed in de proletarisch-socialistische te doen overgaan, in een overwegend agrarisch land. Onder deze omstandigheden schreef Gorter zijn eerste brief aan LeninGa naar voetnoot(3), toen er zich een mogelijkheid voordeed om door persoonlijke bemiddeling de uiteraard gecensureerde post te vermijden. | |
23 Dec. '17Lieber Genosse Lenin! Ich ergreife die Gelegenheit die die Reise des Genossen Platten mir giebt, um Ihnen nochmals (ich tat es schon Anfang November telegrafisch) Glück zu wünschen. Sie verstehen dass ich in Spannung folge was jetzt bei Euch gescheht. Was Sie wollen und zu erreichen trachten, ich glaube dass ich es sehe. Möge es Ihnen gelingen. Von meiner Broschüre über den Imperialismus die Sie damals auch lasen, ist ein zweiter Druck (deutsch) erschienen. Den lasse ich jetzt in Tausenden Exemplaren in Deutschland verbreiten (aus Holland). Ich habe eine Nachrede hinzugefügt über die Europäische Revolution mit einem Aktions-Programm. Hier in der Schweiz hoffe ich eine kleine Broschüre ueber den selben Gegenstand drucken zu lassen und allmählich in kleinen Mengen ueber die Grenzen nach Italien, Frankreich und Deutschland befördern zu lassen. Ich lasse Ihnen beide zukommen. Wenn ich hier in der Schweiz, wo ich wahrscheinlich noch längere Zeit bleibe, etwas für Sie tun kann, bitte, geben Sie dem Genossen Platten einen Auftrag (am liebsten in einem Brief) mit. Meine Adresse ist Volkshaus, Bern. Mit brüderlichem Gruss Herman Gorter. Het werd begin februari voordat Lenins antwoord Gorter bereikte. Het bleken twee antwoorden te zijn, het ene particulier, het andere zakelijk. Ze zullen wel niet per post zijn verstuurd. Lenin had gehoord van Gorters minder goede gezondheid en informeerde daar kameraadschappelijk naar, met de beste wensen voor een goed herstel. Zonder de menselijke belangstelling hierin te onderschatten, mag men toch ook oog hebben voor het politieke belang ervan: de bolsjewistische revolutie in haar hachelijke eerste stadium kon | |
[pagina 831]
| |
een bekwaam invloedrijk betrouwbaar en gezond medestander en propagandist in West-Europa best gebruiken. De andere, zakelijker, brief vroeg of Gorter kans zou zien hetzij in Holland hetzij in Zwitserland een paar socialistische deskundigen te vinden, bereid en in staat om Lenin te helpen bij de reorganisatie van het bankwezen en de opbouw van het staatshandelsbedrijf. Ofschoon Gorter onmiddellijk energieke pogingen deed om de gewenste personen op te sporen, gingen andere politieke problemen hem kennelijk meer ter harte, problemen van theoretisch-marxistische en taktische aard. De situatie in Rusland direkt na de machtsgreep had Lenin verplicht tot enkele besluiten van ver-strekkende betekenis. Aanvankelijk steunend op een minderheid van overwegend stadsarbeiders, moest het communistisch bewind er op straffe van ondergang in slagen twee groeperingen buiten de eigen economische en ideologische sfeer voor zich te winnen of toch tenminste te neutraliseren: de boeren en de regionale nationalisten. Het decreet over de onteigening van het land zonder schadeloosstelling was overigens niet het begin, maar veelmeer de legalisering van talrijke boerenrevoltes die al in het voorjaar en de zomer van 1917 hadden plaatsgevonden zonder dat de Voorlopige Regering over voldoende macht of gezag had beschikt om ze te verhinderen of te bedwingen: primitieve lokale opstanden van doodarme bijkans middeleeuwse landbouwers met onrendabel kleinbedrijf, tegen de naburige grootgrondbezitters op wier onafzienbare landgoederen vaak al gewerkt werd met de middelen van de moderne techniek. De agrarische hervorming in communistische zin zou een werk van jaren, misschien van generaties moeten zijn; maar er kon daarmee zelfs geen aanvang worden gemaakt indien de Sowjets er niet in zouden slagen de massa van miljoenen kleine boeren zo goed mogelijk tot medestanders te maken door ook hùn belangen te dienen, althans te ontzien. Voorlopig kon dat enkel door de herverdeling van het grootgrondbezit: het was één van Lenins eerste decreten, en één van de meest beslissende. Voor Gorter evenwel, met zijn Westeuropese indrukken van boerenbezit en boerenconservatisme, lag in dit besluit een groot en opportunistisch gevaar; bij hem stond het vast: een boer socialistisch, dat is altijd nog een contradictie. Hij wantrouwde de psychologische doorwerking van de nieuwe eigendomsrechten en achtte de Russische taktiek in geen geval bruikbaar voor de komende revolutionaire | |
[pagina 832]
| |
strijd in de hoger geïndustrialiseerde staten van Middenen West-Europa. De mening dat het socialisme het historisch gevolg zou zijn van het kapitalisme en dat daarbij zelfs de ontwikkelingsfase van het imperialisme niet kon worden overgeslagen, is schering en inslag in talrijke marxistische beschouwingen. Ook Gorter heeft de objectieve voorwaarden voor een communistische maatschappijvorm in Duitsland en Engeland gunstiger geacht dan in Rusland. Maar zijn uitspraak dat de revolutie in die rijpere staten dan nog ‘slechts’ van geestelijke factoren, dus van de revolutionaire gezindheid bij de arbeiders af zou hangen, overschat de zelfstandigheid van de politieke wilsvorming; en men kan moeilijk menen dat de marxistische opvatting inzake onderbouw en bovenbouw daar enige aanleiding toe geeft. Lenin daarentegen, levenslang allereerst praktisch politicus, heeft Rusland steeds beschouwd als een staat waar de macht zó zeer in handen was van één man, dat een àndere man op diezelfde plek de wereld uit z'n voegen zou kunnen lichten. Ook in verband met het nationaliteitenvraagstuk had Gorter principiële bedenkingen toen Lenin dienaangaande onmiddellijk een ondubbelzinnige politieke beslissing had genomen. Het tsarenrijk, even wijdbegrensd als dunbevolkt, was nooit een eenheid van taal en nationaliteit geweest of geworden; het had er nauwelijks naar gestreefd. Vanuit het centrale Russische gebied hadden de grootvorsten van Moskou eeuw na eeuw hun macht gewapenderhand uitgebreid en talrijke volken onder hun bruut beheer gedwongen, die naar afkomst en cultuur niet minder verschilden dan het klimaat in de noordelijke toendra's van dat in de zuidelijke steppen: Finnen, Tataren, Polen, Georgiërs, Armenen, Kirgiezen en zo voort. Zo lang er geen ander verkeer bestond dan per paard of per boot, werden die vele verschillen nog door geen gelijkmaking bedreigd en bleven de kleurig onderscheiden dorpsgewoonten van zang en dans, van kledij en ritueel, van bijgeloof en volksverhalen geslachten lang in al hun gecompliceerde eenvoud voortbestaan. Met de komst van de techniek begon dit allengs te veranderen, en daartegenin trachtten op Westeuropees voorbeeld ook hier de ideeën van de romantiek zich te doen gelden, vertraagd weliswaar en slechts bij een dunne bovenlaag van geletterden. Maar de emotionele herbeleving van het eigene in taal en traditie was niettemin bezig een feit te worden; en toen dit zich tijdens de roem- en uitzichtloze oorlog verbond met de stijgende weerzin tegen de militaire centralistische politiek van de tsaristische regering, werd het een macht. Het | |
[pagina 833]
| |
behoort tot de geniaalste politieke besluiten van Lenin, dit revolutionair geworden nationalisme onmiddellijk verbonden te hebben met zijn eigen revolutionaire communisme; niet enkel voorkwam hij aldus dat het zich eigenmachtig zou ontplooien, tegen hem; niet enkel deed hij zichzelf nu alom kennen als bevrijder in tegenstelling tot de vroegere heersers als onderdrukkers, maar bovendien kanaliseerde hij zo een sterke zijstroom van de drang naar menselijke vrijheid. Voor Gorter, die als Hollandse burgerjongen de tragiek van een onderdrukte taalgemeenschap niet uit ervaring kende en voor de situatie in Vlaanderen en in Friesland nooit belangstelling heeft getoond, was het nationaliteiten-probleem theoretisch een onderwerp dat door het marxisme moest worden bestudeerd en verklaard, en praktisch een zaak die de proletarische bevrijdingsstrijd te onpas doorkruiste met burgerlijk heimwee naar een beter verleden. Voor wie als socialist de taak aanvaardde om het nationale door het internationale te overwinnen, was het regionale uiteraard een voorbije fase, en de mogelijke terugkeer daarvan een reactionair gevaar. Onmiskenbaar heeft Gorter al in het vroege voorjaar van 1918, en dus eigenlijk van het begin af aan, zich in tactisch opzicht van Lenin gedistantieerd. Onmiskenbaar ook ligt de oorzaak daarvan in zijn bewustzijn als revolutionair marxist en politiek leider werkzaam te zijn in West-Europa, tegenover Lenin als revolutionair marxist en politiek leider in Rusland. Daarom was de correspondentie met Lenin voor Gorter een gedachtenwisseling tussen gelijken: theoretici van de proletarische revolutie die in Rusland misschien juist was begonnen maar toch ook daarbuiten op het punt stond uit te barsten. En voorzover er verschillen waren in hun positie, hielden die elkaar in evenwicht: want indien er enerzijds begrip is voor het feit dat Lenin als praktisch politicus kon en moest hàndelen in een land dat hij ontzag afdwong door zijn stoutmoedig bewind, anderzijds is er de vaste overtuiging dat het westen ‘rijper’ was voor het socialisme dank zij z'n verder gevorderde industrie. Alleen in dit wonderlijk evenwicht, alleen dus ook in het voorjaar van 1918, is Gorters tweede brief verklaarbaar. En tezamen met zijn visionaire socialistische overtuiging is het juist deze argeloze marxistische pretentie die er de allure aan geeft van een tegelijk groot-menselijk en politiek-belangrijk document. | |
[pagina 834]
| |
7 Febr. '18
| |
[pagina 835]
| |
Hier geht der Kampf geradeaus um nichts als den Sozialismus selbst. Hier kann das Selbstbestimmungsrecht der Völker nur die Folge des Sozialismus sein. Ich schrieb Ihnen dies alles schon damals in 1915, glaube ich und kann also jetzt davon schweigen. Ich schrieb Ihnen, wenn ich mich gut erinnere, dass ich mich auf den Standpunkt Londons und Berlins, nicht auf den Petersburgs und Moskau's stellen musste. Ich wünsche Ihnen nochmals den besten und grössten Erfolg gegen alle Feinde. Ihr Kampf ist unendlich schwierig aber zu gleicher Zeit unendlich schön. Zum ersten Male zeigt sich der Marxismus in der Tat als was er ist. Wie es auch gehe, die russischen Revolutionäre, und Sie besonders, Genosse, haben sich unsterblichen Ruhm gewonnen und den allergrössten Verdienst um die Sache des Weltproletariats und der ganzen Menschheit durch Ihr Beispiel. Wenn nur die englischen und deutschen Proletarier während oder nach dem Kriege dies Beispiel folgen und handeln wie Sie! Darauf muss jetzt alle Aktion hier in West-Europa gerichtet sein. Mit brüderlichem Gruss Ihr Herman Gorter.
Tussen deze tweede en Gorters derde brief aan Lenin ligt meer dan een half jaar: een beslissend half jaar zowel voor de Russische revolutie als voor de eerste wereldoorlog. Het is onwaarschijnlijk dat Lenin op Gorters argumentatie is ingegaan, hij had wel àndere zorgen in die tijd. De moeizame onderhandelingen te Brest-Litowsk met hoogmoedige en onwillige Duitse officieren, dubbel zelfverzekerd door hun militaire overmacht, leidden ertoe dat Trotsky op 10 februari 1918 namens de Sowjets weigerde het vredestraktaat te ondertekenen, maar tegelijk de oorlog voor geëindigd verklaarde. Het gebaar maakte geen indruk, de tegenpartij ving onmiddellijk aan gewapenderhand te verwezenlijken wat men per handtekening niet had bereikt. Terwijl het Russische leger in ontbinding verkeerde en de boerensoldaten in vermoeide groepen ordeloos de landwegen vulden op weg naar huis, rukten Duitse divisies onverwijld op naar Petrograd. In deze noodsituatie die mét Rusland ook de revolutie bedreigde, besloot de Sowjetregering de eerst verworpen voorwaarden alsnog op 3 maart te aanvaarden: afstand van Polen, Litauen, Letland, Estland aan Duitsland, erkenning van een onafhankelijke, met Duitsland samenwerkende Oekraïne, en van een zelfstandige | |
[pagina 836]
| |
republiek Finland. In mei tekende ook Roemenië een afzonderlijke vrede met de Centralen. Alle acties van de geallieerde gezantschappen om de strijd aan het Oostfront te doen voortduren, waren mislukt. Maar desondanks bleven te veel Duitse troepen in het oosten gebonden, in Finland, in de Oekraïne, in de Krim, om voor versterking te kunnen zorgen aan het westfront, waar de toestand allengs kritiek werd door de voortdurende aanvoer van Amerikaanse soldaten. Na voorbijgaande stakingen in Wenen en in Berlijn, al in januari 1918, waren de opstandige spanning en de oorlogsmoeheid aldaar nog eenmaal bedwongen: opnieuw trachtten Duitsland en Oostenrijk in de zomermaanden een overwinning te forceren in Frankrijk en Italië; maar van augustus af werd hun terugtocht zichtbaar en hun nederlaag onvermijdelijk, al hield Hindenburg aan de Siegfriedlinie stand. Medio september maakten de geallieerde legers zich gereed voor een beslissend offensief. Ingespannen werkende aan een nieuwe grote brochure over de wereldrevolutie, werd Gorter al sterker overtuigd van de noodzaak om de internationale oorlog om te zetten in een internationale opstand, maar ook van de mogelijkheid daartoe, mits de arbeidersklasse zich erop voorbereidde. Nauwkeurig volgde hij het beloop van de gebeurtenissen. En zoals hij een jaar tevoren een Duitse overwinning had gevreesd omdat de situatie in een winnend land het imperialisme aldaar zou bevestigen en de proletarische revolutie verhinderen, zo vreesde hij nu op eendere grond de overwinning van Frankrijk, Engeland en Amerika. De werkelijkheid hield met zijn wens weliswaar geen rekening, maar dat ook zijn politieke vrienden in Holland het niet deden, was zo al niet erger dan toch ergerlijker. Het meningsverschil tussen hem en Van Ravesteyn had zich toegespitst: de houding van de SDP die voortging met een allereerst anti-Duitse agitatie, was voor Gorter onduldbaar opportunisme, schadelijk voor de internationale zaak van de nu nabije wereldrevolutie, het enig wezenlijke, het enig nodige. ‘Ik weet heel goed - zo schreef hij aan Wijnkoop - jelui geeft de Eng. en Fr. sociaalpatriotten geen gelijk. Maar het logische gevolg van jelui opvatting zou zijn dat je het deedt. Dus jelui opvatting is, behalve verkeerd, ook nog onlogisch’. Al had hij tevoren tegenover Lenin onafhankelijk stelling genomen als Westeuropees tegenover Russisch politicus - en al zou hij dit blijven doen, getuige zijn reis naar Moskou in november 1920 - toch was Gorter zich er goed van bewust dat de leider van de Sowjets een ongeëvenaard | |
[pagina 837]
| |
gezag had verworven in de links-socialistische bewegingen over geheel de wereld. Het kan hem bekend zijn geweest, ook in Zwitserland, hoe zeer de nationale communistische partijen in voortdurend contact stonden met hun Russische zusterpartij, de enige die ondanks alle bedreigingen heel wat méér was dan een parlementair en buitenparlementair oppositiecentrum, en daaraan dan ook het recht mocht ontlenen richtinggevend te zijn voor allen. Op zichzelf maakt Gorters verzoek aan Lenin om steun voor zijn eigen politieke opvatting in het geschil met zijn Hollandse partijgenoten, geen onverdeeld sympathieke indruk. Het lijkt een poging om een machtwoord uit te lokken dat van beslissende betekenis zal zijn, niet door de argumentatie maar krachtens het gezag van de auteur. Het lijkt bovendien een poging om door het verstrekken van inlichtingen en het opgeven van namen de officiële SDP-leiding in Nederland te discrediteren terwille van degene die uiteraard in Holland geen politieke verantwoordelijkheid meer droeg daar hij al vijftien maanden in Zwitserland verblijf hield vanwege zijn gezondheidstoestand. Maar het ging voor Gorter helemaal niet om Holland, het ging om de internationale solidariteit. En bovendien: men behoeft Gorters brief niet enkel te zien als een verzoek om steun vàn Lenin. er is misschien evenzeer een suggestie van steun ààn Lenin mee bedoeld. Op grond van gegevens waarover Gorter beschikte, was het hem mogelijk in alle openhartigheid en argeloosheid aldus te schrijven. Dezelfde Zwitserse communist immers, die hem koeriersdiensten had bewezen terwille van zijn eerste brief aan Lenin, blijkt later na zijn terugkeer mededelingen te hebben gedaan omtrent een zeker verschil van inzicht tussen Lenin en Trotsky, dat in wezenlijke zin overeenstemt met het geding tussen Gorter en zijn Hollandse partijgenoten. In een ongedateerde brief aan Wijnkoop, die moeilijk anders dan van april of mei 1918 kan zijn, schrijft Gorter: ‘Platten heeft mij eergisteren en gisteren veel verteld. Hij was daar juist bij het nemen van alle grote besluiten... Het bleek mij, wat ik wel dacht, dat het standpunt van Lenin hetzelfde was wat ik tegenover jelui en AntonGa naar voetnoot(4) heb ingenomen: in geen geval Duitslands nederlaag bewerken (om de Entente niet te helpen). Hoogstens: de Duitschers tegenhouden. Als men kon. Anders terugtrekken. Dit was aldoor de algemene opvatting aller Bolsjewiks. Lenin was bovendien van de aanvang af voor | |
[pagina 838]
| |
vrede sluiten omdat zelfs het tegenhouden niet zou gaan. Trotzky enz. voor oorlog volhouden. Het deed mij natuurlijk plezier dit te horen. Maar temeer verdriet deed het mij dat de Tribune dit standpunt niet deelt’. Naarmate de Duitse nederlaag aan het westfront zich al duidelijker aftekende, verhevigde zich Gorters verzet tegen de buitenlandse opvattingen van De Tribune, met name Van Ravesteyn, ook al speet hem deze toespitsing van de onderlinge strijd: ‘Maar er hangt naar mijn mening in de toekomst te veel van af. En jelui zult moeten toegeven dat ik geduld genoeg gehad heb en alles geprobeerd heb om zonder openlijke scherpe strijd jelui tot mijn mening te brengen’. Als Gorter deze markante woorden schrijft, is het 10 september 1918, en een kleine maand later, op 7 oktober, volgt deze andere uitspraak, niet minder karakteristiek: ‘Ik zie te goed, wat nu voor het internat. proletariaat nodig is. Eenheid, absolute eenheid, niet in woorden of mooie leuzen alleen, maar in de daad, tegen alle imperial. Naties’. In geen ander geschrift, buiten zijn gedichten, heeft Gorter zo onvoorwaardelijk uiting gegeven aan de absoluutheid van zijn overtuiging, als in deze twee brieven aan Wijnkoop. Men kan het ook anders noemen. Maar voor men termen kiest als hoogmoed en fanatisme, is het goed te bedenken dat Gorter, in dienst van een absolute Idee, een keerpunt der eeuwen voorzag waar àlles mogelijk zou zijn. En juist omdat het naar zijn mening nu aankwam op de geestelijke factoren, op het zuivere inzicht en de goede gezindheid, betekende iedere afwijking daarvan, elk tekort daarin, het missen van een kans zoals de wereldgeschiedenis een mens geen tweemaal schenkt. In dit onherhaalbare licht dient ook Gorters derde brief aan Lenin te worden beschouwd. | |
22 Sept. '18Lieber Genosse Lenin! Ich bitte Sie um einen kleinen Dienst. Aber nur wenn Sie schon wieder etwas tun können. Die Sache ist diese: Die holländische Partei (S.D.P.) hat sich im Allgemeinen während des Krieges sehr gut gehalten. Sie ist wirklich revolutionär und hat wirklich für die Revolution gekämpft. Aber ihre auswärtige Politik ist schlecht. Sie hat vom Anfang an nur Deutschland bekämpft. Das bedeutete nun nicht so viel, so lange Amerika nicht mitmachte, aber jetzt, da die V.S. die Hauptmacht werden, und sogar ein Sieg der Entente möglich wird, ist diese Politik, die nur wegen des unmittel- | |
[pagina 839]
| |
baren Erfolges getrieben wird (das holländische Volk ist gegen die Deutschen) unheilvoll. Sie verhindert die Einheit des internationalen Proletariats. Anfangs habe ich in freundschaftlicher Weise die Tribune (Wijnkoop und van Ravesteijn) zu überreden versucht, als sie sich freuten über Kerensky's und Brussiloff's Offensive und sogar Bemerkungen machten über Ihre Reise durch Deutschland. Jetzt aber, da sie immer die Entente noch nicht bekämpfen, sondern über sie schweigen, habe ich einen scharfen Kampf gegen sie angefangen. Jetzt können Sie mir einen Dienst erweisen. Die Tribune hatte geschrieben: Die russischen revolutionären Heere hätten, wenn sie könnten, die Hohenzollernsche und Habsburgische Dynastieën und den deutschen Imperialismus vernichten sollen. Darauf habe ich geantwortet: Dies würde die russische Revolution nur dann getan haben, wenn in Deutschland selbst die Revolution ausgebrochen wäre. Denn sonst würde sie nur die Entente, den Imperialismus der Entente gestärkt haben. Sie verstehen, Genosse, dies war für mich nicht nur ein Bauen in leerer Luft auf unmöglichen Hypothesen. Ich begreife natürlich sehr gut dass die russische Revolution nicht länger kämpfen konnte, und also auch nicht kämpfte. Aber es gilt hier eine theoretische Frage, die für den internationalen Kampf gegen den Imperialismus aller Staate von grösster Wichtigkeit ist. Und gleich wie man in der Naturwissenschaft eine Frage sich ‘rein’ stellt, z.B. um eine Krafft kennen zu lernen, ohne Nebenwirkungen, so muss man auch hier tun. Die Frage ist nicht akademisch, sie dient als Beispiel, als Erläuterung der allgemeinen Tendenz der proletarischen Weltpolitik. Darum, lieber Genosse, wenn Sie mit mir einverstanden sind, schreiben Sie mir, bitte, einige Zeile so viel wie möglich übereinstimmend mit oder gleichläutend meinen Worten. Das holländische Proletariat hält sehr viel auf Ihre Meinung und es würde mich im Kampfe sehr stärken wenn Sie mit mir einer Meinung wären. Mit den herzlichsten Grüssen Ihr Herman Gorter. P.S. Ich hoffe nach einiger Zeit, wenn die Druckerei in Holland für mich fertig ist, nach Moskau zu kommen. Ich möchte gerne etwas beitragen zur grossen Sache, und dazu einige Vorträge geben. Es wäre, glaube ich, gut, wenn ich | |
[pagina 840]
| |
eine förmliche Einladung (von der Regierung, oder von der Akademie) empfing. Das Bekommen eines Passes für die Hin- und Zurückreise würde dann leichter sein. h.g.
Dank zij de officiële diplomatieke vertegenwoordiging die de Sowjet-Unie al in 1918 in Zwitserland had gevestigd, kon de correspondentie tussen Bern en Moskou sneller en geregelder plaatsvinden dan tevoren. Langs deze weg zal Gorters derde brief zijn gegaan, langs deze weg kwam het antwoord, waarvoor Gorter ook langs deze weg al op 24 oktober kon bedanken. Het waren veelbewogen weken. Niet enkel kwam de Duitse nederlaag aan het westfront in een onafwendbaar stadium met alle gevolgen daarvan voor de wereldpolitiek; maar terzelfder tijd had het kleine neutrale Holland te lijden gekregen van een zo ernstig voedselgebrek dat het voor de arbeiders in de grote steden met hongersnood gelijkstond. Persoonlijk niet opgenomen in deze situatie met de daardoor veroorzaakte primaire en primitieve gevoelens en driften, en van nature geneigd het kleine ondergeschikt te maken aan het grote, de feiten aan de Idee, was Gorter verontrust en beschaamd over ieder beroep op Amerikaanse hulp ten deze, aangezien het de aandacht af zou leiden van de enige wezenlijke oorzaak van alle ellende, het kapitalisme zelf, en dus morele steun zou betekenen voor het toch al met zijn militaire overmacht zegevierende imperialisme. Zijn lang gekoesterde hoop dat de oorlog zou eindigen zonder nederlaag en overwinning, eenvoudig door algemene uitputting en weerzin, ging niet in vervulling; het ontstaan van een revolutionaire situatie aan beide zijden van de frontlijn vond niet plaats; het politieke en economische systeem in de geallieerde landen beschikte over krachtiger reserves dan men in links-marxistische kringen had voorzien. Het was in deze omstandigheden dat Gorter Lenins geschrift over Staat en Revolutie te lezen en te vertalen kreeg: het was meer dan compensatie, het was een ervaring van diep geluk. Lenin had deze polemische en principiële studie ontworpen in de zomermaanden van 1917, toen hij zich na de mislukte opstand van de bolsjewiki in Petrograd had onttrokken aan arrestatie, en veiligheid gezocht in Finland, waar men juist in die dagen overging tot het uitroepen van een zelfstandige staat. Het werk was onvoltooid gebleven, omdat de gang van zaken al na enkele maanden Lenins aanwezigheid in Petrograd noodzakelijk maakte. Maar het | |
[pagina 841]
| |
gereed gekomen en spoedig gepubliceerde deel was duidelijk genoeg omtrent het burgerlijk klassekarakter van de kapitalistische staat, al dan niet democratisch en parlementair: ‘Marx heeft dezen kern der kapitalistische demokratie uitstekend gepakt, waar hij bij de beschouwing der ervaringen der Commune zegt: den onderdrukten wordt eenmaal in de zooveel jaren veroorloofd, te beslissen, welke vertegenwoordiger der onderdrukkende klasse hen in het parlament vertegenwoordigen en onderdrukken zal’. En eveneens was het duidelijk dat Lenin vast van plan was het staatsapparaat zo gauw mogelijk zelf te hanteren als een doeltreffend wapen in dienst van de arbeidersklasse, tegen de bourgeoisie, totdat eens langzamerhand de heerschappij over mensen zou overgaan in het zoveel eenvoudiger beheer van de dingen. Telkens weer wijst Lenin erop dat volgens Marx de staat eenmaal gedoemd is af te sterven, doch dat dit niet het eerste maar het laatste en blijvende stadium van de revolutie zal zijn. Geschiedenis vergt tijd, ook de communistische maat schappij moet zich ontwikkelen van fase tot fase: eerst in de volkomen verwezenlijking daarvan zal de staat verdwijnen door overbodigheid. Temidden van talrijke citaten en uitvoerige polemieken, scherpzinnig en scherp, bevat Lenins brochure ook enkele bladzijden die Gorter niet zonder diepe ontroering kan hebben gelezen, bladzijden vervuld van een zo fundamenteel geloof in de geestkracht en het verantwoordelijkheidsgevoel van de tot vrijheid geroepen arbeidersklasse, dat hij het herkende als van zichzelf. Wat hij in Pan had verbeeld, een dichterlijk visioen van de komende mensheid, voorgoed ontgroeid aan armoede, oorlog en slavernij, dat stond hier vóór hem in het nuchter betogende proza van een politicus; en de man die dit beleed, had sinds bijna een jaar tevens de macht om het te verwezenlijken in een wereldgroot land. In zijn eerste brief had Gorter geschreven dat hij wel ongeveer meende te zien wat Lenin trachtte te bereiken, nu wist hij het in volle helderheid. En als hij de hoop uitspreekt, Lenin binnen korte tijd te zullen ontmoeten, dan is dat niet meer terwille van een marxistische discussie over vragen van principe en tactiek, niet meer om steun te verkrijgen voor zijn inzicht in de gewenste internationale politiek, het is nu omdat de dichter Gorter in de denker Lenin zijn gelijke heeft erkend in een mensheidsgeloof dat dichten en denken te boven gaat. | |
[pagina 842]
| |
Représentant plénipotentiaire de la république socialiste fédérative des soviets de russie en suisse | |
Berne, 24 Oct. 1918Lieber Genosse Lenin! Dank für Ihren Brief. - Ich uebersetze Ihren ‘Staat und Revolution’. Dazu braucht es in Holland, zur Herausgabe, die schriftliche Zustimmung des Autors. Wollen Sie mir die schicken? (‘Ich ermächtige Dr. H. Gorter, Bussum, Holland etc.’.) Haben Sie noch etwas das besonders gut für West Europa wäre? Fügen Sie dann zu gleicher Zeit dies Ihrem Schreiben bei. Z.B. Broschüre gegen Kautsky? Die Holländische Partei (S.D.P.) hat jetzt durch Tat gezeigt wie sie vom internationalen Standpunkt ist. Sie Hat in den Kammer Resolution vorgestellt: ‘Die Regierung wird eingeladen mit allen Mitteln Lebensmittel aus Amerika kommen zu lassen’. Das kann nur wenn Holland Amerika Schiffe gibt. Also Unterstützung des amerik. Imperialismus, gegen Russland, Deutschland etc. Gegen die revol. Arbeiter Amerika's, Debs, Haywood, etc. Ich hatte im Voraus protestiert. Es hat nichts geholfen. Ich glaube, sehr viele verstehen noch nicht einmal was man mit diesem Stellen des Internationalen über das Nationale will. Sie denken sich noch gar nicht hinein!
Das Schlimme war auch noch dass die Kammerfraktion (4 Mann) das Mittel (die Schiffe u.s.w.) nicht nannte. Sie will nämlich die Verantwortung dafür nicht haben. Also Scham und Betrug zusammen.
Ich habe Ihren Staat und Revolution mit unendlicher Freude gelesen. Das wird eine grossartige Wirkung haben, auch in Holland. Bald hoffe ich Sie selbst zu sehen. Wenn möglich reise ich mit Schklomsky. Es hängt natürlich von den Deutschen ab. Ich hoffe dass ich meine Broschüre ‘die Weltrevolution’ mitbringen kann. Ich warte auf die Sendung aus Holland. Alles geht entsetzlich langsam. Mit herzlichsten Grüssen Ihr H. Gorter. | |
[pagina 843]
| |
Wachten op de brochure over de wereldrevolutie, wachten op een reis naar Rusland, wachten op het einde van de oorlog, wachten op de wereldrevolutie zelt. Er is in oktober 1918 véél gewacht, door miljoenen mensen: op eten, op vrede, op bericht van hun zoon, op nieuws. Maar niemand heeft als Gorter zo absoluut gewacht op het Absoluut Nieuwe. Toen hij er twee jaar later eindelijk in slaagde naar Moskou te gaan en met Lenin te spreken, had een lawine van gebeurtenissen inmiddels alle illusies van de vooroorlogse wereld weggevaagd, en alle illusies omtrent een nabije wereldrevolutie meteen. En terwijl het socialisme er Gorter toe aandreef nu de arbeidersraad te propageren als het enige middel voor de arbeiders om zich en de mensheid te bevrijden eens en voorgoed, dicteerde de muze hem in stilte het vers dat aandoet als het moedigste deel uit heel zijn werk: In nederlaag wil ik hun dichter zijn. - G. St. |
|