Nieuw Vlaams tijdschrift. Jaargang 16(1963)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 378] [p. 378] Grafgedicht voor Bérénice geboren 4 febr. 1941 obiit 10 jan. 1963 ‘Estne novis nuptis odio Venus?’ (Cat.) Des Januarius dezes jaars primipare eerstgeboren doode, in 't kraambed barend door de keizersnede Francesca Philippé, parend alzoo doodsstrijd aan barensnood; teer-trotsche haren werden eeuwen geleden als sterrenregen aan den trans geregen tusschen Maagd en Leeuw; al 't andere nu begraven in den sneeuw: Dit jaar was overmaagdelijk; bruidssneeuw viel neer, in sneeuwstormen groef men haar graf; sneeuwvlokken dekten, vlekten het wreede zwart; staren naar schaatsers stolde 't bloed in 't hart; de dooi bevroor; hagel, ijzel en rijp tooiden 't fraai winterland, blank glansden zerk en terp, 't sneeuwde weer meer, sluier en sprei werd de sneeuw, lijkwade en eeuwige balsemband. [pagina 379] [p. 379] Dat lichaam baadde ze iederen dag, marmeren vaas en waterfrisch; dagelijksch at zij van Hebe den hartelijken appel der huwelijksvruchtbaarheid; sliep uitgestrekt, zooals zij nu nog is. Bérénice, gelijk Egyptes Pharaone Bérénice, door 't eigen kind vermoord; gelijk de Palestijnsche Majesteit die de Romeinse Keizer minde méér dan Romeinschen, minder dan zijn Rijk; Gabrielle, (niet bij de jacht geveld wel door de kinderkramp), parelen in 't haar, d'Estrées maîtresse van Henri Quatre, Frankrijks vorst, op achttien jaar; en Eugénie de Montijo, een koele schoone Spaansche blonde zeer oud geworden: namen samen gespeld op 't laatste bitter baldakijn, de tombe. CHRISTINE D'HAEN Vorige Volgende