Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 12(1958-1959)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1314] [p. 1314] Mijn ouders Ik dacht dat ik ze nooit meer zou ontmoeten, Zij, verder van mij dan Andromeda. Maar plots speel ik met steentjes aan hun voeten, En vaders ring en moeders mond zijn na. Wij zitten met zijn drieën op 't terrasje Vlak boven een rivier vol avondrood; Ik drink iets koels door rietjes uit een glasje, En kruip als 't later wordt op vaders schoot. Zij dragen mij naar bed, en zingen liedjes. Het laken heeft een rand vergeetmijnietjes. Ik moet vol heimwee hen weer laten gaan. Waar zijn we? Alles lijkt al onbekender. Het laatste daglicht valt op een kalender. Negentienhonderd-veertien zie ik staan. THEUN DE VRIES Vorige Volgende