Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 12
(1958-1959)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 875]
| |
Verjaringsvers voor Anna-LiviaHaar woorden rozen zijn van Redouté
geschilderd op de lucht
met tong en tanden van fluweel, ivoor:
Kleuren voor het oor.
Genji - gelijk de glans van 't aangezicht,
Japansche rijstpapieren lamp,
of bloesems in de sneeuw en mist,
Fudji door zon gekust.
Diana in haar elpenbeenen krans
gesluierd en gehoornd,
geschoord door wolken en den zilvren boog
gelijkt haar ginder hoog.
En Venus even stralend op den trans
heeft met haar blanken pijl
die door den donkren nacht genaakt
haar glinsterend geraakt.
Terwijl in zon en zout het waschgoed ligt
gaat Nausicaä's bal
gezwind van kinderhand tot hand
op het Phaeaken strand.
Sarah van den Vondel zingt, en speelt
‘met bikkel en bonket’.
Nog klinkt, om 't kind dat spelende verdween,
het vaderlijk geween.
| |
[pagina 876]
| |
Met visschen, bruine bladeren, zwanen, hanen,
Sterren van Lurçat,
borduursel, broos papier en parels en pastel
speelt zij ook 't goddelijk spel.
Ik voed haar met den zuiveren morgendauw
met zuivel, zuidervrucht,
met groene en zwarte olijven en radijzen:
zij smaadt de boerscher spijzen.
Ik kam haar gouden haar, o Lorelei
van Rijnschen wijn en water,
als zij beneveld, vochtig rijst uit doom
van sluimerlichten droom.
IkebanaGa naar voetnoot* der bloemen en der droomen
verrijkt met versche pracht:
de zwarte vaas het nachtlijk bed
met chrysantheem bezet.
Nijdige Tijd, leg uw clepsydra stil,
uw vleugelen rusten laat,
uw zandglas en uw zeis; verander, Tijd,
uzelf tot eeuwigheid.
CHRISTINE D'HAEN
|
|