Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 11
(1957)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1028]
| |
2Deugd is deugd als ze gebruikt wordt.
| |
3Het genot is een nijverheid geworden. Daarom geeft de
nijverheid nog zo weinig genot.
| |
4Vrouwen schijnen rechtzinnig als ze liegen, ook als ze niet
liegen, het meest nog in het eerste geval.
| |
5Hij is in alle werelddelen thuis, maar verdwaalt in een
hart.
| |
6In de liefde is te veel niet genoeg.
| |
7De zesde vrouw van Blauwbaard ontsnapte aan de dood
doordat hij haar naakt had gevonden aan een heldere rivier.
In haar naaktheid was zij zo schoon, dat hij zich niets moest
| |
[pagina 1029]
| |
verbeelden om haar te beminnen. En zo beminde hij haar
zijn hele leven lang.
| |
8Als ik me niet vergis, valt de staart van de hagedis soms af
en groeit dan weer aan. Ik vergis me echter heel zeker niet,
wanneer ik hetzelfde zeg van de illusies.
| |
9Wat een passie schoon maakt is de decentie, wat de decen-
tie schoon maakt is het hart, wat het hart schoon maakt is de
passie. De kring is gesloten.
| |
10Men zal het geheim van de vrouw achterhalen de dag dat
men tussen instinct en rede het vermogen ontdekt, waarvan
wij het bestaan voelen.
| |
11Men wil ons het lijden doen aanvaarden omwille van een
god. Er is maar één god die geen voorschrift daarvoor nodig
heeft, voor wie de mens dus van nature het lijden aanvaardt,
ja begerenswaardig of toch bekoorlijk vindt: Eros, tenware
het een godin was: Venus.
| |
12Ge hebt gelijk, te twijfelen aan de liefde van een vrouw,
wanneer zij u te gemakkelijk vergeeft.
| |
13Een man kan er zeker van zijn dat hij een vrouw bemint,
wanneer hij haar in vijf minuten tijd op tien verschillende
wijzen mooi ziet zijn.
| |
14Men bemint zoals men spreekt, schrijft, handelt: volgens
zijn waarde. De liefde behoort immers tot de levensstijl.
| |
15Ik betreur het, dat ik die schurk aan de deur moest zetten,
| |
[pagina 1030]
| |
omdat ik bij hem bekoorlijke kwaliteiten vond, die ik nog
bij geen eerlijk mens gevonden had, - aldus sprak een
vrouw.
| |
16Wie zegt dat hij de vrouwen kent, bewijst daardoor dat hij
slechts één vrouw kent.
| |
17Penelope breidde kousen, Phruné benen.
| |
18Als er niet iets geweest was dat de oester erg hinderde,
zoudt gij die parel niet gevonden hebben.
| |
19Ik ken een dame op jaren, in wier huis zelfs de meubelen
zich niet naakt durven vertonen.
| |
20Het lijden treft de mens veel dieper dan het geluk, wellicht
is derhalve zijn drang naar geluk slechts een drang om aan
het lijden te ontkomen.
| |
21Door de zwakheid van de man voelt de vrouw haar sterkte.
| |
22Een vrouw is schoon wanneer ze naakt schoner is dan half
naakt.
| |
23Geloof is niet alleen een godsdienstige kwestie. Wie gelooft
in de natuurwetten is niet redelijker dan wie gelooft in gods-
dienstige dogma's. Zelfs niet hij die gelooft in de rede.
| |
24Hoeveel vrouwelijke deugdzaamheid ontstaat uit manne-
lijke onbehendigheid.
| |
25Een oogknip van een vrouw maakt u schuldbewust over
uw onschuld.
| |
[pagina 1031]
| |
26Het geluk heeft soms wat van een misdaad.
| |
27Sommige mensen geven de indruk, ontvangen te zijn met
een druppelteller.
| |
28Ge moet u soms bukken
om sterren te plukken.
| |
29Zelfs in de meest zinnelijke liefde is meer geest nodig dan
in welke andere levensaangelegenheid ook.
| |
30Het misverstand der versterving: men temt het vlees wel
eens beter met een versnapering dan met een zweep.
| |
31- Mijn woord! zo besloot een man zijn belofte aan zijn
vrouw, dat hij haar het twaalfde kind zou besparen.
Wat later zegde deze vrouw:
- Het woord is vlees geworden.
| |
32Een vrouw die volkomen open staat voor het verlangen van
de man, sluit zich in het orgasme: de man bestaat niet meer,
hij is zij. Dat een man zulks kan ervaren, bewijst, dat er voor
hem dan altijd nog twee wezens bestaan.
| |
33Wat zoudt gij zeggen van een rozelaar, die weigert te
bloeien omdat hij vreest, dat zijn bloemen de zinnen zouden
strelen?
| |
34Verwijt de vrouwen niet dat ze liegen, verwijt alleen de
mannen dat ze haar geloven.
| |
35Filosofie van een ongeluk: ik ben gelukkig, omdat mij ten-
minste dàt niet meer zal overkomen.
| |
[pagina 1032]
| |
36Vooraleer kwaad te vertellen over vrouwen zouden de
mannen er moeten aan denken, dat vrouwen geen kwaad
kunnen doen zonder de medeplichtigheid van mannen.
| |
37Een onafhankelijk criticus is een criticus, die van andere
personen afhangt dan de afhankelijke.
| |
38De vraag in elke zedenzaak: waar zijn de zeden?
| |
39In arme landen staat het huwelijk steviger dan in rijke,
een moralist noemt dat de immoraliteit van de weelde. In
rijke landen staat het huwelijk losser dan in arme, een
moralist noemt dat de bevrijding van stoffelijke beslomme-
ringen.
| |
40Wanneer een vrouw overtuigd is, dat gij hààr alleen
bemint, is er altijd een greintje teleurstelling in hààr liefde,
- omdat gij haar niet tegenover andere vrouwen kunt
stellen.
| |
41Volgens Socrates bemint de minnaar zijn minnares zoals
de wolf het lam. Het gif liet hem niet de tijd om ons te leren
hoe de minnares haar minnaar bemint.
| |
42De liefde ontneemt twee mensen aan de gemeenschap, die
hen dan ook niet meer beschermt.
| |
43Als het geluk van een vrouw werkelijk in haar deugd gele-
gen was, zou ze moeten verlangen lelijk te zijn, wat haar
immers buiten gevaar zou stellen. Meest alle lelijke vrouwen
echter doen al wat in hun macht is om er zo voordelig moge-
lijk uit te zien en wie heeft reeds een schone vrouw ontmoet
die tracht lelijk te zijn?
| |
[pagina 1033]
| |
44Wat zou de deugd van een man er triest uitzien als er geen
vrouwen waren en de deugd van een vrouw gaat er uitzien
als die van de geliefde man.
| |
45Reisherinnering: van zohaast ik de grens van Italië had
overschreden, slaakte ik een kreet van verrassing, toen ik zag
hoe goed het schiereiland op een laars geleek.
| |
46Jaloersen zijn gekwetsten die vragen om afgemaakt te
worden.
| |
47Het hart is slechts vol als het overloopt.
| |
48De dichter bezingt de rozen die bloeien aan de vrouw.
Slechts wanneer hij ze zag ontluiken zingt hij van de liefde.
| |
49Zeg mij wie ik ben, ik zal u zeggen wie gij zijt.
| |
50Wanneer echtgenoten uit het oog verliezen, dat genot
slechts geoorloofd is als het gedeeld wordt, is hun huwelijk
slechts wettelijke en ingezegende prostitutie.
| |
51Om vals geld te kunnen uitgeven moet ge meteen over
goed geld beschikken.
| |
52Het beste middel om in twist te geraken met een vrouw
is die twist te willen vermijden.
| |
53De vooruitgang van de beschaving heeft de leugen nood-
zakelijk gemaakt. Op dit ogenblik reeds is de samenleving
onmogelijk zonder de leugen. Wie altijd de waarheid zegt
zou men trouwens niet geloven.
| |
[pagina 1034]
| |
54Wat vindt gij van de blauwkousen? Dat hangt af van wat
er in zit.
| |
55Hoe indecent kan een vrouw, gekleed, haar schoonheid
verbergen en hoe decent kan een vrouw, naakt, haar schoon-
heid openbaren.
| |
56Zij wordt oud: ze kan zelfs niet meer verdragen dat een
uurwerk vóór loopt.
| |
57Mensen die geen doekjes om hun woorden winden zijn
te verkiezen boven hen die geen doekjes om hun gevoelens
winden.
| |
58Het beste, trouwens het enige voorbehoedmiddel tegen
de liefde is de liefde.
| |
59De weg naar het hart begint bij een vrouw aan het oor,
bij een man aan het oog.
| |
60Reizen volmaakt goede en doodt minderwaardige wijn.
Hetzelfde geldt voor de geest.
| |
61Een vrouw die een man heeft verleid door haar ‘ondeugd-
zaamheid’, kan hem een tweede maal verleiden door haar
‘deugdzaamheid’.
| |
62Men zegt, dat men het hart van de man bereikt langs zijn
maag. De mislukking van heel wat huwelijken is echter te
wijten aan het feit, dat veel meer zorg besteed werd aan het
gehemelte dan aan de hemel.
| |
63Geloof niet aan de liefde van een vrouw, die u zegt, dat
gij voorzichtig moet zijn, om niet haar nieuw kleed te
kreuken.
| |
[pagina 1035]
| |
64Men kan zich een ascetisme opleggen. In de liefde echter
is er gelukkig een ascetisme dat zich oplegt.
| |
65Het heet, dat deugd geluk meebrengt. Ik geloof eer, dat
geluk deugd meebrengt.
| |
66Wilt ge uw liefde in leven houden, tracht dan steeds meer
afstand te bewaren tussen de lichamen dan tussen de geesten.
| |
67Een geluk kan zo diep het evenwicht van een leven breken
dat het pijn doet.
| |
68Liefde kan evengoed aan volmaaktheid als aan onvolmaakt-
heid ten onder gaan.
| |
69Afkeer is iets als platonische haat.
| |
70Het lichaam van de vrouw is een slechte bewaarplaats voor
de fysieke pijn, maar het fysieke genot bewaart er beter dan
bij de man.
| |
71Een vrouw waagt meer aan haar geluk dan een man.
| |
72Liefde is een raadsel omdat ze zoveel andere raadsels oplost.
| |
73De vrouw kan slechts de gelijke worden van de man wan-
neer zij haar schoonheid verloochent en alles waardoor zij
de begeerte van de man opwekt. Zij zou dus afstand moeten
doen van meer dan zij kan verwerven en zou daarbij toch
verstoken blijven van wat mens noch natuur haar schenken
kan.
| |
74Een liefde die te lang platonisch blijft is als een te zwaar
voorgerecht: het neemt de appetijt weg.
| |
[pagina 1036]
| |
75Melancholie is het dilettantisme van het leed.
| |
76Wie slechts aan zichzelf denkt denkt aan niet veel.
| |
77Zou nog een onderscheid tussen zijn en niet zijn bestaan
als de liefde niet bestond?
| |
78Voltaire beweert, dat bijna geheel het menselijk leven over
probabiliteiten verloopt. Alleszins de liefde. Alleen gelden
hier de regels van de berekening niet.
| |
79Wie voor de ijdelheid van de vrouw wil pleiten kan bij
voorbeeld naar voren brengen, dat het haar liever is bemind
te worden dan te beminnen.
| |
80De mooiste verhalen zijn die, waarin het varken met de
lange snuit komt vóór het verhaal uit is.
| |
81Hebt gij reeds opgemerkt dat, hoe mooier een bloem is
hoe meer invloed de zon op haar heeft?
| |
82Is er geen geluk zonder voldaan verlangen, er is er ook
geen zonder onvoldaan verlangen.
| |
83In menig huwelijk is de liefde slechts het honoreren van
een wissel.
| |
84De schoonste dagen van de lente zijn die welke wij er zelf
aan toevoegen.
| |
85Overal moet men water in de wijn doen. In het roemrijke
Vlaanderen vooral veel wijwater.
| |
[pagina 1037]
| |
86Tertulliaan noemt de vrouw de deur van de hel. Dat zegt
mij, dat die deur voor hem altijd gesloten is gebleven. Maar
hoe kon hij dan weten wat er achter was?
| |
87Het geluk is het paard van de boer: hij zocht het en hij
zat er op.
| |
88Het is veel gemakkelijker een droom in realiteit om te
zetten dan een realiteit in droom.
| |
89Er is veel wat wij niet zien omdat wij ziende geboren
werden, - en veel wat wij niet horen omdat wij horende
geboren werden.
| |
90Het egoïsme van vele mensen is onschadelijk omdat ze
toch niets te geven hebben.
| |
91Het gras begint maar te geuren als het gemaaid is.
| |
92In het huwelijk is geluk niet onmogelijk wanneer geen
van beiden bemint, maar wel wanneer één van beiden
bemint.
| |
93Ook nog achter het azuur van de hemel is de aarde.
| |
94Ook van de rede heeft de psychologie iets aparts gemaakt.
Nochtans kan de mens redeneren met al wat hij bezit: ook
met het hart (zie Pascal) en zelfs met de zinnen. En wie
overtuigd is heeft gelijk.
| |
95Het is verbazend op hoeveel verschillende plaatsen het
hart van de mens kan zitten.
| |
[pagina 1038]
| |
96De deugd maakt de vrouw schoon, zegt men. Ik wil wel,
maar verklaar mij dan, waarom bij voorbeeld in Italië de
vrouwen in het lossere noorden schoner zijn dan in het
strengere zuiden. Vergelijk Milaan en Venetië met Napels.
| |
97Spijtig, dat de voorwerpen niet kunnen spreken waarmee
zij heeft geleefd: zij zouden mij zoveel meer kunnen ver-
tellen dan de mensen met wie zij heeft geleefd.
| |
98Catechismus. Het berouw is wat gemeen is aan de biecht
en het huwelijk. De tijd van het berouw echter maakt het
verschil uit.
| |
99De zorg, waarmee speciaal de ontgoochelingen in de
huwelijken verborgen worden gehouden, is een uitdrukking
van de gemeenschappelijke schaamte over de erbarmelijk-
heid van deze menselijke institutie.
| |
100Men roept méér zijn tijd in naarmate men minder zich-
zelf kan zijn.
JAN VERCAMMEN
|
|