Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 9(1955)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 138] [p. 138] De wereld op de tong 1 Je kunt het zeggen Als je de wereld op je tong legt Dan kun je alles zeggen Dan kun je zeggen: We willen liefde we willen eten We willen dromen Dan kun je alles dromen Dan kun je gevaarlijk dromen Van nacht en oorlog en handen Dan kun je zoet dromen Van rose en kussen en reizen Maar wat je zegt En wat je droomt Is voor mensen Gezegd en gedroomd Dit is niet gemakkelijk Dit is bijna al te humaan Dit kun je ook niet van de daken schreeuwen Want men zou schrikken Van zo'n zachte stem Men zou roepen en wijzen Ruzie maken en lachen En later weer naar huis gaan Om te dromen en te slapen Armen en benen voor zichzelve houden [pagina 139] [p. 139] Ik ben geen verachter Ik ben geen liefhebber Van al te veel mensen Maar ik heb geleerd het is noodzakelijk Om alles te aanvaarden De huizen de mensen Hun dieren hun stemmen Vervuld van waanzin en verstand En men kan beter met een vleugje liefde Accepteren Dan met een handvol haat In mijn dromen is de morgen Een reiger En de avond het verraad Ik slaap onrustig ik mag niet slapen Ik heb andere dingen te doen Ik moet mijn broeder redden Ik moet mijn broeder doden Ik moet daar met vrienden Lang over praten We zien elkaar aan En achter de ogen wordt de vriendschap herboren Als je de wereld op je tong legt Dan kun je alles zeggen Dan zijn je woorden Geen ballet van zwijgen meer Dan bestaat woord voor woord De taal uit lippen tanden tong Dan is de taal Een zee van verstaanbaarheid En de zee is voor iedereen Vrij [pagina 140] [p. 140] 2 Dit is een begin van liefde Het is alles of niets het is het moeilijkste Moeilijker dan de aarde zelf En zijn landschappen Gevormd door paardehoeven en rupsbanden Gevormd door arendsvleugels en bull-dozers Moeilijker dan de steden Die eervergeten zijn goddank Die stinken naar dood Dus geuren van leven Moeilijker dan de rivieren Die bevaren worden door wind en schepen Die de handel ontgint besmeurt en bevrucht Moeilijker dan de bergen Die op de kaarten op tabaksbladeren lijken Zo ruikt de deel naar hooi en melk Dit is het allermoeilijkste Aan liefde een begin te maken Het eerste woord te fluisteren Dat de wereld in vlam zet Zodat daar warmte is voor iedereen [pagina 141] [p. 141] 3 Ik zie de tere hals van de middag Warm van wereld van aarde en steen Ik voel de adem uit duizenden lippen komen Ik houd de eigen adem in en Morgen komt het circus Het circus en de kermis De kermis en de modeshow Er is een gouden goedkoopte in de middag De klok slaat en verwondt de lucht Die direct weer heelt Nieuw licht vervangt oud licht Licht hangt van de daken op straat De spiegelruiten van de warenhuizen Wekken de bomen tot leven Onzichtbaar rekken van takken Onhoorbaar rinkelen van blaadjes Groen zijn de reizigers die arriveren En ook die weggaan Dragen het groen tot in de trein mee Het groen van de stad die je bent Ik zou willen zeggen dit is je wereld De grond onder je voeten En de lucht boven de daken Dit is je wereld kijk er toch naar [pagina 142] [p. 142] Ik zou willen zeggen sluit nu je ogen En luister naar niets en open nu je ogen En kijk naar je wereld die nieuw is En sluit je ogen niet meer Want er is haat en liefde En daarin bewegen de mensen Daarin bewegen wij allen mannen en vrouwen En wat wil je nog meer? Wat wil je nu werkelijk nog meer? Je wensen zijn van de wereld Je dromen zijn van de mensen Je gedachten zijn de adem van de aarde Is dit je te lief? te zoet? Maar dat is alles in liefde Liefheid en zoetheid En ook haat en hardheid Dat is alles in de liefde Dat is in ieders mond die liefde tracht te zeggen Dat is in alle ogen die de ogen van de wereld zijn Dat is in elk lied van liefde voor de aarde [pagina 143] [p. 143] 4 We kunnen met twee woorden toe Duizend maal zal ik die woorden herhalen Liefde en wereld Wereld en liefde Dat vind je vervelend Dat vind je saai Maar dat zijn de woorden Waarmee je het moet doen waarmee je zult moeten leven Je kunt slechts leven Met liefde en wereld Taalschat van twee woorden Grammatica en zinsverband En leg die woorden op je tong En je kunt alles zeggen De boot die ski-loopt door het water Het vliegtuig dat de lucht aaneenlijmt De auto die de weg bemint De eilanden die bloeien en verwelken De muziek in de bomen en de wolken In de bolhoed van de burger In de staalhelm van de officier In de oren van de dichter Alles wordt muziek De tenen van de hangende dictator Bespelen de ogen van zijn verbrande geliefde De voeten van de vluchtende missionaris [pagina 144] [p. 144] Slaan de vruchtbare aarde tot klanken De laatste adem van de minister Is een fluitconcert in de avondlucht Dat alles wordt muziek De vrouwen en haar zuchten De mannen en hun kreunen Het bellen van de trams De stappen op de trap Als de avond zacht is En vol van geluiden Als de nacht zwaar is En donker de tijd op sterven Als de morgen aanbreekt Helder groen en rose Als de vleugels van Ver gekomen vogels Als de dag volloopt Van de wereld van de hemel De mensen hun gepraat en hun gedoe Alles is muziek Voor de tong die liefheeft Warm en vochtig Alles is muziek Voor de mens die zijn oren Wil geloven REMCO CAMPERT Vorige Volgende