Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 1(1946-1947)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 394] [p. 394] Aan mijn vrouw Gij zijt mijn angst en mijne weelde, de schaduw op mijn aangezicht gij zijt het vuur dat mij verteert en mij verlicht. Zal ik u danken om dit licht met woord en rijm op trage maat? zal ik u noemen: zon, gedicht of toeverlaat? Gij zijt de duur van mijn bestendigheid, de breede rust die in mij vaart gij zijt de trage loutringstijd die rijkdom gaart. Gij zijt mijn rust en onrust beide, verweer en spiegel van mijn angst gij zijt de dood, de lang verbeide, die mij omhangt. PAUL VAN KEYMEULEN. Vorige Volgende