Voorzichtig. Omzeil de verrukking, dat zinkt toch maar als reumatiek
het gebeente in. We heffen aanvankelijk de jurk tot op de heupen slechts.
De maan fonkelt maanlicht op je naakte dijen. ‘Een waarheid,’ fluister ik
‘herhaalt zich niet’ & ‘je trekt mij als het trekken van de maan.’ Stilte.
Het droge zand schelpt je nog omstandig haar nee maar de weerstand
in de scène is een kronkeling van eerdere acteurs, het ritmische breken
van de bruisende golfslag wil al dat springtij van ons, een hoogwit ruisen,
het kabaal, namelijk, van de stilte beukend op het witte, mensvreemde strand.
“De verbeelding zet zich door het vel heen aan het vlees.”
“Een verstrengeling van lichaam vindt plaats meestal 's nachts,
de verstilde klomp van het rozige hunkeren, het sensuele
verrimpelt delicaat het strakke dagkleed van de verwensing.”
Ik giet je huid & lippen in de kom met ontbijtgranen. Dat bed, dat daar
met de gele lakens, dat lees ik je in als de lopende code van ons verlangen.
Dirk Vekemans
‘De strandjurk oplichten’ zal met een zestal andere gedichten van Dirk Vekemans verschijnen in het eerstvolgende nummer van De Gids, dat eind augustus uitkomt.