gedicht jeugdliteratuur: 8 oktober 2004
Dankgebed van Sam
Heb dank, Heer, voor het ei, dat men in plakken snijdt
en voor de bami, die zo zacht je keel inglijdt
en voor de kroepoek, Heer: wij moeten de Chinezen
naast U, Heer, voor dat fijns geweldig dankbaar wezen.
Bij peren, sinaasappelsap, bij boontjes en ijsthee
benedicamus Domino, al ben ik nog geen twee.
Dank voor de dierentuin met leeuw en aap en beer
en met de tijger die langskomt en keer op keer
stilstaat, heel vlak bij mij en doet of hij moet braken
en ik begrijp dat wel: hij wil me aan 't lachen maken.
Voor deze tijger, Lieve Heer, met zijn enorme tong
benedicamus Domino, al ben ik nog heel jong.
Dank voor de olifant, die omsnoft met zijn snuit
en voor de fietspomp met een soortgelijk geluid.
Heb dank voor al wat piept en voor de papegaaien
en voor die molens, die ook als ze stilstaan, draaien.
Voor de twee triplex eenden, Heer, in glanzend wit en rood
benedicamus Domino, al ben ik nog niet groot.
Voor de auto die ik met mijn voeten voortbeweeg,
voor 't bord met letters dat ik van een oma kreeg,
voor vogels in de tuin, waar je zacht bij moet praten,
voor pappa, die vol vlijt een harde wind kan laten,
voor plassen in de straat, waar ik zo fijn in stampen kan,
benedicamus Domino, al ben ik nog geen man.
Voor Joosje, Lieve Heer, die is nog heel erg klein,
maar luister hoe ze boert: ze kan al geestig zijn.
Voor treinen, waar men in en waar men uit kan stappen,
voor oma's met hun liefde, voor opa's met hun grappen,
voor mamma, ook als die wel eens wat strenger over kwam,
benedicamus Domino. Dit is getekend:
‘Dankgebed van Sam’ zal eind oktober als een van zijn ‘nagelaten gedichten’ verschijnen in Willem Wilminks Verzamelde liedjes en gedichten bij Uitgeverij Bert Bakker.
|
|