De Nieuwe Gids. Jaargang 8(1893)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 294] [p. 294] Late Herfst. Door H.J. Boeken. Geel is het blad, geel zijn de lichte bladeren, Ver is de lucht, - 'k durf haast niet dat ik 't zeg - Niet blauw, niet wit, wèl licht, - het snelle raderen Van waagnen hoor 'k op blad-bestrooiden weg. Maar angstig is mijn hart, want in mijn aderen Voel 'k 't leven leven, wetend dat ik weg Eens moet, en dat ik mee-weg-dorrend leg Onder den grond, - weg, al die lichte bladeren. O blaadren die zoo schoon zijt in uw dunheid, Schoonst nu gij dun zijt, schooner dan de zomer, Al-licht, dóór-licht, gansch ín-schijn van de zon, Gij sterft, de zon blijft - durf ik zoo, ik droomer? Ik die niet weet dan licht-, dan fijn-, dan dun-heid, En dat ik loop in 't wondre licht der zon. (Scheveningsche weg.) Vorige Volgende