De Nieuwe Gids. Jaargang 1(1885-1886)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 478] [p. 478] Stemming. Door Frederik van Eeden. De wind waait hoog en kent de menschen niet! Hoog wil ik stijgen in den Noordewind, Boven 't gerucht van stemmen - boven 't licht Der volle straten en den druk der menschen. Ik wil ééns vrij zijn, ééns oneindig vrij - Dat er gecn liefde en lachen voor mij is, Geen zachtheid en geen weemoed en geen lust. 'k Wil eenzaam stijgen met den Noordewind, Die in den killen nacht gestadig waait, Groot en onwetend. Stijgend zal ik neerzien, Met kouden blik en onbewogen mond, Op wat voor eeuwig wegzinkt onder mij. En als de passies, die 'k heb liefgehad, Zich aan mijn kleed'ren hechten en 't gezicht Met schreien heffen en mij angstig vragen Hen niet alleen te laten in den nacht.... Dan zal ik zwijgend hun gekromde handen Losmaken van mijn kleed, - en als zij vallen, Zal ik niet sidd'ren bij den doffen slag; Maar zingend rijzen in den kouden nacht! - Vorige Volgende