De Nieuwe Gids. Jaargang 25(1910)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 126] [p. 126] Sering, brem, regen. Waar dit de leste tooi, dien Mei zich koor? Kon haar die bleeke kleur het best bevallen, Dat flauwe blauw, zooals, na 't schettrend schallen Van alle tonen in 't gemengde koor, Zoo schoon een zang zich in één toon verloor, Waar als in vree al strijd kwam weg te vallen? Of dacht zij: de sering mocht 't minst misvallen Als rouwdracht om al 't schoon, dat ging te loor? Alleen de brem staat nog in gelen gloed, Dat, wie haar flikk'ren ziet aan 't eind der lanen, En waar' hij wat verdwaald, hij mocht haar wanen Een wacht-vuur van een roovren-troep verwoed. Maar wie daar ziet de blauwe en gouden regen Denkt: 't is Mei's wee, in tranen neergezegen. HEIN BOEKEN. 30 Mei 1910. Vorige Volgende