Phantasia door Hein Boeken.
Phantasia, gij machtigste godin, Verschijning,
Zijn het uw vinger-tippen, die, wanneer de zon,
Als al-dag, heden weer het duister overwon,
De wolken kleurden, rozig, levensvolle omlijning
Aanbrachten, waar des nachts was van al vormen kwijning;
Door wie ook heden weer licht-spiegeling begon
Dat weder oog in oog en ziel zich spieglen kon;
Gij die op golven treedt en landen, vlakten, deining?
Gij, als wij liggen ver in nacht en ledige eenzaamheid,
Verschijnt, vertoont nabij wat ver leek en verdwenen,
Gij geeft aan ziel en zin met zin en ziel gemeenzaamheid,
Vervult, bevolkt al ruimt', stort al gaaf om u henen,
Geen andre tooverij noch heerschappij begeer ik
Dan de uwe, op uwe gaaf, op uw belofte teer ik.
2 Dec. 1909.
Het is wellicht niet overbodig te zeggen dat hier niet sprake is van de subjectieve Verbeelding, maar van de objectieve Verschijning, dus inderdaad van de zelfde godheid, van welke de dichter van Genesis zegt ‘God sprak: er zij licht’.