de werkelijkheid, die groeit, zijn zoo langzaam-aan veranderd van inzicht, en hebben de oogen hunner ziel geopend voor het schoone, dat hen eerst wel ontsteld had door de verblindende waarheid zijner pracht.
Jacques Perk is nu erkend als te zijn de dichter, die de natuur betrapte op haar treden, die het heerlijk-rijke leven, dat zij vol-op voor zijn blikken ontblootte, zag in schoonheid, en 't in schoonheid ook zei. Jacques Perk is de dichter, die voor 't eerst haar heeft aanschouwd, zooals zij zich vertoont in haar gansche volheid, de wondere natuur, in haar duizendvoudig levende gedaante, en hij heeft haar toen gebeeld, zooals zij zich - o, hij was een toovenaar! - liet vangen in zijn koninklijk-hooge kunst.
En zooals het van-zelf opgekomen genie Jacques Perk het machtig-intieme leven der natuur, zoowel als het echte, natuurlijke gevoel met meesterlijken aanslag binnengevoerd heeft in onze nationale letterkunde, zoo heeft nu ook zijn broeder-naar-den-geest, de Vlaming Stijn Streuvels, dat op zijne eigene wijze, want nog wat breeder, ruim-menschlijker en forscher, weten te doen voor onze jongere zuster, de Belgische, of liever: de Zuid-Nederlandsche kunst.
* * *
Want wanneer wij met één woord moesten bepalen, wat de bekorende kracht is van Stijn Streuvels, waardoor hij ons aantrekt en vasthoudt op eens, - dan zouden wij zeggen met diepe overtuiging: bijna geen ander nederlandsch schrijver staat zoo direct-weg aangesloten bij het in-waarheid-werkelijk zijnde, zóó, zonder tusschenwand van ikheid of reflectie, in echt, onmiddellijk contact met de natuur. Wat hij ziet, ziet hij scherp en klaar en zuiver, ziet hij groot en toch weelderig-fijntjes, en voelt er niets anders bij, als wat de dingen, die hij ziet, hem te voelen geven, zooals zij op-zich-zelve en uit-zich-zelve inderdaad zijn.
Reflectie en wijsheid, die, o, zoo vaak! zoo dom is van conventie, komen niet bij het zien in hem op; neen, hij proeft