Nephtunis Zee-wagen
(1671)–Anoniem Nephtunis Zee-wagen– AuteursrechtvrijStem: 'k Heb menig Pint en Kan.
WEch Bacchi met u nat, 'k jaegh u uyt mijnen sin,
En wil u gaen begeven:
Ik kies nu voor u vat, een soeten Afgoddin
Om weeligh mee te leven,
Want, my de Minne-Godt,
Het hert soo heeft door-wondt;
Kust ghy vry Glas of Pot,
Ick kus mijn Liefkens mont, Ik kus &c.
Hoe aenghenaem is min, als min met wedermin
Beloont wort vol genuchten:
Maer ghy steelt hert en sin,
En brenght de mensch maer in
Veel quellingh leedt en suchten;
De Min is soetigheyt,
En alle Ziels vermaeck:
Maer Bacchus sottigheydt
Is dat ick nu gansch laeck, Is dat, &c.
Als ghy met Pint of Kan, gedurigh sit in d'hant
Ben ick by mijn beminden
En blus mijn lusten dan,
Met alle vreugden, want
By u is maer te vinden
Veel hertzweer en verdriet,
En kort u leven oock
Soo als men daeghlijcks siet
Door Toebacx vuylen roock, Door &c.
| |
[pagina 7]
| |
Als ghy loopt vol en zat, des nachts over de straet,
Legh ick in mijn Liefs ermen,
't Dunckt my meer vreughden, dat
Ick tot mijn zieltjens baet
Mijn Lief eens gae verwermen,
Als soo van Bacchi Wijn
Te drincken dagh en nacht:
Het drincken is een pijn,
En bacchi ick veracht, En bacchi, &c.
Komt, komt Venus kint, ick neem u nu weer aen
'k Wil bacchi gaen verlaten,
Al heb ick hem bemint,
Nu ick de min verstaen,
Soo wil ick hem weer haten,
En leven met een Vrouw,
En troostes in den noot,
Gebonden door de Trouw,
Tot dat ick sterf de doot, Tot dat ick, &c.
|
|