Neerlandica extra Muros. Jaargang 1988

[p. 104]

Diversen

Het Seminarium voor Nederlandse Taal en Cultuur te Amsterdam

In Neerlandica extra Muros nr. 47, najaar 1986, heb ik het gehad over het vijfde Seminarium voor Nederlandse Taal en Cultuur. Bij die gelegenheid heb ik het Seminarium aangeduid als ‘een zomercursus voor ver gevorderde buitenlandse nederlandisten’. Een zomercursus van een kleine twee weken, wel te verstaan, en dan een die in september wordt gehouden. In 1989 wordt het Seminarium voor de 9e keer georganiseerd, in Amsterdam als steeds, en het begint 11 september. Het zij hier nog eens onder de aandacht gebracht van de lezers van dit blad, want het zou wel erg jammer zijn als er docenten Nederlands in het buitenland zouden zijn die niet weten van deze door het Nederlandse Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen in samenwerking met de Nederlandse Taalunie geboden mogelijkheid om hun kennis van het hedendaagse Nederland - zijn taal, cultuur en samenleving - op te frissen. Want daar gaat het om: het Amsterdam van nu kan tijdens de twee weken van het seminarium worden beleefd door bezoeken aan theater, bioscoop en Concertgebouw, maar ook tijdens georganiseerde of individuele wandelingen, tijdens excursies naar het Amsterdams Historisch Museum, naar het Koninklijk Paleis of naar de andere musea die men naar eigen keuze weer eens bezoekt. Ik begin met dit aspect van het verblijf in de hoofdstad, omdat het voor een belangrijk deel niet in het programma wordt vermeld (van te voren kan men niet weten wat er in die september-weken aan cultuur voorhanden zal zijn), terwijl de deelnemers aan het Seminarium in verklaringen achteraf juist hun waardering benadrukken voor dat hervonden contact met het Amsterdamse culturele leven.

In het Internationaal Centrum van het Koninklijk Instituut voor de Tropen worden de deelnemers (maximaal 20) gehuisvest, twee per kamer. Daar vinden ook de voordrachten plaats, over de hedendaagse politiek, ethnische minderheden, geestelijke stromingen, moderne poëzie, enzovoort, alles gevolgd door discussies. En ook intensieve taallessen, gegeven door drs. P. de Kleijn, wiens kwaliteiten aan iedere extramurale neerlandicus zo langzamerhand wel bekend zijn. Er zijn excursies, naar Den Haag, naar Haarlem. En er is 's avonds op het Secretariaat gelegenheid om op videoband de ontwikkelingen van de Nederlandse film te bekijken; dit kan alleen of gezamenlijk worden gedaan. Elk jaar interessant.

En elk jaar is de Koningin ook zo vriendelijk om de troonrede op een dinsdagmiddag tijdens het Seminarium uit te spreken, zodat die gebeurtenis op de televisie kan worden gevolgd. Kortom, je moet eigenlijk wel een beetje gek zijn als je als hooggekwalificeerd buitenlands neerlandist niet aan het Seminarium voor Nederlandse Taal en Cultuur zou willen deelnemen. Dat wou ik maar even zeggen. Als hooggekwalificeerd kan eenieder zich beschouwen die ergens buiten Nederland en Vlaanderen Nederlands doceert, op tertiair of secundair niveau. Ook studenten behoren tot het geïnteresseerde publiek voor zo verre van hen kan worden gezegd dat zij

[p. 105]

aan de Zomercursus voor Nederlandse Taal en Cultuur in Breukelen niet veel meer te leren hebben. Voor hen is dit een ‘vervolgcursus’, zoals ik najaar 1986 al schreef.

Belangstelling? Schrijf aan Afdeling Kabinet en Congressen van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer (tel. [phone]). Voor alle duidelijkheid: het Ministerie betaalt het verblijf en de evenementen van het programma, maar niet de heen- en terugreis.

A.J.A. van Zoest, cursusleider

De Stichting Constanter heeft een LP uitgegeven ‘Liedjes uit het Antwerps Liedboek en het Gruuthuse Manuscript’ gezongen en gespeeld door Studio Laren onder leiding van Marije Ferguson. Uit het Antwerps Liedboek (volksliederen uit de 15e en 16e eeuw) zijn onder meer opgenomen: ‘In oostland wil ic varen’, ‘Het daghet inden oosten’ en ‘Het viel eens hemels douwe’; uit het Gruuthuse Manuscript (kunstliederen uit de 14e eeuw) onder meer: ‘Egidius’, ‘Aloeete’ en ‘Wij willen van den kerels zingen’.

Reeds eerder bracht de Stichting Constanter een LP met literatuur en muziek uit de Gouden Eeuw, met werk van Hooft, Bredero, Vondel, Huygens, Starter en Valerius (onder meer ‘Op de dood van Sterre’, ‘Ogen vol majesteit’, ‘Klare, wat heeft er uw hartje verlept?’ en de melodie van het ‘Wilhelmus’).

U kunt deze platen bestellen door storting van Bf 450 of f 30, - per LP, verzendkosten inbegrepen, op rekeningnummer 061-5010060-87 van Constanter, p/a J. Uyttendaele, Ringstraat 26, B-9150 Dendermonde.

(MK)