Bedreiging voor de Nederlandse taal als taal van wetenschap
De bijdrage in deze rubriek van Beyersbergen van Henegouwen (Neerlandia 2007, nr. 4, p. 28-29) gaf op een overtuigende wijze aan dat dit een desastreuze ontwikkeling is. De verengelsing in met name het universitaire onderwijs tast de positie van de Nederlandse taal als taal van wetenschap ernstig aan. Beyersbergen van Henegouwen betoogde dat ‘Nederland een tweederangsmogendheid zou worden als we onze wetenschap zouden gaan bedrijven in een andere taal dan die waarin wij hebben leren fantaseren en creëren’.
Een taal is pas een volwaardige taal, in de letterlijke betekenis van het woord volwaardig, als deze ook een belangrijke rol speelt in het domein van de wetenschap.
De wetenschap dient daarom te worden bedreven in de Nederlandse taal, het moet daarin kunnen worden geformuleerd, de theorie moet in het Nederlands kunnen worden gesteld en worden uitgelegd. Onderzoeksresultaten moeten met trots door de wetenschappelijke onderwijsinstellingen worden gepresenteerd in de Nederlandse taal, niet in Engelstalige artikelen in buitenlandse tijdschriften of in proefschriften die in het Engels zijn geschreven en zijn uitgevoerd door Nederlandse wetenschappers op Nederlandse universiteiten en onderzoeksinstellingen. Daar kan niet genoeg belastinggeld naartoe! Dat is een goede besteding ten voordele van de Nederlandse wetenschap.
De Nederlandse samenleving heeft niets aan Engelstalig onderwijs. Wel aan beter Nederlandstalig onderwijs. Daar zouden de vrijkomende middelen aan kunnen worden besteed: het vak van leraar aantrekkelijker te maken door een beter salaris. Leraren Engels, Duits en Frans zullen dan weer enthousiast les gaan geven in het middelbaar onderwijs. Dat is altijd voor verbetering vatbaar. En een mooi doel voor het belastinggeld dat de bevolking opbrengt.