Dick Wortels Column
Niet grappig
Het vak van cabaretiers is een belangrijk metier. Dat zeggen ze zelf, en dat is ook zo. Kunstenaars, en daarbij de cabaretiers inbegrepen, hebben tot taak om de samenleving te kritiseren. Ik heb het hier over cabaretiers, niet over flauwe grappenmakers. Moppen vertellen kan iedereen, op bruiloften en partijen kom je die moppentappers vaak tegen. Nee, cabaretiers, die maken ook grappen, maar met een ernstige ondertoon, bestaande uit vermaningen en waarschuwingen. Cabaretiers zijn als kunstenaars de toetssteen van de democratie in ons land, net als columnisten. Zij zijn de seinpalen langs de spoorweg, de verkeersborden langs de maatschappelijke en politieke wegen. Zij tonen aan of het recht op vrije meningsuiting nog onverkort geldt. Zij maken de verschrompeling van de tolerantie en - hoe zei de koningin dat ook al weer? het ‘eroderen van’ onze primaire waarden, als de vrijheid van het woord zichtbaar.
Met vlijmscherpe analyses ontleden cabaretiers allerlei politieke en sociale ontwikkelingen in de samenleving. Ze weten als vakman of vakvrouw hoe je dat moet doen. Met het een beetje aanzetten, het ietsje overdrijven van een beleid maken zij de contouren daarvan scherper en duidelijker. Dat overdrijving dikwijls ook op de lachspieren werkt, is voor hen meegenomen.
Ik had daarom ook grote verwachtingen van de cabaretiers die pakweg tussen kerst en nieuwjaar op de tv verschijnen. De cabaretiers van 2007 vond ik allemaal tegenvallen, Lebbis uitgezonderd, Van 't Hek vond ik ronduit slecht. Van der Wal heb ik met sympathie bekeken, maar hij was niet echt scherp.
Heel even, in een stoutmoedige droom, zag ik mijzelf op een podium. Het publiek hing aan mijn lippen. Ik maakte messcherpe grappen over de islam, over de heer W. met zijn ‘beweging’, over mevrouw V. met haar TON en over de heer K. van de VVD, allemaal tegen de buitenlanders. Over de totale overwinning van de antirooklobby, die het roken in de horeca wil verbieden, zodat de terrassen, waar het roken nog wel mag - sorry, maasje in de wet - met dure en energieverslindende straalkachels worden verwarmd. Met mijn geslaagde grap over de docenten in het basisonderwijs die zelf niet kunnen rekenen en spellen, vermaakte mijn publiek zich opperbest.
Dat kan allemaal niet meer, besefte ik wakker wordend, op straffe van hatemail, doodsbedreigingen of een gerechtelijke procedure van een of andere gekwetste persoon. Geen cabaretier die aan dit soort onderwerpen zijn vingers wil branden.
Het stilzwijgen van onze politieke cabaretiers is geen goed signaal voor de democratie. In landen zonder vrijheid van meningsuiting is er immers geen politiek cabaret, hooguit zijn er flauwe grappenmakers, met grapjes waar ook de politieke en religieuze leiders om kunnen lachen. Grapjes waar ze niet om kunnen lachen, worden niet gemaakt. En toch wordt er ook over hen gelachen. Want cabaretiers zullen er altijd zijn. Al is het maar in het geheim in donkere kelders, onvindbaar voor handlangers van de leiders. Ongetwijfeld zullen dit soort kelders ook in onze grote steden gaan ontstaan. Dan maar hopen dat daar gerookt mag worden.