ANV-Nieuws
Studiedag ANV-Antwerpen over Belgisch-Nederlands Grensoverleg (BENEGO)
Is samenwerken dan echt zo moeilijk?
Paul Verbraeken
KALMTHOUT - Ministers van Noord en Zuid reizen heel de wereld rond om samenwerking te preken; veel dichter bij huis blijkt samenwerking tussen gemeenten en provincies langs de Vlaams-Nederlandse grens soms een stuk moeilijker. Al 30 jaar ijvert de publiekrechtelijke vereniging BENEGO voor samenwerkingsverbanden tussen gemeenten in Noord-Brabant en Antwerpen. Een druk bezochte studiedag van de afdeling ANV-Antwerpen toonde aan dat de goede wil er veelal (?) wel is. Maar tussen droom en daad staan vaak wetten in de weg en praktische bezwaren.
Een fraaie herfstdag, die 12de oktober. Voorzitter Herman Suykerbuyk verwelkomde in zaal 't Centrum, recht tegenover het stationnetje van Kalmthout-Heide, meer dan 50 ANV-leden voor een studiedag over ‘de betekenis van BENEGO (Belgisch-Nederlands Grensoverleg) voor een betere samenwerking tussen Vlamingen en Nederlanders’. Hij herinnerde eraan hoe BENEGO reeds in 1967 werd opgericht om daar waar grenzen het leven bemoeilijken, via overleg de problemen aan te pakken. Terloops ‘verwonderde’ hij zich erover dat Nederland met als smoes de verkiezingen van 22 november geen tijd meer vond om de Scheldeverdragen met Vlaanderen te ratificeren.
Vervolgens schetste de pas herkozen burgemeester Lucas Jacobs van Kalmthout, tevens voorzitter van BENEGO, waar zijn vereniging nu precies voor staat. Als grensoverschrijdend samenwerkingsverband groepeert BENEGO 26 Noord-Brabantse en Antwerpse gemeenten om bestuurlijke pijnpunten en belemmeringen weg te werken. Het vertegenwoordigt 700.000 Nederlanders en 675.000 Vlamingen. De kleine staf (3 leden) en de werking worden gefinancierd door de betrokken gemeenten naar rato van hun inwonersaantal, plus subsidiëringen.
Daar wringt al meteen de schoen. Heel wat gemeenten én de provincie Noord-Brabant stellen openlijk vragen bij het nut van BENEGO. Moeten we dus de stekker eruit trekken (en knus terugvallen op onszelf) of kan grensoverschrijdend overleg toch een meerwaarde bieden door het takenpakket te actualiseren, vroeg Jacobs zich af.
Tot dusver streefde BENEGO vooral naar coördinatie op het vlak van politiesamenwerking, rampenaanpak en ambulance-inzet. Maar eenvoudig gaat dat niet. Op politievlak is er bijvoorbeeld een wanverhouding tussen de politiezones in Nederland en Vlaanderen. En er zijn de juridische en culturele verschillen die iedereen kent, zoals het gedoogbeleid inzake drugs aan Nederlandse kant en de Vlaamse laksheid tegenover vuurwerk-‘ondernemers’. De gezamenlijke rampenbestrijding is door te weinig oefening veelal onbestaande. Inzake ambulancebijstand citeerde de burgemeester één veelzeggend pijnpunt: Vlaamse ambulances die loeiend naar Nederland ijlen, worden er om de haverklap geflitst en moeten de boetes betalen.
Ook BENEGO-secretaris Jan Deckers citeerde uit de soms ontnuchterende praktijk. Zo kenden de pogingen om een grensoverschrijdend openbaar vervoer uit te bouwen een voortijdig einde. (Tussen Frankrijk en Wallonië lijkt dat wel te lukken.) In de toekomst wordt een belangrijk grensoverschrijdend thema de ouderenzorg voor de ouder wordende ‘Nederbelgen’.
Op het vlak van milieu signaleerde Deckers een merkwaardig natuurfenomeen. Sinds de Nederlandse luchtmacht haar straaljagers begon te testen op de basis van Woensdrecht, regende het klachten. Onder de storm van protest zegde de Nederlandse overheid toe om in een ruime straal rondom aan alle inwoners een driedubbele beglazing te betalen. De cirkel blijkt hier echter niet rond of houdt de grens geluidsgolven tegen? Een feit is dat er geen subsidie is voor Vlamingen (en Nederbelgen) die binnen die straal in Vlaanderen wonen ...