Neerlandia. Jaargang 103
(1999)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |||||||||||||||||||||||
Algemene VergaderingOp zaterdag 5 juni vond te Roosendaal de jaarlijkse algemene vergadering van het ANV plaats. Hiervoor waren, zoals statutair bepaald, alle afdelingen uitgenodigd. Daarvan was het merendeel aanwezig of vertegenwoordigd. Ook de voorzitters van de ANV-werkgroepen waren uitgenodigd. Tevens waren verschillende ‘gewone leden’, die meer over het reilen en zeilen van hun vereniging wilden vernemen, aanwezig. De vergadering stond onder de leiding van algemeen voorzitter mevrouw drs. J.L.M. Baartmans-van den Boogaart. De notulen van de algemene vergadering van 16 mei 1998 werden - met enkele kleine aanpassingen - goedgekeurd. Vervolgens werden de ingekomen stukken, drie brieven van de heer ir. P.M. Vrijlandt, behandeld. Algemeen secretaris, mevrouw drs. H. Meulemans-Seelen, vond zijn andere voorstel ook zinnig: om na te gaan of de politieke partijen de nodige aandacht besteden aan het werkterrein van het ANV, zoals dat uit de inhoud van hun verkiezingsprogramma's naar voren is gekomen. Hierna een puntsgewijs overzicht van de zaken die tijdens de vergadering aan de orde kwamen.
De bestuursverkiezing verliep conform het voorstel van het bestuur. Met applaus werden de bestuurleden H. De Baets, M. van der Hoog, P.H. Jongbloet en C.J. Rijnvos herkozen. MI.(RN) | |||||||||||||||||||||||
ActiviteitenplanHet hoofdbestuur zal in zijn vergadering van 18 september het Activiteitenplan 2000 vaststellen. Dat moet vóór 1 oktober ingediend worden bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen om aan de subsidie-voorwaarden te voldoen. Belangstellende leden kunnen het Activiteitenplan 2000 bij één van de kantoren opvragen. Neerlandia 1999/4 zal er eveneens aandacht aan besteden. Het bestuur werkt ook aan een subsidie-aanvraag voor de periode 2000 tot en met 2004. Deze moet vóór 15 december 1999 bij het ministerie ingediend worden (GL). | |||||||||||||||||||||||
ANV-Visser-NeerlandiaprijzenHet hoofdbestuur van het ANV heeft volgende ANV-Visser-Neerlandiaprijzen toegekend. Aan het Museum voor Hedendaagse Kunst te Antwerpen (MUHKA) een culturele prijs voor de voortdurende inzet van het MUHKA ten aanzien van de culturele integratie | |||||||||||||||||||||||
[pagina 33]
| |||||||||||||||||||||||
van Vlaanderen en Nederland. Het museum besteedt veel aandacht aan de promotie van Nederlandse kunst. Aan Piet Blomme uit Gent een prijs voor zijn buitengewone inzet voor het gebruik van het Nederlands in de Belgische rechtspraktijk, zowel in de gesproken taal als in het geschreven woord. Aan Joke van den Brandt uit Ekeren, voorzitter van de vereniging Kalligrafia, een culturele prijs voor haar pionierswerk, verricht op het terrein van de kalligrafie. Kalligrafia werd opgericht in 1987 en zonder enige subsidie uitgebouwd tot een culturele vereniging met een gewaardeerd tijdschrift. Het ANV heeft ook waardering voor de aandacht in dat tijdschrift voor algemeen Nederlandse zaken. Aan Frans Debrabandere een prijs voor zijn levenslange inzet voor de verdediging en verspreiding van het Algemeen Nederlands. Aan de initiatiefgroep van de Frans-Vlaamse veertiendaagse te Nieuwpoort een culturele prijs voor de volhouders die al 25 jaar dit evenement organiseren. Het ANV ondersteunt tevens het grensoverschrijdend karakter van het evenement. Aan de Nederlandse componist Robert Heppener en de Vlaamse componist Lucien Goethals een muziekprijs voor de kwaliteit van hun oeuvre en hun inzet voor de hedendaagse muziek. Beide componisten hebben in hun muziek steeds een eigen lijn gevolgd, zonder uit te zijn op eigen succes. Aan de medewerkers van het televisieprogramma Tien voor Taal een mediaprijs voor de amusante wijze waarop het publiek wordt geïnformeerd over correct taalgebruik en waarbij de eenheid van taal breed onder de aandacht wordt gebracht. Aan Martine Tanghe, presentatrice van het nieuws op de Vlaamse Radio en Televisie (VRT) een mediaprijs voor haar hele loopbaan die in het teken staat van de promotie van het Nederlands. (RN) | |||||||||||||||||||||||
Redactioneel nieuwsOnlangs verliet Mariken Oelen het ANV. Ze had een lange staat van dienst bij het ANC. Bij de fusie ANC-ANV werd ze eindredacteur van Neerlandia. Ze deed dat met groot enthousiasme en volle inzet van haar journalistiek talent. Mariken droeg in belangrijke mate bij tot de verdere uitbouw van Neerlandia als volwaardig magazine, waarmee in 1994 gestart werd. De redactie dankt haar en wenst haar het allerbeste toe. Haar taak als eindredacteur wordt tijdelijk overgenomen door Ingrid Jonker uit Amsterdam. We zijn blij met haar professionele medewerking. Twee journalisten komen de redactie versterken: Hugo Meert en Gerhard te Winkel. Meert was meer dan twintig jaar journalist bij Het Laatste Nieuws. Hij doceert nu Dramaturgie aan de Katholieke Hogeschool Limburg en Toneelgeschiedenis en Scenario aan de Erasmus Hogeschool Brussel. Meert is voorzitter van de Visser-Neerlandia Dramaprijs; hij woont in Steenokkerzeel. Te Winkel studeerde geschiedenis. Hij is dichter, publicist en journalist. In die laatste functie is hij verbonden aan de Barneveldse Krant. Hij woont in Leusden (GL). | |||||||||||||||||||||||
Bijzondere leerstoelPer 1 februari 2000 vestigt de Stichting ANV-Tijmen Knechtfonds aan de universiteit Leiden een bijzondere leerstoel: De Nederlandse cultuur in de wereld. De procedure om te komen tot de benoeming van een bijzonder hoogleraar wordt binnenkort gestart. Hierover later meer (GL). | |||||||||||||||||||||||
CultuurverkenningOp 21 juni jongstleden hield de ANV-afdeling Noord-Brabant een ‘mini-symposium’ onder de titel Leven en werken van Vlamingen in Nederland en Nederlanders in Vlaanderen: een maatschappij- en cultuurverkenning. Dit symposium vond plaats in de historische Oude Raadszaal van het stadhuis van 's-Hertogenbosch. Loco-burgemeester M.J. van Grunsven heette de aanwezigen welkom. Hij noemde de idee van samenwerking Noord-Zuid in een tijd van ‘globalisering’ zowel ‘evident als achterhaald’. Hij verwees ook naar de banden van Den Bosch met ‘zusterstad’ Leuven.
Jos Aelvoet, de attaché van de Vlaamse Gemeenschap
De voorzitter van de afdeling, prof. dr. A. van der Geld, sprak eerst. Cultuur en samenleving vormen een onverbrekelijke eenheid. Cultuur kan de wijze zijn waarop men leeft, eet, zich kleedt enzovoort. Er is de cultuur van de groepering: het gezin, de regio... De geschiedschrijving van de cultuur betekent doordringen in de levensstijl van de samenleving. De Nederlanders en de Vlamingen vormen een paar apart. Ondanks de nauwe banden blijken er duidelijke verschillen te zijn. Ook voor de splitsing waren er al verschillen, door de geografische ligging bijvoorbeeld. Het Zuiden was Romaans gericht, het Noorden Germaans. Cultuur is een dynamisch gegeven, maar men laat zijn eigen cultuur niet gauw los. Ook Van der Geld had het summier over de concepten van cultuuronderzoeker Geert Hofstede, die prof. J. Soeters eerder op een academische zitting van de afdeling der beide Limburgen toelichtte (Neerlandia 1998/5). Jos Aelvoet, de attaché van de Vlaamse Gemeenschap, begon met een citaat van Jozef Deleu: ‘21 miljoen Nederlandssprekenden zijn niet weg te cijferen. Zij vormen een bont gekleurde, gulzig levende en soms onstuimige bevol- | |||||||||||||||||||||||
[pagina 34]
| |||||||||||||||||||||||
kingsgroep. Een mozaïek van mensen, verschillend in temperament, toonaard en stijl, dat zelf een stuk is in het Europese mozaïek van volkeren en culturen.’ Aelvoet vertelde hoe hij als jongen op school in Den Haag ‘een beetje anders’ was, want Vlaming. Dat kwam het beste tot uiting bij voetbalwedstrijden België-Nederland. Toen hij later in Antwerpen rechten ging studeren, bleek hij juist weer ‘Hollander’. De openheid bleek er niet groot. De attaché noemde het wijzen op de verschillen een belangrijk onderdeel van zijn taak. Die situeren zich op cultureel, politiek en vooral op economisch vlak. Immers, economisch zijn we vaak concurrenten. Denk maar aan de havens van Antwerpen en Rotterdam. Hij zei er meteen bij dat die verschillen niet overdreven moeten worden: ‘want we hebben ook veel gemeen’. Naar schatting zouden er zo'n 50.000 Vlamingen in Nederland werken. ‘Je komt ze overal tegen,’ aldus Aelvoet, ‘aan de universiteiten, in het zakenleven - vaak in topfuncties, in de culturele wereld enzovoort.’ Hij verwees naar de ‘Vlaamse Golf’, naar het Holland Festival, naar de wereld van de musea. Hij prees de grote openheid van Nederland. Als een Vlaming een of andere topfunctie verwerft, zul je in de kranten de vermelding ‘Belg’ of ‘Vlaming’ niet vinden. Wanneer een Nederlander bijvoorbeeld in Scherpenheuvel museumdirecteur zou worden, zou je in Vlaamse kranten meteen de kop Hollander benoemd in Scherpenheuvel aantreffen. ‘Vlamingen in Nederland passen zich aan,’ zei de attaché. ‘Na acht jaar drinken ze 's avonds ook koffie en na tien jaar vieren ze ook hun verjaardag.’ De consul-generaal van Nederland in Antwerpen, mr. D. van Iterson, zei blij te zijn met de verschillen want ‘de verscheidenheid is een uitstekende basis voor samenwerking’. Hij liet zich ontvallen dat de methodiek van Hofstede ook wel eens in twijfel getrokken wordt. Hij vroeg zich af waar de cultuurverschillen vandaan komen en verwees naar een recente studie waarin de karakteristieken van beide regio's als oorzaak naar voren geschoven worden. ‘Noord en Zuid vormen twee culturen met een gezamenlijke taal en die moeten we gebruiken om samen te werken,’ zei de consul-generaal. Tijdens de gedachtewisseling, onder leiding van ‘co-referent’ Vic Anciaux (verschillen: Anciaux bekende eerlijk dat hij niet wist wat van een co-referent werd verwacht), ging het voor een groot stuk juist over die taal en meer bepaald over de positie ervan in Brussel. (GL) | |||||||||||||||||||||||
ABC-publicatieBinnenkort verschijnt Aruba, Curaçao en Bonaire aan het begin van de twintigste eeuw: een ANV-documentatie van Henk Waltmans en Geert Groothoff. Behalve uit een lange inleiding bestaat dit werkje uit een keuze uit het Curaçaonummer, de anonieme reactie Het verval van Curaçao, een keuze uit het Bonaire-nummer en een keuze uit het Arubanummer van Neerlandia. Leo Camerlynck, voorzitter ANV-Vlaanderen, nam het voorwoord voor zijn rekening. In het volgende nummer van Neerlandia komen we uitvoeriger op dit curieuze werkje terug. (GL) | |||||||||||||||||||||||
De Lage Landen in een confederaal EuropaAfsluiter van de Algemene Vergadering ANV, die op 5 juni werd gehouden, was een lezing van prof. Boudewijn Bouckaert, decaan van de Faculteit Rechten van de Universiteit Gent. Hij had het over de toekomst van de Lage Landen in een confederaal Europa. Eerst maakte hij een snelle reis door duizend jaar Europa. 1648, het Verdrag van Westfalen, noemde hij een uiterst belangrijk moment: het verdwijnen van een niet-statelijke en bovennationale constructie die gebaseerd was op de middeleeuwse Res Publica Christiana-gedachte. Sinds dat jaar moet Europa gezien worden als een verzameling van soevereine staten. Een ander belangrijk tijdstip was de Franse Revolutie. Die mondde uit in de omvorming van de soevereine dynastieke staat in de soevereine natiestaat. De huidige Europese Unie is institutioneel méér dan een verdragsorganisatie, aangezien de staten een stukje van hun macht afstonden en de Europese wetgeving wel degelijk impact heeft op de burgers van de lidstaten. De nationale loyauteiten blijken voor veel burgers toch dominant te zijn. Politici in de Raad van de Europese Unie treden in eerste instantie op als verdedigers van het eigen nationale belang, aldus Bouckaert die meer dan één keer eurokritisch uit de hoek kwam. (‘Het Europese Parlement is een dure vorm van toerisme.’) Uitbreiding van de Europese bevoegdheden hoeft voor hem zeker niet. De groei van Europa moet gezien worden als het streven naar een goed evenwicht tussen de Europees-confederale instellingen enerzijds en de lidstaten anderzijds. In de confederatie moeten in een constitutie haar bevoegdheden vastgelegd worden, het principe van de consensus moet er voor de meeste en belangrijkste beslissingen prevaleren en de Europese parlementaire instellingen moeten een band hebben met de nationale democratische instellingen. Het zijn de grote staten - met name Frankrijk en Duitsland - die Europa domineren. Belgische politici leunen bij die Frans-Duitse as aan om af en toe wat van de ‘kruimels’ mee te pikken. Volgens Bouckaert moet de Vlaamse beweging niet ijveren voor een ‘Europa der volkeren’ of een ‘Europa der gewesten’ maar voor een beleid rond volgende drie krachtlijnen. Allereerst: opkomen voor een confederaal Europa dat aandacht heeft voor de nationale entiteiten. Ten tweede: de ontwikkeling van een strategische alliantie met de eurokritische krachten in Europa. Ten slotte: de uitbouw van een Nederlands-Vlaams-Waals-Luxemburgse confederatie. Bouckaert hield een sterk pleidooi voor het herdenken van de Benelux-samenwerking. Hij ziet een samenhang ontstaan tussen Nederland, Engeland en de Scandinavische landen. Een goede coördinatie tussen België en Nederland | |||||||||||||||||||||||
[pagina 35]
| |||||||||||||||||||||||
is er momentaal niet. Een vernieuwde samenwerking in Benelux-verband zou het mogelijk maken dat de Lage Landen (waar historisch gezien Wallonië ook toebehoort) op Europees niveau met één stem spreken en zo weerwerk bieden aan de hegemonie van Duitsland en Frankrijk. (GL) Prof. Boudewijn Bouckaert publiceerde in de Nieuwsbrief (jaargang 18, nummer 5) van de Orde van den Prince het artikel Van de regen in de drop? De inhoud stemt overeen met zijn lezing in Roosendaal. Belangstellenden kunnen die tekst op één van de verbondskantoren (Den Haag, Brussel; zie voor de adressen het colofon) opvragen. Dit geldt overigens ook voor teksten van toespraken die bij diverse gelegenheden, o.a. Visser-Neerlandiaprijsuitreikingen, gehouden worden. | |||||||||||||||||||||||
Naar de taalgrens: een uitstapje van afdeling MechelenOp zaterdag 8 mei jl. ging de afdeling Mechelen van het ANV met vijfendertig personen richting taalgrens: in Zuid-Oost-Vlaanderen en Noord-Henegouwen. 's Ochtends werd onder deskundige leiding een voor velen onbekend historisch juweeltje bezocht: het Hôpital Notre-Dame à la Rose in het Henegouwse stadje Lessines (Lessen). Dit godshuis is twee eeuwen ouder dan het beroemde Hospice de Beaune en sloot zijn deuren pas in 1980. Iedere bezoeker verbaast zich over de onvoorstelbare rijkdom aan meubelen, schilderijen en gebruiksvoorwerpen (o.a. ruim zevenhonderd tinnen potten en schotels). Deze zijn bewaard gebleven dankzij de inzet van vrijwilligers! Daarna bracht men een bezoek aan het geboortehuis van Margritte en ook aan de porfiergroeven. De ‘slavenarbeid’ van duizenden arbeiders die hun werk tot ná de Tweede Wereldoorlog verrichten, maakte grote indruk op het ANV-gezelschap. Tegenwoordig werken er nog enkele honderden ‘kareelmannen’ (oude gewestelijke beroepsnaam). Na een korte omweg over twee taalgrensgemeenten (Deux-Acres/Twee-Akren en Viane) werd de Vlaamse bergstad (!) Geraardsbergen bereikt. Op de Oudenberg, 110 meter boven de zeespiegel, en strategisch gezien belangrijk, gezien het raakpunt Vlaanderen-Brabant-Henegouwen, staat de nog altijd druk bezochte bedevaartskapel van Onze-Lieve-Vrouw. Behalve de kapel kreeg ook Manneke Pis op de Grote Markt (dat ouder is dan Manneke Pis van Brussel) de aandacht. Toegegeven: de meeste mensen - en vooral sportmensen - kennen de Geraardsbergse Muur beter dan die twee monumenten! Daarna ging het naar het uiteindelijke doel: via smalle, bochtige, dalende en stijgende wegen in en over en langs de onzichtbare, maar steeds aanwezige grens tussen twee cultuurgebieden. De gids vertelde ondertussen over het ontstaan van de taalgrens: hij bracht de verschillende theorieën sinds het eind van de vorige eeuw naar voren: de statische, de dynamische, de historische, de linguïstische en de sociaal-linguïstische: te veel informatie om hier samen te vatten, maar zeer verhelderend om als achtergrond te dienen bij het bezoek. Ter illustratie van de situatie in het gebied kan het voorval onderweg dienen. Het ANV-gezelschap stopte even voor een bezoek aan het verst van het centrum gelegen Zarlardingse huis, een hoeve pal op de taalgrens en recht tegenover een kleine rij Waalse huizen. Hier was het Nederlands volgens de ervaring van de gids - op een enkele uitzondering na van een sinds vele jaren ‘ingeweken’ Vlaming - even onbekend als de eerste de beste Indiaanse taal in het Braziliaanse oerwoud. De Nederlandstalige boer toonde met genoegen zijn ‘doening’ (bedrijf). Zijn vrouw, dochter van ‘uitgeweken’ Vlamingen, is Franstalig, de twee dochtertjes gaan naar de Nederlandstalige dorpsschool in Zarlardinge. De contacten met de buren verlopen vanzelfsprekend (!) in het Frans. De verbindingen met de Waalse dorpen zijn korter en gemakkelijker dan die met de Vlaamse. Het is de vraag in welke taal de meisjes doorleren... ANV-afdeling Mechelen beleefde een mooie en leerrijke dag aan de Germaans-Romaanse grens. Voor wie meer wil weten over deze grens, is het boek van Danny Lamarcq en Mare Rogge aan te raden: De Taalgrens. Van de oude tot de nieuwe Belgen. (Leuven, Davidsfonds 1996. ISBN 9061529603)
(Karel Mannaerts) |
|