Taal en omroep
In het Verdrag van de Nederlandse Taalunie staat nogal laconiek dat de Taalunie ‘op het gebied van de massamedia initiatieven zal aanmoedigen die de verwezenlijking van de doelstellingen van de Taalunie beogen’. Laconiek en wellicht ook een beetje overmoedig, omdat dit goedbedoelde zinnetje ongestoord voorbijgaat aan de complexiteit, de moeilijkheid en de draagwijde van die opdracht.
De massamedia, en dan met name radio en televisie, zijn in Nederland en Vlaanderen onderhand zulke ingewikkelde bestellen geworden waarop zoveel ongecontroleerde krachten inwerken, dat culturele overheidsorganisaties zich wellicht illusies maken als ze denken dat ze het hele omroepland kunnen laten warmlopen voor het goede (taal)doel.
De Nederlandse Taalunie heeft in de afgelopen jaren wel al enige initiatieven genomen, zoals de steun aan seminaries van hoorspelauteurs of aan taalprogramma's, maar een echt beleidsvoorbereidende studie was er nog niet. In de nieuwe Voorzet (nr. 33) ‘Taal en omroep’ doet redacteur L. Beheydt een poging om alsnog enig inzicht te bieden in de verhouding taal/media. Een waagstuk, want tot nog toe is er zeer weinig onderzoek gebeurd over de taal in de media.
Er zijn ook nauwelijks feitelijke gegevens betreffende de invloed van het taalgebruik in de media.
De bundel opent met een bijdrage van redacteur L. Beheydt die probeert inzicht te bieden in de mediaverkaveling in Nederland en Vlaanderen en in de gevolgen daarvan voor het taalgebruik in de media.
In een volgende bijdrage geeft dezelfde auteur dan een overzicht van dertig jaar taalprogramma's op radio en televisie. Vervolgens gaat een aantal Nederlandse en Vlaamse taal- en mediadeskundigen dieper in op diverse aspecten van de relatie tussen taal en omroep: R. Appel schrijft over het taalgebruik van voetbalcommentatoren. P.G.J. van Sterkenburg van zijn kant bespreekt enkele aspecten van de woordenschat van het NOS-journaal terwijl L. van Poecke en H. van den Bulck een schets maken van het taalbeleid van de Vlaamse Openbare Omroep. E. de Bens licht dan nog het BRT-bestel in de pre-VTM-fase toe en ten slotte bespreekt P. van de Craen de evolutie van de uitspraak van het Nederlands en de (h)erkenning daarvan in Vlaanderen. Met deze bundel is een eerste aanzet gegeven tot een systematische studie van het taalgebruik en taalbeleid in de omroep in Nederland en Vlaanderen.
Voorzetten 33, Taal en omroep, is in Nederland verkrijgbaar bij de Stichting Bibliographia Neerlandica, Postbus 90751, 2509 LT 's-Gravenhage en in België bij uitgeverij UGA, Stijn Streuvelslaan 73, 8501 Kortrijk-Heule.
De prijs bedraagt f 17,95/BF 350.