Neerlandia. Jaargang 95

Geïntegreerd letterenbeleid

Op 1 november 1990 werd aan het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie de nota ‘Contouren van een geïntegreerd letterenbeleid van Nederland en Vlaanderen’ aangeboden. De nota bevat het advies van de Raad voor de Nederlandse taal en letteren over het door de Taalunie te voeren letterenbeleid.

‘Op 1 juni 1990 bracht de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren de nota “Tien jaar Nederlandse Taalunie en verder” uit. In de nota werd gewezen op de onontkoombare gevolgen van de Europese integratie voor de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen.

De conclusie van de nota was dat het Europa zonder binnengrenzen meer consequenties heeft voor de verhouding tussen de staatkundig gescheiden delen van een taalgebied dan voor de verhouding tussen staten als zodanig.

In hoge mate zal dit het geval zijn

[p. 79]

voor het subsidiebeleid op het gebied van de letteren. In paragraaf 6 van de hiervoor genoemde nota kondigt de Raad aan een aantal fundamentele adviezen te zullen uitbrengen, vooral in het licht van het Europa na 1992. Eén daarvan zou de problematiek van een gemeenschappelijk letterenbelei voor Nederland en Vlaanderen betreffen.

Het recentelijk door de Nederlandse Minister van Cultuur geuite beleidsvoornemen om een Produktiefonds voor de Letteren op te richten geeft aanleiding om vooruitlopend op het bedoelde breder uitgewerkte advies de problematiek nu reeds ten principale aan te snijden.’

In het advies komen het Fonds voor de letteren, de Leenvergoedingsregeling, het Produktiefonds en de verschillende opties voor een gemeenschappelijk beleid aan de orde.

Exemplaren van deze ‘Contourennota’ zijn te verkrijgen bij de Nederlandse Taalunie, tel. [phone].