Boeken
Brieven
Paul Fredericq
Paul Fredericq (1850-1920) was in zijn tijd één van de meest vooraanstaande figuren van het Vlaams Liberalisme. Hoogleraar in de geschiedenis en de literatuurgeschiedenis was hij van 1891 tot 1895 liberaal lid van de Gentse gemeenteraad. Van 1887 tot 1920 was hij voorzitter van de Gentse afdeling en lid van het hoofdbestuur van het Willemfonds. Vanaf 1867 was hij medewerker aan ‘Het Volksbelang’, waarvan hij in 1883 redacteur werd. Hij behoorde tot de oprichters van Hoger Onderwijs voor het Volk en van het Julius Vuylstekefonds. Hij was ook actief in het Algemeen-Nederlands Verbond en had een groot aandeel in de organisatie van de Nederlandse Taal- en Letterkundige Congressen. Zijn ‘Schets eener Geschiedenis der Vlaamsche Beweging’ is nog steeds een bron, waar zeer veelvuldig naar verwezen wordt.
Zijn rol in de Vlaamse Beweging, en met name vooral in de strijd voor de vervlaamsing van de Gentse universiteit was omstreden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontpopte hij zich tot een fervent tegenstander van het activisma en was één van de spilfiguren in het verzet tegen de door de Duitsers geopende Vlaamse universiteit van Gent. Samen met zijn collega Henri Pirenne werd hij in 1916 naar Duitsland gedeporteerd. Na W.O. I zou hij de eerste rector worden van de opnieuw verfranste Gentse universiteit, doch reeds na korte tijd nam hij ontslag. Voor de voorvechters van de vervlaamsing was het bijzonder pijnlijk dat Fredericq die in juli 1914 nog in ‘Het Volksbelang’ had geschreven dat ‘zolang de Gentse hoogeschool niet vervlaamscht is, zij onbekwaam zal blijven om haar maatschappelijke zending te vervullen’, bij zijn ambtsaanvaarding als rector een pleidooi hield voor een splitsing van de Gentse universiteit, met behoud van haar franstalige afdeling.
Thans publiceert het Liberaal Archief in zijn inmiddels reeds bekende blauwe reeks Verhandelingen een studie over Paul Fredericq van de hand van Dr. E.C. Coppens, docent aan de universiteit van Nijmegen. Het betreft hier een met veel invoelingsvermogen en op grondige bronnenstudie berustende intellectuele biografie van de liberale voorman. Op subtiele wijze ontrafelt de auteur het Vlaamsgezind, progressief en protestants-religieus gerichte liberalisme van Fredericq en de inspiratiebronnen waaruit het is gegroeid. Deze ideologische componenten vormen de noodzakelijke sleutel om iets te begrijpen van Fredericqs concrete acties en interessesferen:
de liberale politiek, de Groot-Nederlandse ideeën, de vernederlandsing van het openbaar leven, het pangermanisme en het kathedersocialisme.
Zoals Prof. Prevenier terecht in zijn Woord Vooraf schrijft, heeft Dr. Coppens in deze situatie over een spilfiguur in het 19e eeuwse liberalisme ‘de kwaliteiten en invalshoeken van twee van zijn zo verschillende grote leermeesters, Hans Van Werveke en Jan Dhondt, harmonisch gecombineerd. Zoals Van Werveke demonstreert hij een uitgesproken talent voor de subtiele psychologische analyse met een Huizingiaanse intuïtieve invalshoek. Zoals Dhondt verliest hij in de appreciatie van een individu de fundamentele mechanismen, maar vooral de sociale context waarbinnen dat individu operationeel kon zijn, niet uit het oog’.
Het boek is te verkrijgen door storting van 495,- fr. ( + 50 fr. verzendingskosten) op rekening 551-2843700-20 van het Liberaal Archief, Kramersplein 23, 9000 Gent. Tel. (091) 21 75 05