| |
| |
| |
ANV-jaarverslag 1989
1. Inleiding
Met 1989 vervloog het decennium der jaren tachtig. Een decennium waarin zich uiterst belangrijke ontwikkelingen voor Europa en de wereld aankondigden. West-Europa versnelde de pas naar de gemeenschappelijke markt. Oost-Europa ontworstelde zich aan een dodelijke ideologie. Zuid-Afrika biedt perspectief op een post-apartheidsmaatschappij.
Met deze ontwikkelingen wordt ook het ANV nieuwe kansen geboden. Langzaam maar zeker zal Centraal en wellicht ook Oost-Europa zijn bijdrage leveren aan een nieuw, pluriform Europa van de toekomst. Een pluriform Europa dat met de Europese Gemeenschappen per 31 december 1992 een nieuwe mijlpaal hoopt te bereiken. Vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal maken een einde aan verdeeldheid, voorwaarde voor Europa om zijn plaats in de wereld te behouden. Een economisch één, maar cultureel rijk geschakeerd Europa is in de maak. Aan dit cultureel Europa zal uiteraard door alle cultuurgemeenschappen moeten worden bijgedragen, ook door de Friese, de Portugese of de Nederlandse. Ook deze kleinere culturen worden geacht een eigen inbreng te hebben. Dit veronderstelt het bezitten van een eigen identiteit en van voldoende kwaliteit. Hier ligt een taak van het ANV.
Het ANV zal zich moeten inzetten voor de versterking van de Nederlandse identiteit door middel van de bevordering van de Nederlandse taal en cultuur. Dit doet het al bijna 100 jaar; een extra inspanning is evenwel meer dan ooit noodzakelijk. Betekenen open grenzen immers geen uitdaging voor de Nederlandse maatschappij om een kwalitatief hoogwaardige bijdrage aan Europa te leveren? Tegenover de kwantitatieve druk van de ons omringende culturen zal de bijdrage van het relatief kleine Nederlandse taal - en cultuurgebied vooral van hoge kwaliteit moeten zijn om zich staande te kunnen houden en om in Europa te kunnen doordringen.
Maar werken de economisch-technocratische richtlijnen uit het Brusselse bolwerk niet negatief uit op juist de kleinere culturen? Kunnen het goede Nederlanstalige boek, de goede Nederlandstalige film- en televisieprodukties blijven bestaan of vallen die ten offer aan de goedkopere massificatie?
Het verdrag van Rome waarop de Europese Gemeenschappen stoelen, bevat geen hoofdstuk cultuur. Cultuuruitingen worden als economisch produkt beschouwd en behandeld.
Mèt de Nederlandse en Vlaamse ministers van cultuur bepleit het ANV daarom het toevoegen van een culturele paragraaf aan het verdrag van Rome en het tot stand brengen van een Europees cultureel handvest, op grond waarvan Europa op cultureel gebied confederaal kan worden ingericht.
Ten aanzien van zuidelijk Afrika komt de vraag op ons af wanneer en in welke vorm de culturele betrekkingen met Zuid-Afrika zullen worden hersteld. Ook met de nieuwe republiek Namibië zullen, met het oog op de positie van het Afrikaans/Nederlands, culturele akkoorden moeten worden gesloten.
Hoe noodzakelijk deze culturele afspraken ook mogen zijn, worden de Nederlandse taal en cultuur niet juist ook van binnenuit bedreigd? Allerlei sociale overwegingen hebben er in het verleden bij de Vlamingen toe geleid dat zij in aanzienlijke mate werden verfranst. Heden ten dage oefent het Engels, vooral in Nederland, een onevenredige aantrekkingskracht uit.
Zowel in Nederland als in Vlaanderen laat het onderwijs in de Nederlandse taal - en de geschiedenis - te wensen over. Alom wordt over de gebrekkige kennis, speciaal in die vakken, geklaagd. Het zijn vooral die vakken die de grondslag vormen voor de specifieke bijdrage die de Nederlanden aan Europa kunnen leveren. Het zijn die vakken die zelfbevestigend werken, nodig voor een minimum aan cultureel zelfbewustzijn.
Juist met het oog op het leveren van deze bijdrage aan een pluriform Europa zullen typisch Nederlandse kenmerken in Noord en Zuid, zoals de gemeenschappelijke taal en geschiedenis, de sociale verworvenheden en de overige culturele identiteit, versterkt en gekoesterd moeten worden.
De rol en de betekenis van de Nederlandse Taalunie zullen moeten worden versterkt. Het Nederlands dient de voertaal te zijn aan de Nederlandse en Vlaamse onderwijsinstellingen. Het ANV heeft de oprichting van een leerstoel algemeen-Nederlandse cultuur in Nederland en Vlaanderen ter hand genomen.
Vlaams noch Hollands particularisme kunnen we ons nog veroorloven. Meer dan ooit is algemeen-Nederlands bewustzijn vereist, voor onszelf, maar ook ten behoeve van een door het buitenland op prijs gestelde bijdragemet-eigen-gezicht aan een cultureel rijk geschakeerd Europa.
Op het verenigingsjaar 1989 mag met tevredenheid worden teruggekeken. Dankzij de
| |
| |
inspanningen van verschillende afdelingsbesturen, de publiciteit rondom de verschillende evenementen en de prompte administratieve verwerking op het verbondskantoor in Den Haag en het secretariaat te Brussel, kon het verslagjaar andermaal met een positief ledensaldo worden afgesloten. In totaal mochten 145 nieuwe leden worden ingeschreven. Het totaal aantal leden op 31 december 1989 bedroeg per saldo 2245.
De aan het einde van 1988 gereed gekomen ‘kenschets’ van het ANV heeft hierbij goede diensten bewezen. Van de oplage van 5000 stuks is ruim de helft verspreid. Een ruime kring van belangstellenden wordt aangetroffen bij de Visser-Neerlandia prijsuitreikingen, waarvan er in 1989 vijf plaatsvonden.
Ook de bemoeienis van het ANV met de actuele politiek deed de bekendheid van het verbond verder toenemen. Het beleid gericht op bevordering van de Nederlandse taal en cultuur en de versterking van de Nederlandse identiteit met het oog op de Europese - economische - integratie, werd zorgvuldig voortgezet.
Bewindslieden, politici, bestuurders en beleidsambtenaren werden bij verschillende gelegenheden op de hoogte gebracht van het ANV-standpunt. Daartoe gaven bijvoorbeeld de kabinetsformatie in Nederland en de uitspraken van de minister van Onderwijs, de heer Ritzen, om naast het Nederlands het Engels te gebruiken als voertaal aan de universiteiten, aanleiding.
Ook de jaarlijkse conferentie ‘De Nederlanden Nu’, in 1989 in het Brusselse Egmontpaleis gehouden, bracht vele vooraanstaanden in contact met het ANV, zoals de drie eerste ministers Lubbers, Martens en Geens.
Deze conferentie werd in de Nederlandse Staatscourant, nr. 125 van 30 juni 1989 uitgebreid besproken.
Het bestuur zette zijn beleid tot stroomlijning van de werk- en stuurgroepen voort. Roosters van aftreden zorgden voor de nodige doorstroming, terwijl voor het uitgeven van Neerlandia een redactiestatuut werd opgesteld. Ook werd een begin gemaakt met de modernisering en aanpassing van de statuten van het verbond. Wil het ANV bij de tijd blijven en zijn invloed blijven uitoefenen, dan is een toekomstgerichte aanpak een absolute voorwaarde. Het naderen van de gemeenschappelijke markt, de stormachtige ontwikkelingen in Centraal en Oost-Europa, de openingen in zuidelijk Afrika en de internationalisering van het onderwijs in eigen omgeving maken een doelgericht optreden van het ANV meer dan ooit noodzakelijk.
In het verslagjaar werd een veertigtal bezoeken gebracht aan voor het ANV belangrijke personen en organisaties, zoals bewindslieden, de Nederlandse Taalunie, Kamer van Koophandel, EG, Prins Bernhardfonds, Europese Culturele Stichting en de Fachvereinigung Niederländisch in de Bondsrepubliek.
Anderzijds werden ruim dertig bezoekers op het verbondskantoor ontvangen.
Vergeleken met voorgaande jaren is een groter aantal beleidsstandpunten geformuleerd en aan de verantwoordelijken toegezonden. Het betreft in chronologische volgorde:
- | Plaatsing toeristische borden met naam en bezienswaardigheden van een streek: aan de ANWB |
- | Aide-memoire beleidsgesprek over ANV-uitgangspunten en doelstellingen: aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken |
- | Bijdrage symposium ‘The Low Countries’ over historische verbondenheid tussen Noord en Zuid: Londen |
- | Speechpunten met ANV-standpunt inzake Nederlands-Vlaamse samenwerking t.b.v. conferentie ‘De Nederlanden Nu’: aan de minister-president |
- | Spelling buitenlandse namen op richtingborden Keulen of Köln enz.: aan de ANWB en VTB/VAB |
- | Beleidsintenties ministers Geens en Lubbers inzake samenwerking Nederland-Vlaanderen, renovatie Taalunieverdrag en diplomatieke samenwerking vastgelegd - aan ministers Lubbers, Geens, Coens en Dewael gezonden |
- | Artikel over conferentie ‘De Nederlanden Nu’: aan de Nederlandse Staatscourant |
- | Nota met ANV-opvattingen over Nederlands-Vlaamse samenwerking t.b.v. de kabinetsformateur: aan de minister-president |
- | Brief met bezwaren tegen sluiting Institut néerlandais te Parijs: aan de ministers van Buitenlandse Zaken, Onderwijs en Cultuur |
- | Brief met ANV-standpunt inzake spelling landennamen: aan de Nederlandse Taalunie |
- | Ingezonden brief tegen Engels als voertaal aan universiteiten: aan de Volkskrant |
- | Brief tegen gebruik Engels als voertaal aan universiteiten: aan de minister van Onderwijs |
Het dagelijks bestuur vergaderde 7 maal, op 9 februari, 10 maart, 6 mei, 30 juni, 8 september 14 oktober en 4 november.
Het hoofdbestuur kwam 3 maal bijeen, op 6 mei, 10 juni en op 14 oktober.
De Verbondsconferentie werd op 28 oktober gehouden en de Algemene Ledenvergadering op 10 juni te Roosendaal.
De Algemene Vergadering herbenoemde de volgende leden van het hoofdbestuur, de heren P. Jongbloet, J.L.M. Kits Nieuwenkamp en W. van den Steene.
Mw. A. van Eetvelde-de Moor werd als nieuw lid gekozen.
Het hoofdbestuur was op 31 december 1989 als volgt samengesteld:
D. Aronson, Hulst
prof. dr. S.W. Couwenberg, Rotterdam
prof. dr. A. Deprez, Gent
*G. DUtry; secretaris Vlaanderen, Duffel lic. A. van Eetvelde-de Moor, Waasmunster prof. dr. M. van Haegendoren, Hasselt dr. P.H. Jongbloet, Ottersum
*drs. J.L.M. Kits Nieuwenkamp; algemeen secretaris, Den Haag
P.M. Klaassen, Hilversum
F.A.L. Kortie, Eindhoven
D. Metsu, Bredene
*H.J. Neeleman RA; algemeen penningmeester, Voorschoten
*mr. E.J. Raskin; voorzitter Vlaanderen, Bilzen (Eigenbilzen)
E. Ruysschaert, Knokke-Heist
H.A.P.M. Schel, Vleuten
E. Schepens, Strombeek-Bever
*dr. W. van den Steene; penningmeester Vlaanderen, Mechelen
B. Vanhaverbeke, Brugge
drs. M. van der Velden, Rotterdam
P. de Verrewaere, Marq en Baroeul (Fr)
*dr. H.J.G. Waltmans; algemeen voorzitter, Landsmeer
E. Wieme, Gent
* lid dagelijks bestuur
| |
| |
| |
Verbondskantoor/secretariaat
De centrale ledenadministratie wordt thans gevoerd door middel van een in 1989 aangeschafte computer. De afdelingen kunnen zo ook beter worden geholpen bij het verzenden van hun convocaties voor bijeenkomsten. Naast het gebruikelijke verenigingswerk verlenen het Verbondskantoor en het secretariaat Brussel logistieke steun bij het uitvoeren van centraal geleide activiteiten alsmede bij die van de werkgroepen en de commissies.
Op het Verbondskantoor en het secretariaat werden 10538 poststukken verzonden of ontvangen en werden 674 verzoeken om informatie behandeld.
Het personeelsbestand veranderde niet en bestond uit:
J. van Hoorn |
administrateur |
Den Haag |
Mw. W. van Dijk |
secretaresse |
Den Haag |
Mw. C.E. Gräber |
secretaresse |
Den Haag |
Mw. J. van der Stap |
secretaresse |
Den Haag |
J. van Dorp |
boekhouder |
Den Haag |
Mw. E. van Esbroeck |
secretaresse |
Brussel |
| |
2. Algemeen
Conferentie ‘De Nederlanden nu’
De jaarlijkse ANV-conferentie ‘De Nederlanden Nu’ vond dit jaar plaats op 22 mei in het Egmontpaleis te Brussel onder de titel ‘De plaats van de Nederlanden in het Europa van na 1992’. Sprekers waren de voorzitter van de Vlaamse regering en de Nederlandse minister-president. Voor ongeveer tweehonderd genodigden leidde minister Gaston Geens, in aanwezigheid van eerste minister Martens, vice eerste minister Schiltz en de ambassadeurs van België in Nederland en van Nederland in België minister-president Lubbers in.
Vlaanderen kan meer en meer een eigen beleid ontwikkelen. Nederland kan en moet daarop inspelen. ‘Zo wordt’, aldus de heer Geens, ‘op het vlak van het Vlaams buitenlands beleid de samenwerking met Nederland met het oog op de bescherming en het behoud van onze culturele taaleigenheid in het ééngemaakte Europa, als gepriviligieerd en prioritair gesteld’. Vervolgens bood minister Geens aan de heer Lubbers de Vlaamse regeringsnota ‘Externe Betrekkingen’ aan. Op korte termijn zal het Vlaams ministerieel comité voor Externe Betrekkingen een nota inzake de Nederlands-Belgische ‘waterverdragen’ behandelen, zodat de feitelijke onderhandelingen met Nederland spoedig kunnen beginnen. ‘De grootste gemeenschappelijke uitdaging die zich voor Vlaanderen en Nederland in het nieuwe Europa aandient is echter ongetwijfeld de bescherming en de betovering van ons cultureel erfgoed. Via de Nederlandse Taalunie kunnen Vlaanderen en Nederland werk maken van een samenhangende en overlegde taalpolitiek’, aldus de heer Geens. Nederland en Vlaanderen zouden ten opzichte van elkaar ook meer gebruik kunnen maken van allerlei Europese regelingen, zoals het Erasmusprogramma voor studentenuitwisseling.
Gezamenlijke promotie van onze cultuur in het buitenland verdient alle aandacht en wellicht moet het Belgisch-Nederlands cultureel akkoord van 1946 eens herzien worden.
‘Willen wij ons binnen het verenigd Europa tenvolle kunnen profileren en ontwikkelen, dan moeten wij ons samen engageren om een gezamenlijke strategie te ontwikkelen. Het Algemeen-Nederlands Verbond kan in dit proces een zeer eigen en stimulerende rol spelen’, aldus de heer Geens.
Minister-president Lubbers greep de uitdaging aan door te verklaren: ‘Ik pak de handschoen op van de nieuwe mogelijkheden hier in Vlaanderen en we gaan met elkaar aan de slag. We zullen van die nieuwe mogelijkheden zeker ook onderzijds gretig gebruik maken’. De Nederlandse Taalunie is toe aan renovatie, niet zozeer van de artikelen zelf, als wel wat betreft het gebruik dat er van maken, aldus de heer Lubbers.
Ook het pleidooi van de heer Geens voor een gezamenlijke promotie van de Nederlandse taal en cultuur in het buitenland, werd door de minister-president overgenomen. ‘Dat kan betekenen dat we goed moeten nagaan of we daar waar we in diplomatieke vertegenwoordigingen actief zijn, het werk van met name culturele attaché's op een wijze moeten laten doen dat zij het complete taalgebied representeren. In sommige gevallen zal het misschien zelfs mogelijk zijn om bepaalde instituten die er in het buitenland zijn om de Nederlandse culturele presentie te markeren, om te vormen tot instituten die de culturele presentie-in-het-Nederlands manifesteren’, kortom instituten die het gehele Nederlandse taalgebied vertegenwoordigen.
Gezien vanuit algemeen-Nederlands gezichtspunt, zijn dit belangrijke uitspraken. Het Algemeen-Nederlands Verbond zal deze beleidsintenties noteren en er bij de verantwoordelijke instanties op aandringen deze in daden om te zetten.
Het ANV kan al met al terugzien op een tweede, zeer geslaagde conferentie. Het licht is op groen gezet voor nauwere Nederlands-Vlaamse samenwerking.
| |
Verbondsconferentie
Op 28 oktober 1989 vond te Culemborg de jaarlijkse Verbondsconferentie plaats, bestemd voor allen die in het ANV actief zijn. In de historische omgeving van het Elisabeth weeshuis dat van oudsher banden met Vlaanderen onderhoudt werd gediscussieerd over het wel en wee van de vereniging. Het ANV vormt het maatschappelijk draagvlak voor de overtuiging dat de Nederlandse identiteit versterkt moet worden door middel van de bevordeirng van de taal en cultuur van de Nederlanden. Met het oog op de Europese integratie zal moeten worden nagedacht over de plaats van deze Nederlanden in het toekomstige Europa. De eigen identiteit wordt niet alleen van buitenaf ‘bedreigd’, zeker ook van binnenuit, indien we niet zorgen voor kwaliteitsverbetering, bijvoorbeeld op het gebied van het onderwijs in de vakken Nederlands en geschiedenis.
De werkgroepen van het ANV zullen meer en meer het karakter van projectgroepen krijgen. Een duidelijke taakstelling en een afgemeten tijdlimiet voor een welbepaald produkt moeten worden vastgelegd.
Geheel overeenkomstig het karakter van het ANV als actieve groep ter beïnvloeding van politici, bestuurders en andere beleidsmakers zullen alle de vereniging ter beschikking staande instrumenten duidelijker het ANV-stempel moeten dragen. Hiertoe zijn ter conferentie allerlei praktische voorstellen gedaan, die door het bestuur zijn geïnventariseerd en zullen worden uitgewerkt.
De conferentie werd voorafgegaan door een korte uiteenzetting over het Elisabeth-wees- | |
| |
huis en gevolgd door een excursie naar het fort Honswijk, deel van de nieuwe Hollandse waterlinie gelegen aan de noordelijke Lekdijk. Ontvangst en bezoek aldaar werden georganiseerd met medewerking van de stichting Menno van Coehoorn, die zich inspant voor behoud en herstel van oude vestingwerken. Deze stichting heeft nauwe banden met Vlaanderen in de vorm van levendige contacten met de stichting Simon Stevin.
| |
Raad van advies
Voor een aantal zaken op bestuurlijk- en op politiek-cultureel terrein werd advies gevraagd en gekregen, van leden van de Raad van Advies. Een in het oog springend voorbeeld van een zaak die advies behoefde was het voornemen van de minster van Onderwijs, Ritzen, om het universitair onderwijs te ‘verengelsen’. Het bestuur formuleerde in een brief aan de minister zijn bedenkingen (zie Neerlandia 1990-1). Een vrijwel Kamerbreed aanvaarde motie, waarin stelling werd genomen tegen het ministeriële voornemen, deed de minister terugkrabbelen. Tot de ondertekenaars van de motie behoorden ook leden van de Raad van Advies.
De heren Brugmans, Kuijpers, Postma, Van Rooy en Scheps gaven blijk van belangstelling voor ANV-bijeenkomsten.
| |
ANV-Oorkonde van Verdienste
In het verslagjaar stelde het hoofdbestuur de Oorkonde van Verdienste in voor personen die zich voor het ANV bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt.
De eerste twee oorkonden werden tijdens de Verbondsconferentie uitgereikt aan:
- | de heer L.C. Kutsch Lojenga ontving de onderscheiding voor zijn 65-jarig - actief - lidmaatschap van het ANV. Zo was hij jarenlang lid van het hoofdbestuur en vertegenwoordigt hij nog steeds het ANV bij het jaarlijks congres van de Nederlandse Bond in Duitsland. |
- | drs. A.R.A. Theunissen was in 1975 nauw betrokken bij de oprichting van de werkgroep ‘Leraren Nederlands in de grensgebieden’. De taak van de werkgroep is het steunen en stimuleren van het onderwijs Nederlands op scholen van het voortgezet onderwijs in de ons omringen de ‘vreemde’ taalgebieden. Kort na de oprichting werd de heer Theunissen voorzitter, een functie die hij in juli jl. neerlegde. Onder zijn leiding werd een aantal zeer succesvolle conferenties voor docenten Nederlands georganiseerd en kreeg het ANV-boekverspreidingsproject eertijds voornamelijk ten behoeve van geëmigreerde Nederlanders en Vlamingen, nieuwe glans. Thans ligt de nadruk op het schenken van les- en lesondersteunend materiaal voor hen die Nederlands als vreemde taal leren en doceren. In een periode van meer dan 14 jaar werd voor ca. f. 100.000,- of BF 1.800.000 voor dit doel besteed. |
| |
3. Afdelingen
Afdeling Antwerpen, kern Mechelen
Tijdens het kalenderjaar 1989 heeft de afdeling Antwerpen, kern Mechelen aan leden en belangstellenden een reeks lezingen aangeboden, waarin gewoontegetrouw het thema van de Nederlandse culturele integratie op de voorgrond stond.
In maart 1989 sprak dr. A.J. Vermeersch over ‘De Scheiding van de Nederlanden en de sociaal-psychologische gevolgen voor Vlaanderen.’ Wegens haar diepgang verdiende deze lezing ruiime verspreiding en ze werd dan ook gepubliceerd in het meinummer van Neerlandia. Na het zomerreces herdacht de afdeling een voorloper van de integratiegedachte, de schrijver, historicus, voorvechter van de katholieke emancipatie en vriend van Vlaanderen, Jozef Alberdingk Thijm (overleden in 1899). Deze grote Amsterdammer werd in een tweeluik geschetst. Dr. G.A.M. Bekelaar, docent hedendaagse geschiedenis aan de K.U. te Nijmegen en algemeen secretaris van het Thijmgenootschap, beantwoordde overtuigend de vraag: ‘Wat is nu nog de betekenis van J. Alberdingk Thijm?’
Vervolgens belichtte prof. Ada Deprez, bijzonder vertrouwd met de Nederlandse letterkunde van de 19e eeuw en o.m. ook bekend door haar publicatie van de correspondentie Snellaert-Thijm, een voor ons belangrijk aspect van deze rijke persoonlijkheid. Ze bracht een boeiende lezing over: Thijm en Vlaanderen.
Prof. Jozef van Haver, professor aan de K.U. te Leuven, publiceerde onlangs een boekje ‘Noorderman en Zuiderman. Het taalverdriet van Vlaanderen’ (Lannoo 1989). Daarin behandelt hij op zeer genuanceerde wijze de hindernissen, die de Vlaming moet overwinnen in zijn streven om de (Noord-) Nederlandse taalnorm te respecteren. Onder bovenstaande titel hield hij over dat onderwerp een causerie, die een levenidge belangstelling genoot.
Vooruitlopend op het Van Goghjaar 1990, nodigde ANV-Mechelen dr. Roger Marijnissen uit, kunsthistoricus en oud-directeur van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium. Zijn lezing, aangekondigd onder de titel: ‘Vincent de Onmogelijke’, was spijs voor fijnproevers en kende, zoals wat te verwachten, een uitzonderlijk grote opkomst. Om het activiteitenseizoen 1989-1990 af te sluiten (en uitlopend op het kalenderjaar 1990) werden nog twee sprekers uitgenodigd. Prof. Ludo Simons, voorzitter van de Raad voor Nederlandse Taal en Letterkunde van de Taalunie zal spreken over: ‘De Taalunie en de Nederlandse integratie’. Tenslotte zal de bekende politieke commentator (De Standaard) Manu Ruys, een causerie houden over: ‘Een nieuw Vlaanderen in een nieuw Europa?’
Samenstelling bestuur per 31 december 1989: voorzitter: dr. G.R. Piryns secretaris-penningmeester
dr. W. van den Steene
| |
Afdeling Arnhem-Nijmegen
De afdeling Arnhem-Nijmegen kwam in 1989 viermaal bijeen. De bijeenkomsten werden gezamenlijk met de Vereniging van Vlamingen in het Rijk van Nijmegen (VLIERING) georganiseerd en gehouden in café Groenenwoud, Groesbeekseweg te Nijmegen.
De volgende voordrachten werden gehouden.
- | Dr. A.J. Vermeersch (historicus te Knokke B): Een visie vanuit Vlaanderen op de Noord-Zuid integratie en de betekenis van Nederlands-Limburg. |
- | Prof. dr. P. Maas (directeur Instituut Parlementaire Geschiedenis, KU Nijmegen): De Nederlandse cultuur in een verenigd Europa. |
- | Dr. J.L.A. Heestermans (Leiden): wat zijn Nederlandse woorden? Is Vlaams ook Nederlands? |
| |
| |
- | Prof. dr. H. Pauwels (Universiteit Gent): Vlaanderen met Nederland in Europa. |
De belangstelling voor de bijeenkomsten was goed en lag gemiddeld boven 20 personen. Opvallend was dat de spreekbeurt van dr. Heestermans op veel belangstelling mocht rekenen. De bijeenkomsten werden telkens in de plaatselijke pers aangekondigd hetgeen ook resulteerde in enige belangstelling van buiten het ANV en de Vliering. Een bijzondere activiteit vormde het bezoek van leden van de afdelingen Zuid-Holland en Oost-Vlaanderen aan het Land van Kleef op zaterdag 24 juni 1989. Het bezoek was georganiseerd door de afdeling Arnhem-Nijmegen en omvatte een bustocht door het Kleefse Land met o.a. een rondleiding door het stadje Kalkar en een bezoek aan het grafmonument van Johan Maurits van Nassau op de Vreugdenberg bij Kleef.
Samenstelling van het bestuur per 31 december 1989:
voorzitter: |
dr. P.H. Jongbloet |
secretaris: |
dr. W. van Heugten |
penningmeester: |
drs. J. Gerets |
| |
Afdeling Brussel
Op 10 maart 1989 hield prof. dr. Guido Geerts van de K.U.L. een voordracht over ‘De situatie van het Nederlands in Vlaanderen’. Het Debat over ‘Fusies van de Brusselse gemeenten? of niet?’ vond op 13 maart plaats.
Er waren vier eminente inleiders:
Charles Picque, minister voor Sociale Zaken en Volksgezondheid, burgemeester van Sint-Gillis, nu Eerste minister van het Brussels Gewest; Joseph Michel, kamerlid en gewezen minister voor Binnenlandse Zaken; Vic Anciaux, kamerlid en ex-Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Nederlandse Cultuur; André Monteyne, ondervoorzitter van de Nederlandse Commissie voor de Cultuur te Brussel en gemeenteraadslid te Jette.
Moderator was: ANV-voorzitter afdeling Brussel prof. dr. H. Van Nuffel. De afdeling was door haar secretaris vertegenwoordigd op verscheidene manifestaties in Noord en Zuid o.a.:
- | De conferentie De Nederlanden Nu (bestuur en leden); |
- | De conferentie ‘De positie van de Nederlandstalige kultuur in Europa na 1992’ te Bergen op Zoom; |
- | Het Historisch Congres 150 jaar Limburg, Eenheid en Scheiding te Bilzen in de Landcommanderie Alde-Biezen; |
- | De installatia van de afdeling Noord-Brabant te 's-Hertogenbosch; |
- | De Algemene Vergadering te Roosendaal; |
- | De Verbondsconferentie te Culemborg; |
- | De uitreiking van de Visser-Neerlandiaprijzen; |
- | Congres ‘Eenheid en Scheiding van de beide LImburgen’ te Bilzen in de Landcommanderie Alde-Biezen. |
Samenstelling van het bestuur per 31 december 1989:
voorzitter: |
prof. dr. H. van Nuffel |
secretaris: |
E. Schepens |
penningmeester: |
mw. drs. H. Grauwels |
| |
Afdeling Kaapstad
Het bestuur vergaderde 12 maal. De bibliotheek heet voortaan officiëel Nederlandse Boekerij-ANV. Over een periode van enkele maanden vonden besprekingen plaats over de tekst van het reglement van de Boekerij-ANV tussen delegatie van het ANV-bestuur en het Boekerij-bestuur. De verschillen van inzicht konden met elkaar in overeenstemming worden gebracht. Het reglement voldoet nu bovendien aan de ‘ordonnansies en regulasies’ van de Provinciale Bibliotheekdienst die een belangrijke bijdrage en andere steun aan onze Boekerij-ANV verleent. Om de Boekerij als onderafdeling van het ANV, afdeling Kaapstad, goed te kunnen beheren is in het Boekerijreglement bepaald dat het de Boekerijbestuur binnen de begroting autonoom kan functioneren, terwijl de eindverantwoordelijkheid van het afdelingsbestuur onverlet blijft. Een goede samenwerking wordt bevorderd door een lid van het afdelingsbestuur op te nemen in het Boekerijbestuur, terwijl de voorzitter van het Boekerijbestuur ex officio zitting heeft in het aldelingsbestuur. Tijdens een feestelijk getinte bijeenkomst van de beide besturen ten huize van de vice-voorzitter werd op 27 mei 1989 aan de nieuwe voorzitter van het Boekerijbestuur Professor Overduin het goedgekeurde reglement overhandigd en een voorzittershamer geschonken.
In april mocht het bestuur de algemeen voorzitter van het ANV, de heer H.J.G. Waltmans, ontvangen. Het echtpaar Waltmans was voor één dag de gast van de voorzitter en de vicevoorzitter en hun ega's. Er werd een bezoek aan de Boekerij ANV gebracht en er werd een zeer geslaagde receptie, waarbij 50 mensen aanwezig waren, ten huize van de voorzitter gehouden. Z.E. de Ambassadeur en mevrouw Van Buuren, alsmede een groep van ongeveer 15 Vlamingen, gaven acte de présence.
Ook dit jaar werden weer boekenprijzen uitgereikt aan de drie beste studenten Nederlands aan de drie universiteiten in de westerlijke Kaap-provincie. Een maand later werd ook een geldprijs toegekend aan drie studenten van de universiteit van Wes-Kaapland. Bij de eerste gelegenheid hield dr. E. Britz van de unversiteit van Stellenbosch een interessante toespraak, terwijl bij het uitreiken van de geldprijzen dr. W. van Zijl van de universiteit van Wes-Kaapland als gastspreker optrad. Dit jaar werden hiervoor fondsen ter beschikking gesteld door het hoofdbestuur in Nederland, waarvoor het afdelingsbestuur Kaapstad zeer erkentelijk is.
In samenwerking met het hoofdbestuur kon aan de leden weer een goed en gevarieerd programma worden aangeboden. Vier sprekers hielden interessante voordrachten, te weten: dr. P. König over ‘Kosmologie’, dr. C. Hirons over ‘De wereld onder water’, mevrouw M. Ennenga over de Noordamerikaanse Indianen en de heer M. Hulsman over ‘Kunnen stenen geneeskrachtig zijn?’
Twee Nederlandse filmavonden werden in het B.P. Theater gehouden die veel belangstelling trokken.
Voor het eerst sinds vele jaren organiseerde het bestuur een toneelavond in het Nassau Centrum. De ‘Breughel theater groep’, een groep van kleurlingen onder leiding van dr. Dehaeck, voerde twee stukken op die veel bijval ondervonden.
Een orgelconcert door dr. G. van der Tas in Somerset West werd door velen op prijs gesteld.
Excursies werden gemaakt naar het ZIlvermijnnatuurreservaat, de Parlementsgebouwen en naar het Planetarium. De harten gingen open bij het bezoek aan de kwekerij van Elgin, die door Nederlanders wordt geleid en geheel ‘gecomputeriseerd’ is. Een bijzonder interessante puzzelrit werd uitgezet door mevrouw Van der Meijden en oud-voorzitter
| |
| |
Nuver. Er werden vele historische plaatsen in Kaapstad bezocht, hetgeen de rit ook heel educatief maakte.
De volksdansgroep van het ANV onder leiding van mevrouw Van der Meijden trad verscheidene malen met succes op.
De nieuwsbrief verscheen zeven maal, samengesteld door de voorzitter, verzorgd en verzonden door mevrouw Alfos. Zij heeft als tweede secretaris, tevens de ledenadministratie verzorgd, enorm veel werk verzet, waarbij zij veel nut gehad heeft van de in 1988 aangeschafte computer met toebehoren.
Op de slotavond speelde een bekend muziek trio prachtige klassieke muziek en de volksdansgroep liet enkele dansen zien. Een gezellig samenzijn besloot de avond.
Evenals vorig jaar verleende de Nederlandse ambassadeur toestemming om het Sinterklaasfeest in de tuin van de ambtswoning te vieren.
Samenstelling van het bestuur per 31 december 1989:
voorzitter: |
mevrouw T. Mets |
vice-voorzitter: |
dr. W. van der Sande |
secretaris: |
de heer H. Thomas |
tweede secretaris: |
mevrouw A. Alofs |
| |
Nederlandse Boekerij
Een uiterst belangrijke gebeurtenis in de ontwikkelingsgeschiedenis van de Boekerij was de totstandkoming van het Huishoudelijk Reglement in het verslagjaar. De nieuwe naam luidt Nederlandse Boekerij-ANV. In reglement wordt het beleid van de Boekerij en de uitvoering daarvan zowel als de verhouding met het Afdelingsbestuur van de ANV-afdeling Kaapstad nauwkeurig omschreven.
Het doel van de Boekerij wordt als volgt uiteengezet: ‘De Boekerij beijvert zich om aan boeken, geschriften en andere publicatiemiddelen uit het Nederlandse taal- en cultuurgebied een zo groot mogelijke bekendheid te geven’.
Deze doelstelling bepaalt het verzamelbeleid van de Boekerij, nl. om binnen de beperkte financiën een vertegenwoordigende vezameling Nederlandse boeken, tijdschriften en video's op te bouwen met inachtneming van de speciale behoeften van de twee gebruikersgroepen, nl. de Nederlandse gemeenschap van Kaapstad en andere personen, die belangstelling in de Nederlandse taal en cultuur tonen. De eerste groep gebruikers vergrijst, daarom is het van groot belang om de tweede groep uit te breiden. Deze mogelijkheid heeft in het verslagjaar een positieve vooruitgang beleefd door de inschakeling van twee buitendiensten bij openbare bibliotheken, nl. die in Milnerton en die in Bellville in het nieuwe gebouw van die bibliotheek. Hopelijk zal het gebruik in deze buitendiensten toenemen nu ze meer toegankelijk zijn ook voor personen buiten de Nederlandse gemeenschap.
De bibliothecaris is van mening dat er te weinig nieuwe boeken aan de lezers beschikbaar gesteld worden. Tot op heden heeft de Boekerij slechts een gemiddelde van 200 nieuwe boeken per jaar kunnen aanschaffen, verdeeld over vijf bibliotheken (hoofdbibliotheek plus vier buitendiensten) geeft dat een gemiddelde van 40 nieuwe boeken per bibliotheek per jaar. Een groot aantal van de oudere lezers is volkomen uitgelezen in een zekere categorie boeken en een grotere verscheidenheid nieuwe boeken zou de belangstelling opnieuw prikkelen. Nog een factor is dat er meer en meer lezers boeken op een maandelijkse in plaats van een wekelijkse basis lenen. Dit veroorzaakt vanzelfsprekend een daling in de getallen van de uitgeleende boeken en tijdschriften.
Het uitlenen van Nederlandse videofilms moet meer bekendheid krijgen en kan indirekt ook de belangstelling voor het lezen prikkelen. Tweedehands boeken zijn voor een groot deel geschikt voor het opnemen in de Boekerij, maar de tijd en hulp ontbreken om dat volledig te behartigen.
Nieuwe boeken: Ongeveer 90 nieuwe boeken zijn in het afgelopen jaar aangekocht. Het aantal nieuwe boeken was dit jaar aanzienlijk minder aangezien de bibliothecaris in 1988 in Nederland extra boeken had aangeschaft en zodoende de jaarlijkse subsidie ietwat had overschreden.
Expositie, demonstraties, videofilms, lezingen: De Ex Libris expositie gehouden in de Boekerij in de maanden april, mei en juni was een groot succes. De opening werd onder veel belangstelling verricht door dr. C. Pama.
Ongeveer 200 mensen bezochten de expositie en berichten hierover verschenen in de Nederlandse Post en de 3 plaatselijke dagbladen. Studenten van de UWK onder leiding van dhr. Van Zijl en mej. van der Rhee brachten een bezoek aan de Boekerij en bekeken ook de expositie. Studenten van het Departement Bibliotheek- en Inlichtingkunde van de Universiteit van Stellenbosch onder leiding van prof. Overduin brachten ook een bezoek aan de Boekerij en de expositie en dr. Pama gaf ter gelegenheid hiervan een praatje over de geschiedenis van de Ex Libris.
Er werden 12.573 boeken en tijdschriften uitgeleend.
Samenstelling van het bestuur per 31 december 1989:
voorzitter: |
prof. dr. P.G.J. Overduin |
onder-voorzitter: |
mevr. M. Ennenga |
secretaris: |
mevr. E. Alma |
penningmeester: |
de heer C.W. Grootendorst |
| |
Afdeling Limburg
De algemene ledenvergadering van de afdeling waarop allerlei huishoudelijke zaken werden geregeld, werd op 21 maart gehouden. De uitreiking van de Visser-Neerlandiaprijzen, waarvoor de afdeling gevraagd werd de bijeenkomst te organiseren, vond plaats op 27 mei. Deze handeling werd verricht door dr. H.J.G. Waltmans, algemeen voorzitter, aan dhr. H.H. Combecher en door mr. E.J. Raskin, voorzitter Vlaanderen, aan de vereniging/vzw Zannekin.
De derde in een reeks zgn. academische zittingen vond plaats op 30 oktober in kasteel Alde-Biezen (B) met als thema: ‘De plaats van de Nederlandse taal en cultuur in Europa na 1992’.
Sprekers waren Walter Lerouge met als onderwerp: ‘Mediabeleid; een culturele opdracht’ en Maarten Mourik met als onderwerp: ‘Europese culturele coexistentie’.
Samenstelling van het bestuur per 31 december 1989:
voorzitter: |
dhr. J.W.A.M. Volleberg |
secretaris-penningmeester: |
mr. M.J.P.T. Waltmans-Pennings |
| |
| |
| |
Afdeling Noord-Brabant
In het verslagjaar 1989 vond de officiële oprichting van de afdeling Noord-Brabant plaats, nadat ultimo 1988 daartoe de vereiste stappen waren gezet.
Met een druk bezochte academische zitting in het Proviniciehuis van Noord-Brabant op 1 juni 9189 was de afdeling een feit.
Mr. F.J.M. Houben, commissaris der Koningin in de provincie Noord-Brabant, sprak een welkomstwoord uit.
Dr. H.J.G. Waltmans, algemeen voorzitter van het ANV, verrichtte de installatie.
Als thema van de bijeenkomst was gekozen: ‘Mens, taal en cultuur in perspectief’. Achtereenvolgens worden korte lezingen verzorgd door: prof. dr. A.M.C. van der Geld, voorzitter van de nieuwe afdeling; mr. E.J. Raskin, voorzitter van ANV-Vlaanderen; drs. L.J.M. van de Laar, afd. secretaris-penningmeester: J.D. van der Harten, afd. vice-voorzitter.
De nieuwe afdeling stelt zich een brede gedachtenwisseling tot doel aan de hand van o.a. lezingen, fora, discussies.
Noord-Brabant wordt daarbij gezien als de katalysator tussen Noord en Zuid. Als eerste daad heeft de afdeling een hand uitgestoken over de lange grens tussen Zuid-Nederland en Noord-Vlaanderen. Gezien de belangstelling uit Antwerpen is daarop gunstig gereageerd. In het najaar van het verslagjaar vond een tweede bijeenkomst plaats, waarbij wederom tal van leden en genodigden aanwezig waren. De heer M. Mourik, oud-ambassadeur voor culturele samenwerking (Nederland), hield een boeiende voordracht over ‘culturele coëxistentie in Europa’, speciaal ook ten aanzien van Nederland en de Vlaamse Gemeenschap. Zijn uitlokkende thesis ‘Wij hebben wel buitenlandse culturele betrekkingen, maar geen buitenlands cultureel beleid’, riep een levendige discussie op.
Samenstelling van het bestuur per 31 december 1989:
voorzitter: |
porf. dr. A.M.C. van der Geld |
vice-voorzitter: |
J.D. van der Harten |
secretaris-penningmeester: |
drs. L.J.M. van de Laar |
| |
Afdeling Noord-Holland en Flevoland
Er werden in 1989 vier avonden voor de leden verzorgd, alle in het Vlaams-culturele centrum ‘De Brakke Grond’.
Op 26 januari waren er twee lezingen, eerst van drs. M. Hameleers over ‘De Zuid-Nederlandse cartografen en hun stadsplattegronden in de Noordelijke Nederlanden, vooral te Amsterdam’, en daarna van dhr. N. Ceulemans over ‘Cartografie te Amsterdam nu: de techniek en de mogelijkheden van de hedendaagse vogelvluchtkaarten’, opgesierd door werk van dhr. Ceulemans in de foyer van de Brakke Grond. Men kon aansluitend intekenen voor de eerste en gesigneerde exemplaren van een in vogelvluchtperspectief getekende kaart van Amsterdam.
Op 16 februari waren er weer twe lezingen, nl. van dra. M. Vermerien-Vanwelden over ‘Oudenaardse wandtapijten: lokale productiestructuren en expansie in de Noordelijke Nederlanden’ en van mw. L. Bosschaert over ‘Vlaamse wandtapijten in Nederland: restauratie en conservering’. Deze twee lezingenavonden werden goed bezocht.
Op 25 april sprak dhr. O. de Wandel, secretaris van de Nederlandse Taalunie, over ‘De Nederlandse Taalunie en de spelling’.
Op 1 juli hield de afdelilng haar jaarvergadering, met na afloop een discussie onder leiding van prof. J. de Vries over de vraag ‘Waarom is het Nederlands nooit een wereldtaal geworden?’, waarvoor een redelijke belangstelling bestond. Op zaterdag 30 september was er een wandeling door Oud-Haarlem onder leiding van dhr. H. Rau, waarbij vooral de aandacht gevestigd werd op uitingen van Vlaamse immigranten. Omstreeks 1630 bestond 51 % van de Haarlemse bevolking uit Vlaamse immigranten (o.a. Frans Hals, Lieven de Key en Karel van Mander). De belangstelling voor deze wandeling was goed.
De voorzitter woonde als lid van het hoofdbestuur alle vergaderingen van dat bestuur bij. Een of meer leden van het afdelingsbestuur waren aanwezig bij de uitreiking van de Visser-Neerlandiaprijs aan dhr. H. van der Heyden op 24 april in Bellevue te Amsterdam, bij de heroprichting van de afdeling Noord-Brabant op 1 Juni te 's-Hertogenbosch, op de ANV-jaarvergadering op 10 juni te Roosendaal en op de ANV-verbondsdag op 28 oktober te Culemborg.
Dhr. Klaassen, voorzitter van de afdeling, blijft betrokken bij het project om een brochure voor schoolverlaters in Vlaanderen en Nederland te maken.
Samenstelling van he bestuur per 31 december 1989:
voorzitter: |
P.M. Klaassen |
secretaris: |
ir. J.A.C. Kroessen |
penningmeester: |
mw. W.I. Schouten-van Winsen |
| |
Afdeling Oost-Vlaanderen
Zowel de secretaris als de penningmeester konden door het aanvaarden van een nieuwe baan geen deel meer blijven uitmaken van het afdelingsbestuur.
Omdat zij een zeer groot aandeel leverden in de organistatie van bijeenkomsten en andere activiteiten trad daarin aanzienlijke stagnatie op.
De afdeling hoopt binnenkort weer over een volledig bestuur te kunnen beschikken.
Afdelingsvoorzitter: |
mw. prof. dr. A. Deprez. |
| |
Afdeling West-Vlaanderen
De afdeling West-Vlaanderen kwam in het verslagjaar viermaal bijeen in bestuursvergadering en verzorgde driemaal een algemene bijeenkomst te weten:
Op 12 januari nodigde de afdeling de Nederlandse en Vlaamse studenten van het Europacollege uit voor een etentje te Brugge. Het was de bedoeling in een gemoedelijke sfeer van gedachten te wisselen over de positie van Nederland en Vlaanderen en van de Nederlandse cultuur in het Europa van vandaag en morgen. Van de 30 Vlaamse en Nederlandse studenten die aan het Europacollege studeren waren er 26 aanwezig op deze ontmoeting. In het gezelschap van hun directeur werden zij ontvangen door het bestuur van het ANV West-Vlaanderen. Na een inleiding door voorzitter Bob Vanhaverbeke werd het woord verleend aan Wilfried Vandaele, algemeensecretaris van het Algemeen-Nederlands Congres. Hij gaf een interessante uiteenzetting over de bestaande Vlaams-Nederlandse samenwerking met heel wat cijfers, feiten en minder bekende achtergrond-informatie. Hij stond stil bij de rol van de Benelux als voorbeeld voor de EG, bij de gevaren en kansen voor de kleinere cultuurgemeenschappen in Europa en bij de discussie over de culturele taak van de EG. Hij wees op de talrijke contacten tussen Noord en Zuid, maar tevens op
| |
| |
het gebrek aan structuren om deze contacten een meer permanent karakter te geven. Het scheppen van dergelijke structuren achtte hij een concrete stap met het oog op 1992.
Hierop kwam een stortvloed van vragen en reacties en er werd dan ook nog tot laat op de avond nagekaart over een en ander. Kortom: een geslaagd initiatief.
Op vrijdag 28 april organiseerde het ANV-West-Vlaanderen een huldezitting ter ere van Hendrik Brugmans, ere-rector van het Europacollege te Brugge.
Na de verwelkoming door voorzitter Bob Vanhaverbeke werd een openhartig gesprek gevoerd met Hendrik Brugmans door een panel bestaande uit dr. jur. Michiel Vandekerckhove, mw. Anne Pannier, en lic. Luc Decorte.
Aan de hand van enkele indringende vragen werd Hendrik Brugmans uitgenodigd om terug te blikken op enkele cruciale momenten uit zijn leven en denken. Zoals verwacht werd het een uitermate boeiende babbel met enige humor, maar ook met enkele diepzinnige uitspraken die menig aanwezige moet hebben beroerd.
Na een korte huldeblijk vanwege het Brugse stadsbestuur werd het woord verleend aan minister Daniel Coens, voorzitter van de Raad van bestuur van het Europacollege. In naam van velen in Vlaanderen sprak de minister een welgemeende dank uit tegenover de vele verdiensten van Hendrik Brugmans. De hulde van minister Coens werd door de talrijke aanwezigen in de Gotische zaal met een daverend applaus bijgetreden. Na de overhandiging van een geschenk aan de gevierde en bloemen voor mw. Brugmans werd de avond besloten met een receptie waar - hoe kan het ook anders - de gasten onthaald werden met het bekende Brugse ‘Straffe Hendrik’-bier.
Op 13 oktober organiseerde het ANV-West-Vlaanderen in samenwerking met de Vereniging Algemeen Nederlands een voordracht over ‘Nederlands in Duitsland’. Spreker was Jozef Kempen, neerlandicus uit Bonn die zich bijzonder inzet voor het Nederlands in de Bondsrepubliek. Zijn voordracht handelde over o.m. de Nederlandse geschiedenis van de Nederrijn, over misverstanden in Duitsland omtrent Nederlands en Vlaams en over het Nederlandse taalonderwijs in de Bondsrepubliek. Deze avond vond plaats in ‘De gecroonde leerse’, de zaal van de Kredietbank te Brugge. Nadien werd een receptie aangeboden door de Kredietbank.
Verder werden in het verslagjaar met aantal andere initiatieven genomen:
- | medewerking aan de informatie-map voor alle studenten van het Europacollege bij het begin van het academiejaar |
- | afspraken met de Belgisch-Nederlandse Vereniging te Brugge over gezamenlijke activiteiten |
- | eerste contactname met nieuwe kandidaat-bestuursleden voor ANV-West-Vlaanderen uit de streek van Kortrijk en Roeselare |
- | de afdeling heeft zich ook ingezet om in de verhouding ANV-ANC alle misverstanden uit de weg te ruimen en aan te zetten tot een betere verstandhouding ten bate van de algemeen-nederlandse gedachte en acties. |
Samenstelling van het bestuur per 31 december:
voorzitter: |
B. Vanhaverbeke |
secretaris: |
D. Metsu |
penningmeester: |
P. Kempynck |
| |
Afdeling Zuid-Holland
Op 8 februari kon op het laatste moment prof. dr. F. Maas geen lezing over ‘De Nederlandse cultuur in de Europese eenheid na 1992’ houden wegens het overlijden van zijn vader. De algemeen secretaris J. Kits Nieuwenkamp, eveneens welbekend met deze materie, was zo vriendelijk in te vallen.
Resumé: Europa is bezig een economische ‘eenheid’ te worden, maar er zijn ook bewegingen van de Nederlanden af (trek van de economische activiteit zuidwaarts; door de kanaaltunnel komen wij in een hoek te liggen). Als de grenzen openvallen zal bovendien het cultureel aanbod van de grote Europese landen sterk toenemen. Er is méér cultureel zelfbewustzijn en méér creativiteit in het onderwijs nodig om deze nieuwe invloeden de baas te kunnen. Naast een economisch één Europa moeten we zorgen voor een cultureel pluriform Europa, waaraan de Nederlandse taal en cultuur blijvend haar steentje behoort bij te dragen.
Op 24 juni vond de excursie naar het Land van Kleef plaats. Bijzonder verheugend was dat ook de afdelingen Arnhem-Nijmegen en Oost-Vlaanderen aan de excursie deelnamen. De heer W. van Heugten, secretaris van de afdeling Arnhem-Nijmegen en schrijver van een boek over het Land van Kleef, was de gids. Hij heeft de deelnemers door zijn kennis, programma en gidskwaliteiten een onvergetelijke dag bezorgd. Een 50-tal personen, waarvan 29 van afdeling Zuid-Holland, namen aan de excursie deel.
De 29 november 1989 sprak de heer M. Mourik, oud-ambassadeur bij de Unesco en oudambassadeur der Nederlanden voor Internationale Culturele Samenwerking over culturele coëxistentie in Europa met daarin de kleinere culturele entiteiten en de samenwerking tussen Nederland en de Vlaamse Gemeenschap. Op de bijeenkomst was een 60-tal personen, waaronder de heer L. Ceyssens, ambassadeur van België en zijn echtgenote, aanwezig.
Het opfleuren van de afdeling, welke in 1987 begonnen is, heeft zich verder doorgezet. Het aantal leden is in het afgelopen jaar aanzienlijk toegenomen, mede door een intense wervingsactie.
Samenstelling van het bestuur per 31 december 1989:
voorzitter: |
mr. L.H.I.M. Hoogeweegen |
secretaris: |
ir. G.C. Mobouck |
penningmeester: |
W.P.M, van Dongen |
| |
4. Werkgroepen
Algemeen
Het bestuur streeft ernaar het permanente karakter van een aantal werkgroepen op te heffen.
Veeleer gaan de gedachten uit naar werkgroepen ad hoc, die binnen een bepaalde tijd een welomschreven taak uitvoeren.
| |
Beleggingscommissie
In 1989 kwamen de commissie en de algemeen penningmeester de heer H. Neeleman bijeen om van gedachten te wisselen over het te voeren beleid aangaande de beleggingen van de door het ANV beheerde fondsen. De commissie bestaat uit de heren B. van Marken, directeur Pierson, Heldring en Pierson en drs. W.J.M. Mathot, vennoot van Deloitte, Dijker en Van Dien, accountants.
| |
| |
| |
Boekverspreiding
Stond in 1988 het Taaltreinenproject in Wallonië extra in de belangsteling, nu was het de beurt van de Fachvereinigung Niederländisch. Deze vereniging bracht met de steun van het ANV een bundel in vier delen uit, waarin tal van wetenswaardigheden over Nederland en Vlaanderen zijn opgenomen. Verhalen, gedichten, milieuzaken, musea enz. vormen onder meer de inhoud van de bundel waaruit de docenten kunnen putten ter voorbereiding van hun lessen Nederlands.
Voorts staat de Nederlandse jeugdboekenschrijver Jan de Zanger in de belangstelling, nadat hem de Gustaf-Heinemann-Friedenspreis was toegekend. Het ANV verzorgt mede het beschikbaar stellen van zijn boeken. Een nascholingsweek voor docenten Nederlands uit de BRD in de universiteit van Groningen werd door het ANV ondersteund met boeken van de schrijvers J. Brouwer en A.F.TH. v.d. Heyden, die uitvoerig werden behandeld. Er is veel vraag naar boeken op het gebied van land- en volkenkunde, woordenboeken, geluidsbandjes met liedjes of teksten, leesbladen voor het voortgezet onderwijs en boeken in het bijzonder geschikt voor docenten. Zoals de ‘ANS’, de Algemeen-Nederlandse Spraakkunst, vraagbaak voor lesgevenden.
In totaal zijn ruim 1200 boeken, tijdschriften en bandjes gezonden voor een waarde van f. 14.475,- of BF 263.177.
Duitse onderwijsinstellingen in de twee aangrenzende deelstaten ontvingen een bijdrage voor de aanschaf van boeken ter waarde van ca. f. 10.500,-.
Naar scholen in Frans-Vlaanderen werd een 100-tal boeken gezonden. De opiniebladen Elsevier en Vrij Nederland waren bestemd voor de leestafel van de ANV-Boekerij te Kaapstad. Aan studenten Nederlands aan de drie universiteiten van Kaapland werden prijsboeken uitgereikt.
Vlaamse scholen in Burundi, Zaïre en Ruwanda ontvingen Nederlandstalig lesmateriaal.
Aan diverse projecten, waaronder het Toernooi der Lage Landen, een jaarlijkse toneelwedstrijd voor gezelschappen uit Nederland en Vlaanderen, werd ruim f. 1300,- besteed in de vorm van prijsboeken.
Uitvoering: J. van Hoorn, administrateur.
| |
Eeuwfeestcommissie
Zo langzamerhand komt de viering van het Eeuwfeest in 1995 in zicht. Een map vol losse ideeën ligt klaar voor de commissie die hierin vorm zal aanbrengen om vervolgens het bestuur te adviseren over de wijze van een herdenking.
De commissie bestaat uit mw. prof. A. Deprez, prof. dr. A van der Geld, P.M. Klaassen, drs. R. Rennenberg, E. Ruysschaert en dr. A.W. Willemsen.
| |
Internationale Culturele Samenwerking
Tijdens de ANV-conferentie ‘De Nederlanden Nu’ van 22 mei 1989 te Brussel spraken zowel de voorzitter van de Vlaamse regering Gaston Geens als minister-president dr. Lubbers zich uit voor bezinning op taak en werkwijze van de Nederlandse Taalunie (1980). De door het bestaan en de structuur van de Taalunie geboden mogelijkheden zouden meer en beter gebruikt moeten worden.
Tevens spreken zes Nederlandse politieke partijen zich in hun verkiezingsprogramma's uit voor nauwe Nederlands-Vlaamse samenwerking en noemt de Vlaamse regering in haar nota Externe Betrekkingen Nederlands-Vlaamse samenwerking gepriviligeerd en prioritair. Tegen deze achtergrond heeft het bestuur van he ANV besloten een tijdelijke commissie in het leven te roepen om na te gaan welke concrete vormen van samenwerking tussen Nederlandse en Belgische diplomatieke vertegenwoordigingen mogelijk en wenselijk zijn op het vlak van voorlichting en culturele zaken.
Tegelijkertijd dient te worden onderzocht op welke wijze diplomaten in opleiding bekend en vertrouwd kunnen worden gemaakt met het bestaan van het Nederlandse taalgebied in zijn geheel, uitgaande van het verdragsgebied van de Nederlandse Taalunie.
De bevindingen van de commissie worden neergelegd in een rapport dat in druk zal verschijnen en aan de meest betrokken bewindslieden zal worden aangeboden tijdens een symposium gewijd aan algemeen-Nederlandse presentie en presentatie in het buitenland.
De commissie werd geïnstalleerd op 15 november 1989 en vergaderde in het verslagjaar nog eenmaal in december.
De commissie staat onder leiding van mr. J.G.N. de Hoop Scheffer, oud-ambassadeur. Leden: dhr. P. Beugels, dhr. J.R. Vanden Bloock, prof. dr. P. den Boer, mw. drs. M.M. Janssen; secretaris, drs. J.L.M. Kits Nieuwenkamp, mr. E.J. Raskin, dhr. M. Ruys.
| |
Leraren Nederlands in de ons omringende taalgebieden
Drs. A.R.A. Theunissen, die sinds 1975 de werkgroep leidde, trad medio 1989 als lid van de werkgroep af. Voor zijn grote verdiensten ontving de heer Theunissen op de Verbondsconferentie te Culemborg de ‘Oorkonde van Verdienste’.
Zijn functie wordt tijdelijk waargenomen door drs. J.L.M. Kits Nieuwenkamp.
De werkgroep organiseerde - nog onder leiding van de heer Theunissen - op 14 juni 1989 te Lingen een ééndaagse conferentie voor docenten Nederlands in Nedersaksen. Een dertigtal van hen kwam die dag in het Johanneum Gymnasium bijeen om kennis te nemen van inleidingen over didactiek van het lesgeven van het Nederlands.
Jan de Zanger, een jeugdboekenschrijver las voor uit eigen werk en beantwoordde vragen daarover. Een deel van het programma werd besteed aan het geschikt maken van teksten uit zijn boeken voor klassikale behandeling.
De conferentie heeft nog een vervolg. De Zanger zal een aantal scholen bezoeken voor het houden van lezingen over Nederlandse jeugdliteratuur. In november kwam de werkgroep in gewijzigde samenstelling bijeen.
De werkgroep stond tot 1 juli onder leiding van drs. A.R.A. Theunissen, daarna is waarnemend voorzitter drs. J.L.M. Kits Nieuwenkamp.
| |
Literatuur
Ook in 1989 verscheen de ANV-gedichtenbundel met 24 gedichten van merendeels beginnende dichters. Deze gedichten waren geselecteerd uit de inzendingen van het jaar daarvoor. Tal van thema's worden poëtisch verpakt aan de openbaarheid prijs gegeven. Lente, liefde, verdriet, vreugde, eenzaamheid en angst; het zit er allemaal in, berijmd en onberijmd.
Ook dit jaar zijn weer gedichten ontvangen die een beoordeling ondergaan. Voorzien van
| |
| |
kritische kanttekeningen worden ze teruggezonden.
Hiermee wordt de dichter geconfronteerd met zijn of haar (on)kunde. In ieder geval hoopt de jury hen enig inzicht te verschaffen in hun mogelijkheden.
De werkgroep Literatuur staat onder leiding van de heer W. Hofman.
Secretariaat: J. van Hoorn, administrateur - mw. J.G.C.M. van der Stap, verbondskantoor Den Haag - mw. E. van Esbroeck, secretariaat Brussel.
| |
De Nederlanden in de Wereld
De Werkgroep ‘De Nederlanden in de Wereld’ kwam bijeen op 3 maart, 19 mei, 29 september en 22 november 1989 in Antwerpen. De voorzitter woonde de hoofdbestuursvergadering bij op 10 juni in Roosendaal. Gelet op het gegeven dat vele leden werkzaamheden elders hebben, was de opkomst der leden meer dan bevredigend. Omdat een klein aantal leden niet steeds de vergaderingen kan bijwonen is hun lidmaatschap omgezet in een adviseursschap.
Aan de afspraak met het hoofdbestuur om een rooster van periodiek aftreden op te stellen is in dit verslagjaar geen gevolg gegeven, omdat eerder met het hoofdbestuur was overeengekomen de werkgroep intact te laten in verband met het in 1990 te houden Algemeen Nederlands Congres.
Afscheid werd genomen van de heer H.L. Janse. De leden van de werkgroep bewaren de beste herinneringen aan zijn inbreng.
Mevrouw Silvia van Ameringen zag zich genoodzaakt haar medewerking aan de werkgroep op te schorten, omdat deze te vaak en te veel ‘in vrijblijvende discussies blijft steken’. De werkgroep heeft zich in haar stellingname kunnen herkennen. Daarbij is vastgesteld, dat het terrein dat de werkgroep bestrijkt in feite te groot, te veelzijdig is, resp. dat de werkgroep niet over een eigen ‘achterban’ kan beschikken. De vraag is daarbij geopperd of niet zou moeten worden overwogen de werkgroep onder te verdelen in subgroepen, die deelonderwerpen ter hand nemen en uitwerken (voorstel hr. F. Pittery). Op verschillende wijze is gepoogd om uit de opgetreden impasse te komen. Helaas werd een voorgenomen en toegezegd gesprek met de heer Johan Fleerackers onmogelijk door diens vroegtijdige en betreurde dood. Een gesprek met de heer Suykerbuyk leidde o.m. tot het perspectief dat in het kader van de Benelux er meer mogelijkheden zijn voor gezamenlijk Nederlands-Vlaams optreden naar buiten toe, dan aanvankelijk werd en doorgaans wordt verondersteld.
Activiteiten:
- | de nota van het lid van de werkgroep, de heer Pauwels, het Nederlands-Belgisch Cultureel Accoord van 1946 over uitbreiding van taken naar buiten toe. De gedachte werd overgenomen door de heer Vandaele, lid van de Gemengde Commissie van het Nederlands-Belgisch Cultureel Accoord; |
- | het doornemen van de begrotingen van WVC, Buitenlandse Zaken en Onderwijs m.b.t. de cultuurparagraaf; |
- | het doornemen van de verkiezingsprogramma's van de Nederlandse politieke partijen inzake cultuur (alleen CDA en D 66 noemden samenwerking met Vlaanderen expliciet); |
- | het doornemen van de verkiezingsprogramma's van Nederland en Vlaanderen m.b.t. de Europese verkiezingen (alleen CDA en VU spraken over samenwerking met Vlaanderen/Nederland expliciet); |
- | het initiatief voor een rondetafelgesprek met de Nederlandse en Vlaamse lijsttrekkers. Dit gesprek werd geleid door de heer Vandaele. Daarbij bleek dat Vlaanderen lijsttrekkers afvaardigde, Nederland zijn ‘tweede garnituur’. Het gesprek leidde tot de nodige publiciteit, ‘zelfs’ in Nederlandse bladen. De moeizame totstandkoming van dit gesprek kan illustratief zijn voor de problemen waar ook onze werkgroep voor staat; |
- | het advies aan het hoofdbestuur om een prijs in te stellen ter bekroning van Nederlandstalige literaire publicaties geschreven door hen die buiten Europa de Nederlandse taal hanteren. |
Tot slot zij opgemerkt dat de werkgroep het tweede halfjaar zich uitsluitend heeft bezig gehouden met de voorbereiding van het ANC-congres. De werkgroep hoopt en verwacht dat het resultaat van dit congres mede zal leiden tot positieve beïnvloeding van het werk van de werkgroep.
De werkgroep staat onder leiding van de heer C.A.M. Middelhoff.
Secretaris: J. van Hoorn, administrateur.
| |
Persprijs
Het Algemeen-Nederlands Verbond stelt jaarlijks, voor het eerst in 1989, de ANV-PERSPRIJS (journalistenprijsvraag) beschikbaar aan journalisten in opleiding in Nederland en Vlaanderen.
De prijs bestaat uit twee bedragen, groot fl. 1.000,- en fl. 750,-, respectievelijk Bfrs 18.000 en Bfrs 13.500 voor de twee beste journalistieke werkstukken die moeten handelen over Nederlands-Vlaamse samenwerking in het licht van de Europese eenwording en de plaats van de Nederlanden daarin.
In een Europa zonder grenzen zal grensoverschrijdende regionalisering ontstaan op grond van de gemeenschappelijke taal en cultuur. Tot zo'n regio zal zich het aaneengesloten Nederlandse taalgebied ontwikkelen - Nederland en Vlaanderen - dat sinds 1980 het verdragsgebied is van de Nederlandse Taalunie.
De vraag rijst in welke sectoren - buiten de taal en letteren - nog meer tot wederzijds voordeel kan worden samengewerkt. Een origineel antwoord hierop kan mede door middel van deze prijsvraag worden gegeven.
| |
Redactie Neerlandia
In 1989 verscheen de 93e jaargang, zoals gebruikelijk met vijf nummers, zij het dat in december de nummers 4 en 5 gezamenlijk als dubbel nummer werden uitgebracht.
De vaste rubrieken ‘Spiegel van de Nederlanden’, ‘De Nederlanden in de wereld’ en de ANC-Nieuwsbrief brachten een schat aan feitelijke gegevens over Nederlands-Vlaamse betrekkingen en de positie van de Nederlandse taal en cultuur in binnen- en buitenland.
Als hoofdartikel verschenen ondermeer:
De plaats van de kleine omroepen in Europa |
(nr.1) |
De neerlandistiek te Boedapest |
(nr.1) |
Alberdingk Thijm en Vlaanderen |
(nr.2) |
De twee-eenheid der Nederlanden |
(nr.2) |
De toekomst van onze taal wordt in Brussel bepaald |
(nr.3) |
De leerstoel Nederlands te Wroclaw |
(nr.3) |
Hoe verstaan Noord en Zuid elkaar |
(nr. 4/5) |
Nationale identiteit en cultuurbesef |
(nr. 4/5) |
| |
| |
Andermaal kreeg de ANV-conferentie ‘De Nederlanden Nu’, deze keer in het Brusselse Egmontpaleis gehouden, ruime aandacht. De drie ministers-president, de heren Lubbers, Martens en Geens, gaven groen licht voor zo hecht mogelijke Nederlands-Vlaamse samenwerking met het oog op het zich economisch integrerende Europa. De tekst van hun redevoeringen werd integraal afgedrukt in Neerlandia 1989-3.
De redactie behandelde het door het bestuur geleverde concept-redactiestatuut. Een dergelijk statuut bestond tot dusverre niet. In een nota Groothoff-Heida werden opvattingen en voorstellen van de redactie geformuleerd en aan het bestuur overgemaakt.
De redactie was in 1989 als volgt samengesteld:
voorzitter: J. de Graeve (tot 23 oktober 1989)
leden: S.W. Couwenberg, G. Groothoff, M. Heida, J.L.M. Kits Nieuwenkamp, P. Krug, A. Overbeeke, Y.J.D. Peeters, R. Piryns, W. Vandaele.
| |
Taalgebruik
Zolang het gebruik van het Nederlands in Brussel, in Vlaanderen en bij de nationale instellingen door velen (nog) niet als een vanzelfsprekendheid wordt aanvaard, is er voor de werkgroep Taalgebruik reden van bestaan. Zelfs in instellingen van onderwijs bestaan daarover soms nog misvattingen. De werkgroep signaleert die, adviseert daarover en poogt verbeteringen aan te brengen, veelal met goede resultaten.
Het Katholiek Opvoedings- en Cultuurwezen te Brussel en het Vlaams Onderwijscentrum dienen de werkgroep van advies.
Vlamingen die zich vestigen in de Brusselse agglomeratie ontvangen via de organisatie uitgebreide informatie over het ‘Nederlandstalige Brussel’.
Met het ministerie van Landbouw en Economische Zaken voert de werkgroep regelmatig correspondentie over het ontbreken van een Nederlandstalige tekst op gebruiksaanwijzingen en garantiebepalingen op geïmporteerde goederen. Mede dankzij het veelvuldig in de publiciteit brengen van deze aktie wordt er binnenkort een wetsontwerp ingediend dat het gebruik van het Nederlands in relatie tot geïmporteerde artikelen regelt.
Voorts zijn besprekingen gaande met 22 sociaal-culturele raden om actie te voeren tegen het uitsluitend gebruik van het Frans op gebruiksaanwijzingen en reclamemateriaal in Brussel.
In samenwerking met het Vlaams Komitee voor Brussel worden de werkzaamheden uitgevoerd.
De werkgroep bestaat onder meer uit:
E Wieme, voorzitter, H. Bunk, H. Schel, E. Schepens
| |
De West
De werkgroep stelde vast dat het ‘bevorderen van de Nederlandse taal en cultuur op de Antillen en zo mogelijk ook in Suriname’ haar belangrijkste doelstelling is.
Eén van de actiepunten is de studie van het Nederlands te stimuleren door het uitschrijven van opstelwedstrijden, het schenken van prijsboeken en het in de toekomst weer oprichten van een ANV-afdeling. Hiertoe zijn contacten op de eilanden een noodzaak. De bekendheid van het ANV is meestal gebaseerd op een certificaat en prijsboeken die het ANV in het verleden schonk voor de beste resultaten in de Nederlandse taal bereikt. Voor het weer invoeren van dit project blijkt grote belangstelling te bestaan.
In de loop van 1989 werd over en weer contact gelegd. Na een uitvoerige gedachtenwisseling lijkt het werken langs deze lijn tot succes te leiden.
De werkgroep De West staat onder leiding van dr. Y.J.D. Peeters.
| |
Visser-Neerlandiacommissie
Voor het verkrijgen van een ANV-Visserneerlandiaprijs werden 35 aanvragen ontvangen. Het merendeel voldeed niet aan de kwalificatie ‘prijs’, die bij het toekennen wordt gehanteerd.
Het bleken subsidieaanvragen te zijn zonder verdiensten in de zin van de op grond van het legaat gestelde criteria voor een Visserneerlandiaprijs.
Uiteindelijk bleef een aantal op de zeef liggen. Na onderzoek en uitvoerige beraadslaging werden daarvan drie, voorzien van een positief advies, aan het ANV-Hoofdbestuur voorgelegd.
De commissie bestaat uit:
mw. M. Bouverne-de Bie, drs. J.A.C. van Burg, mr. W.S. da Costa, drs. M.J.A.R. Dittrich, prof. dr. W. Dumon, G. Groothoff, drs. J.L.M. Kits Nieuwenkamp, dr. L. Meerts, G. Ph. Mok, dr. W.O. Renier, dr. R. Roels, dr. H.J.G. Waltmans.
| |
Visser-Neerlandia prijsuitreikingen
Op 24 april 1989 reikte dr. H.J.G. Waltmans de Visser-Neerlandia Dramaprijs voor toneelscripts uit aan Haye van der Heyden. De feestelijke gebeurtenis vond plaats in het Bellevue Theater te Amsterdam. De prijsvraag werd uitgeschreven in 1988 en de manuscripten moesten in drievoud worden ingezonden voor juli 1989. Er kwamen 72 scripts binnen, 39 uit België en 33 uit Nederland.
De jury besloot het manuscript met de titel ‘Prambanan’ bij het bestuur van het ANV voor te dragen ter bekroning. De prijs bedroeg 8000 gld/145.000 belg. fr. Het professioneel geschreven stuk met flitsende dialogen ging najaar 1989 in première en kreeg een uitzonderlijke goede kritiek. De door auteurs en acteurs zo vaak gevreesde Volkskrant schreef o.a. BLIJSPEL OP ONGEKEND NIVEAU, en vervolgt dan: ‘Het kan dus wel. Een nieuwe Nederlandse komedie, met sterke spelers en dialogen die heen en weer flitsen. Het stuk waarmee Haye van der Heyden debuteert, hangt van dergelijke pluspunten aan elkaar. De jury van de Visser-Neerlandiaprijs was er dan ook als de kippen bij om het stuk al dit voorjaar te bekronen’. (Het bekroonde stuk ging het land in onder de titel Jaloezieën) De Jury werd gevormd door:
voorzitter: Wim Spekking
leden: Hugo Meert en Nico Hiltrop
Mw. L.M.H. Boon-van Zele ontving op 28 april uit handen van de algemeen secretaris de heer Kits Nieuwenkamp, een prijs voor persoonlijke verdiensten voor haar werk en inzet voor het tijdschrift Moesson.
Moesson is al decennia lang het bindmiddel tussen tal van uit Indonesië gerepatrieerde Nederlanders. Deze gemeenschap draagt op haar beurt een eigen deel bij tot de Nederlandse identiteit in al haar verscheidenheid.
| |
| |
Op 27 mei werden in kasteel Hoensbroek twee prijzen uitgereikt. De culturele prijs ging naar de vereniging Zannekin die reeds jarenlang de aandacht vestigt op gebieden in Noord-Frankrijk en Duitsland die eertijds tot de Nederlanden behoorden. In deze streken zijn op tal van plaatsen de sporen van weleer nog aanwezig. In haar jaarboeken brengt de vereniging daar op boeiende wijze verslag van uit. De prijs, groot f. 7500,- zal worden besteed aan de uitgave van een register op de eerste tien jaarboeken.
De heer Hans Combecher kreeg de prijs voor persoonlijke verdiensten uitgereikt.
Als leraar Nederlands introduceerde de heer Combechter met veel kennis van zaken en met vooral veel doorzettingsvermogen het Nederlands op Duitse scholen. Nederlands dat in die tijd, zo dertig jaar gelegen, veelal als een Duits dialect werd bestempeld.
Zijn onafgebroken ijveren voor de erkenning van het Nederlands in Duitsland als een zelfstandige en volwaardige taal deed het ANV-bestuur besluiten de heer Combecher te onderscheiden met de Visser-Neerlandiaprijs. In Antwerpen werd op 26 juni in het Romi Goldmuntz centrum een prijs voor persoonlijke verdiensten uitgereikt aan de heer Louis Davids, hoofdredacteur van het Belgisch Israëlitisch Weekblad.
Louis Davids bevordert al een generatie lang in woord en geschrift de integratie van de Belgisch Joodse Gemeenschap in het Vlaams maatschappelijk leven.
Hij is oprichter van de Vereniging ter bevordering van de Nederlandse taal in de Joodse gemeenschap. ‘De stem die hij wekelijks in zijn blad laat klinken, is er een van fundamentele verdraagzaamheid’ aldus voorzitter Waltmans, die hem de prijs overhandigde.
J.L.M. KITS NIEUWENKAMP
algemeen secretaris
Onder leiding van de Jan van Riebeeckstigting bracht een groep Zuidafrikaanse hoofdredacteuren, onder wie prof. W. de Klerk, op 21 april 1990 een bezoek aan het ANV-verbondskantoor. Op de foto leden van de groep zoals zij ontvangen werden door een delegatie van het dagelijks bestuur.
|
|