Nederlands gemenebest
Een Nederlands gemenebest gaat tot de mogelijkheden behoren. Deze benaming wordt althans gebruikt in een nota van de Nederlandse regering aan de Koninkrijkpartners in de West getiteld: ‘Schets van een Gemenebest-constitutie voor het Koninkrijk der Nederlanden’. Volgens deze schets zou het Koninkrijk voortaan bestaan uit vier landen, te weten Nederland, Aruba, Curaçao met Bonaire en de Bovenwindse Eilanden St. Maarten, Saba en St. Eustatius.
De schets voor een gemenebest is op 23 maart door de Nederlandse ministerraad op voorstel van de minister voor Antilliaanse Zaken Hirsch Ballin aanvaard als voorstel voor verdere onderhandelingen. Reeds nu is daar in ieder geval mee aanvaard dat het na-oorlogse Koninkrijk, dat eertijds ook Nederlands-Indië (de Oost) en Suriname (deel van de West) omvatte, niet verder uiteen zal vallen. Dit zou ook tegen de wens van de Antillen zelf ingaan, die met een zo groot mogelijke interne autonomie als zelfstandig land tot het Koninkrijk der Nederlanden willen blijven behoren. Dit was ruim tien jaar geleden ook het geval met Suriname. Tijdens het kabinet Den Uyl nam Nederland echter, onder voorwendsel het kolonialisme te willen afzweren, een aan de huidige opstelling tegenovergestelde houding aan een stootte in feite Suriname af.
Het bestaande Koninkrijksstatuut zal ingrijpend moeten worden aangepast. De gemenebest-constitutie is een staatsrechtelijk verband binnen het Koninkrijk en zal geen volken-rechtelijke relatie scheppen. Dit betekent voor de Antillianen handhaving van de Nederlandse nationaliteit met vrije toegang tot Nederland en Europa, met alle voordelen van dien. Anderzijds blijft Nederland bijvoorbeeld verantwoordelijk voor defensie en rechtsbescherming, tot aan de Hoge Raad in Den Haag toe.