Bijstandsverlening tussen België en Nederland nader geregeld
Op 5 februari ondertekenden de ministers van Binnenlandse Zaken van België en Nederland in Baarle-Nassau een aanvullende overeenkomst waarin de wederzijdse bijstandsverlening bij het bestrijden van in het bijzonder rampen nader wordt geregeld. Voorts geeft de overkomst een regeling met betrekking tot de wederzijdse waarschuwing en informatieverschaffing bij rampen en andere incidenten die gevolgen kunnen hebben voor het andere land. Het gaat om een verdere uitwerking van een in 1988 in werking getreden Nederlands- Belgische overeenkomst.
In de aanvullende overeenkomst worden voor een aantal aspecten meer gedetailleerde afspraken gemaakt. Zo wordt onder meer aangegeven welke gegevens een bijstandsverzoek moet bevatten. Verder worden afspraken gemaakt over het uitwisselen van gegevens die voor een snelle communicatie van belang zijn, en van gegevens die over en weer een goed inzicht geven in elkaars mogelijkheden om bijstand te verlenen. De beide landen zullen ook gaan samenwerken op het gebied van opleidingen en oefeningen. In de zomer van 1989 is in België al een dergelijke grootschalige gezamenlijke oefening gehouden.