Aruba wenst blijvende band met Nederland
Tijdens een persconferentie op 11 mei in Den Haag, verklaarde de nieuwe gevolmachtigde minister van Aruba, R.H. Laclé, dat Aruba geen onafhankelijkheid wil zoals Suriname die in 1975 heeft gekregen. De bevolking kiest voor een blijvende band met Nederland en wil koningin Beatrix als staatshoofd behouden. In het Koninkrijksstatuut van Nederland is in 1985, toen het eiland Aruba een aparte status kreeg los van de overige Antillen, vastgelegd dat Aruba op 1 januari 1996 onafhankelijk wordt.
Daarbij heeft Nederland zich steeds bereid getoond een overgangsperiode in acht te nemen, een speciale staatkundige relatie die vergelijkbaar is met het Britse Gemenebest. Het nieuwe Arubaanse kabinet, dat op 6 januari onder leiding van premier Nelson Oduber aantrad, toonde zich wel bereid voorbereidingen voor die Gemenebest-relatie te treffen.
Laclé stelde in naam van de Arubaanse regering volgende voorwaarden aan Nederland: behoud van de hulp op het gebied van defensie en buitenlandse betrekkingen, cassatierechtspraak bij de Hoge Raad in Den Haag, ontwikkelingshulp, behoud van de aansluiting via Nederland met de Europese Gemeenschap en vrij verkeer van personen en goederen naar Nederland en de EG. Inzake nationaliteit bestaan er volgens de Arubaanse regering diverse mogelijkheden: een Arubaanse nationaliteit, de nationaliteit van de speciale Gemenebest-relatie, of de Nederlandse nationaliteit met een Arubaans ‘citizenship’.