Resultaten
Het gaat niet aan om hier vooruit te lopen op de, door de Recteur de l'Académie en de Nederlandse staatssecretaris overeengekomen evaluatie door Franse (Persyn, Gerth) en Nederlandse (Van Tuil, Halink) specialisten, waaraan misschien ook een Belgische specialist zou moeten worden toegevoegd. Toch is het nuttig om een vergelijking te maken met de vorige tussenbalans en daaruit enkele conclusies te trekken.
Hoewel het Nederlands niet verplicht is, volgen vrijwel alle leerlingen, op één uitzondering na, dit onderwijs, ook al krijgt een groot aantal leerlingen ook nog lessen Portugees (eigen taal en cultuur). Steeds meer ouders, zelfs in België, kiezen voor hun kind de Ecole Pasteur i.p.v. de dichtstbijzijnde basisschool. Dit komt mede door de ruime aandacht voor het project in de plaatselijke pers; eveneens vanuit de hoek van onderwijsspecialisten is er belangstelling, zoals een bezoek van een Italiaanse onderwijsdelegatie ter voorbereiding op invoering van talenonderwijs in Italiaanse basisscholen.
De kwaliteit van het onderwijs Nederlands is duidelijk vooruitgegaan (efficiëntie, afstemming op de doelgroep). Ook is dit onderwijs nu beter ingepast in het overige programma. Er is een opening gemaakt naar Nederlandstalig grondgebied hetgeen ook weer geleid heeft tot internationale samenwerking op andere vlakken tussen de gemeentebesturen van het Franse en het Belgische Wervik. In september 1988 zijn de eerste leerlingen, met drie jaar onderwijs Nederlands achter de rug, doorgestroomd naar een vervolgopleiding. Op het Collége Philippe de Comines wordt de cursus Nederlands voortgezet; helaas ging ongeveer 50% van deze leerlingen naar andere scholen (‘enseignement privé’).
Bij de beoordeling van de resultaten moet niet uit het oog worden verloren dat het project degelijk ondersteund is, met name qua financiën (Nederlands ministerie, V.B.I., Vlaamse V.V.O.B., gemeente Wervik-Zuid, Conseil Régional) en in mindere mate qua begeleiding (Nederlands ministerie, Franse inspectie en Rectorat te Rijsel). Het grote enthousiasme van de twee leraressen, M. Verschoore en T. de Wit is van doorslaggevend belang geweest bij de totstandkoming van bovengenoemde verbeteringen.