| |
| |
| |
Brieven en boeken
Sommige ingezonden stukken overschrijden het karakter van een gewone lezersbrief. Hoewel bepaalde stellingen zeker niet door iedereen gedeeld zullen worden, zijn wij van mening dat ook botsende meningen op hun plaats zijn in Neerlandia. In die geest drukken wij hierbij een bijdrage af van prof. dr. H. Pauwels.
| |
Vlaanderen bij Nederland
Verenigingen als het ANC en het ANV ijveren voor een toenemende samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland op velerlei gebieden. Vele van deze samenwerkingsterreinen behoren tot de verantwoordelijkheid van een staat. ANC en ANV verwachten blijkbaar veel van individuele initiatieven die de staatsverantwoordelijkheid overnemen. Ik sta daar veeleer sceptisch tegenover, niet alleen omdat amateurisme niet kan optornen tegen professionalisme, maar vooral omdat de Vlaming niet staatslievend is. Dit heeft nog al evidente historische oorzaken. Eeuwen lang heeft de Vlaming de staat ervaren als een van bovenaf opgedrukte macht, die in het beste geval gezien werd als een tirannieke vader, in het slechtste geval als een te bestrijden vijand. Men mag dan ook niet verwachten dat de Vlaming uit eigen overtuiging en uit liefde voor een toekomstige staat, diens taak vrijwillig zou uitvoeren. Het is mijn overtuiging dat beleidsverantwoordelijken eerst staatsstructuren moeten creëren, en dan zullen Vlamingen rationeel en nauwgezet hun taak vervullen als staatsambtenaren. Een goed voorbeeld is de Taalunie. Dit is een staatsstructuur met een gezag en met middelen waarin ambtenaren geen geëxalteerd enthousiasme nodig hebben om hun taak naar behoren uit te voeren. Ik pleit voor gelijkaardige structuren op andere terreinen waarin staatsverantwoordelijkheid kan uitgeoefend worden, zodat langzamerhand één nieuwe staatsstructuur zou groeien, het nieuwe Nederland waartoe Vlaanderen zou behoren.
Door deze visie te stellen, treedt men natuurlijk onmiddellijk buiten de respectabiliteit. Men mag niet langer verwachten dat ministers en andere ‘eminente persoonlijkheden’ met staatsverantwoordelijkheid deze visie zouden bijtreden of zelfs maar sympathiek behandelen.
In hetgeen volgt, schrijf ik in persoonlijke naam. Ik heb uit de wetenschap geleerd eerst de thesis voorop te stellen en dan het betoog te geven. Het verwittigt de lezer op tijd om het betoog met argwaan te volgen.
| |
Thesis
Het is mijn overtuiging dat België op democratische wijze, d.i. door opeenvolgende grondwetsherzieningen, zal uiteenvallen in Vlaanderen en Wallonië. Wat er met Wallonië gebeurt, is onze verantwoordelijkheid niet, maar ik verwacht dat het zich zal pogen te integreren in Frankrijk. Vlaanderen, eens onafhankelijk, moet zich trachten te integreren met Nederland. Dit streven zal realistisch verlopen omdat het zal kaderen in het streven naar een Verenigd Europa. Dit nieuwe Nederland, met 20 miljoen Nederlandssprekenden, zal een volwaardig partner zijn van onze bondgenoten Duitsland, Frankrijk, Engeland, Italië, Spanje, enz. in het toekomstige Verenigd Europa.
| |
België verdwijnt
Het is natuurlijk duidelijk dat ik slechts pleit voor een nieuwe staatsstructuur omdat er een probleem is in België, nl. de relaties tussen Vlamingen en Walen. De overgrote meerderheid van politieke verantwoordelijken streven naar een oplossing voor dit probleem binnen het kader van het Belgisch staatsverband. België in vraag durven stellen, plaatst u onmiddellijk bij de marginalen. Er hangt een taboesfeer rond die vraagstelling. Nochtans blijft het een feit dat de belangrijkste partij in Vlaanderen, de CVP, een congresbesluit heeft genomen waarin België overbodig genoemd wordt omdat zijn rol t.o.v. Vlaanderen door Europa kan overgenomen worden. Het blijft een feit dat een nationaal minister gezegd heeft dat België en Wallonië niet langer de zorg van de Vlamingen zijn. Het is een feit dat er geen voorbeelden zijn van een federalisme met twee en dat in België geen nationale partijen meer bestaan.
| |
Taal is bindmiddel
Voor de moeilijkheden in België zijn tientallen verklaringen gegeven. De meeste ervan weerstaan geen kritiek.
‘De’ Vlaming heeft een verschillend karakter van ‘de’ Waal, maar het is toch overduidelijk dat de verschillen tussen de Vlamingen onderling veel groter zijn dan het verschil tussen de statistisch gemiddelde Vlaming en Waal. Een gelijkaardig argument wordt natuurlijk ook gebruikt tegen een mogelijke hereniging van Vlaanderen met Nederland. ‘De’ Vlaming is extrovert Bourgondisch en ‘de’ Nederlander arrogant Calvinistisch en daarom vinden zij elkaar niet sympathiek. Het is nogal evident dat ik niet elke Vlaming sympathiek vind, en toch met hem in eenzelfde staatsverband wil leven, zodat dit zeer betwijfelbaar argument bovendien totaal irrelevant is.
De Vlaming is godsdienstig en de Waal vrijzinnig, maar die bewering is al jarenlang achterhaald. Vlaanderen is economisch welvarend en Wallonië verachtert zienderogen. Maar de economische achteruitgang van Wallonië is duidelijk een overgangsverschijnsel en de economische toestand van Wallonië zal allang opgeklaard zijn, alvorens het staatsverband tussen Wallonië en Vlaanderen is verbroken.
Ik ben van oordeel dat er slechts één geldige oorzaak is van de Vlaams-Waalse tegenstellingen in België, en dat is het taalverschil. Een eerste kenmerk van dit taalverschil is dat het onloochenbaar is. Al de hierboven aangehaalde verschillen zijn bijzonder vaag, moeilijk of totaal niet meetbaar, en zoals reeds gezegd vermoedelijk onbestaand. Misschien kan iemand die jarenlang tussen Vlamingen en Walen geleefd heeft op een zeer voorzichtige manier verschillen vaststellen, maar dat een Waal Frans spreekt, en een Vlaming Nederlands, weet iedereen na de eerste minuut van een ontmoeting.
De oorzaak dat een taalverschil tot zulke diepgaande moeilijkheden aanleiding geeft, is natuurlijk dat de taal het communicatiemiddel bij uitstek is tussen mensen, en communicatie mogen we toch beschouwen als ruim 50% van onze levensactiviteit. Taal is dus absoluut niet alleen het jachtterrein van linguïsten en schrijvers, het is integendeel het belangrijkste werktuig van 100% van de mensen. Er is geen enkele andere tak van het menselijk kennen en kunnen die ook maar van verre het belang van de taal benadert. Wiskunde b.v. wordt uitgevonden door misschien één honderdste procent van de bevolking en gebruikt in min of meer gesofisticeerde vorm door misschien 10% van de bevolking. De betekenis en het belang van de taal is zo evident en eenvoudig, dat het niet nodig is allerlei romantische, mythische en dus zeer bediscussieerbare argumenten bij te bedenken om het belang ervan nog te accentueren.
Sommige linguïsten beweren dat de structuur van een taal zodanig verweven is met
| |
| |
de diepere kenmerken van een volk, dat men de taal praktisch de ziel van een volk kan noemen. De lezer zal al begrepen hebben uit mijn bedenkingen omtrent de zgn. verschillende karaktertrekken van respectievelijk het Vlaamse en het Waalse ‘volk’, dat ik hoegenaamd niet hoog oploop met het begrip ‘volk’. Het is een zeer veel gebruikt, ik zou zeggen misbruikt, begrip in een tiental verschillende, en steeds zeer vage en dubbelzinnige betekenissen. De vaagheid van het begrip ‘volk’ is totaal niet te vergelijken met de klare, bijna wiskundige helderheid van het begrip taal. Het begrip ‘volk’ is in elk geval zo vaag dat ik het totaal niet als een basis voor een staatsstructuur kan beschouwen. Ik ben mij bewust dat ik mij daarmee distancieer van één van de hoofdgedachten van het Vlaamse nationalisme. ‘Volk en Staat moeten één zijn’, ‘wij zijn volksnationalisten, geen staatsnationalisten’, ‘het Europa der volkeren’, ‘het Vlaamse volk bestaat niet, enkel het Nederlandse volk’ zijn enkele voorbeelden van dagelijks gebruikte slogans. Ik ben solidair met vele doelstellingen van de Vlaams-nationalisten, maar ik begrijp echt niet waarom zij zulk een vaag en bediscussieerbaar begrip als argument willen gebruiken, als het argument taal bijna oneindig belangrijker en correcter is. Uit het voorafgaande begrijpt U ook wat ik denk van de naoorlogse slogan: ‘De Vlaamse beweging is geen romantische taalstrijd maar een zakelijke economische strijd’. Als het een economische strijd is, is het een tamelijk egoïstische en materialistische strijd, en een taalstrijd is niet romantisch maar bijna wiskundig rationeel, die zich bovendien richt naar bijna alle facetten van de menselijke activiteit.
Is het taalverschil tussen Vlamingen en Walen dus niet bediscussieerbaar, dan is de manier waarop dit taalverschil aanleiding heeft gegeven tot het grondig onbegrip tussen Vlamingen en Walen wel bediscussieerbaar. Ik geef een argument dat mij logisch lijkt. De bijna exclusieve voorlichting van Vlamingen en Walen door hun eigen respectieve media veroorzaken dat in bijna elke aangelegenheid Vlamingen en Walen als blokken tegenover elkaar staan. De lezer kan zeker zelf nog een reeks oorzaken formuleren voor de veelvuldige ruzies tussen Vlamingen en Walen.
Veel belangrijker dan zulke discussies is het feit dat het taalverschil tussen Vlamingen en Walen op zeer vele terreinen het samenleven en samenwerken in een zelfde staatsverband onzinnig maken. Kort samengevat komt het hierop neer: het taalverschil schept een zeer sterke mobiliteitsbeperking, en zeer vele staatsactiviteiten halen hun zin uit de mobiliteit van de bevolking. Het meest prangende voorbeeld is het onderwijs. Waarom moeten diploma's aan dezelfde wettelijke normen beantwoorden? Waarom moeten wij door de lijdensweg gaan van het groeien naar een consensus onder de Vlamingen, het groeien naar een consensus onder de Walen, dan de confrontatie en het uiteindelijk groeien naar een consensus onder de Belgen (tegen die tijd is de regering natuurlijk al gevallen)? Opdat een ingenieur die afstudeert aan de Universiteit van Gent zou kunnen werken in een industrie in Luik samen met zijn collega's uit de Universiteit van Luik. Maar gaan werken en dus gaan wonen in Luik betekent voor een Vlaming juist hetzelfde als emigreren naar Quebec. Het betekent zijn kinderen gaan opvoeden in het Frans en ze dus sterk vervreemden van hemzelf en zeker van zijn familie. Het gebeurt, maar enkel in uitzonderlijke omstandigheden, na rijp beraad en mits dwingende redenen. Heel die lijdensweg met minstens drie keer meer werk dan in een ééntalige staat om tot eenvormige diplomanormen te komen, enkel en alleen om die paar marginalen die willen emigreren tegemoet te komen. Hierin ligt het essentiële probleem van de meertalige staat: niet dat de oplossingen moeizamer bereikt worden, maar wel dat de problemen zelf onzinnig zijn. Een ironische opmerking voor de ingewijden: in de laatste staatshervorming blijven de diplomanormen nationaal.
Ik ben er mij van bewust dat het principe: ‘één taal, één staat’, op internationaal vlak op zeer heftige weerstand zal botsen. Ik wil er dan ook geen universeel, alles dominerend principe van maken. Maar in het concrete geval van de België-Nederland problematiek denk ik dat het principe inderdaad dominant is.
| |
Vlaanderen bij Nederland...
Uit het voorgaande betoog is het duidelijk dat de moeilijkheden die België dreigen te doen uiteenvallen, niet zouden bestaan als Vlaanderen bij Nederland aansloot. Of de Nederlanders en de Vlamingen elkaar sympathiek of antipathiek vinden, is een zinloze en totaal irrelevante vraag. Maar als Vlamingen en Nederlanders na veel overleg tot gemeenschappelijke diplomanormen zouden komen, dan is dit een zeer zinvol resultaat want het zouden niet alleen enkele marginale elektronische ingenieurs uit Gent of Leuven zijn die in het Philips Natlab te Eindhoven willen werken. Naar Eindhoven gaan werken betekent voor hen niet emigreren maar gewoon verhuizen naar een andere stad. De mobiliteit die één van de belangrijkste motivaties is om in éénzelfde staatsstructuur te leven zou reëel bestaan en zou hoegenaamd geen marginaal randverschijnsel zijn zoals in een staat met twee of meer talen.
Toch blijft de vraag: is het wel nodig dat Vlaanderen bij Nederland komt? Zou het niet eenvoudiger zijn dat Vlaanderen onafhankelijk blijft? Voorlopig is Vlaanderen nog niet onafhankelijk en in de Belgische discussie daaromtrent wordt te pas en te onpas het argument gebruikt: België is al zo klein en dan nog willen uiteenvallen. Naast het feit dat in het Belgisch geval het argument inderdaad zwak is (een grootte 10 en een grootte 6 verschillen niet essentieel), is het toch belangrijk dat het veelvuldig gebruik van dit argument er op wijst dat mensen spontaan aanvoelen dat het belangrijk is voor een staat om groter te zijn. Als Vlaanderen bij Nederland aansluit i.p.v. in België blijft of onafhankelijk wordt, gaan wij van een grootte 10 naar een grootte 20 of van 6 naar 20. De vragen waarom een groter land beter is, wanneer een land te groot wordt, wat de juiste relatie is tussen centralisatie en decentralisatie zijn alle relevant en moeilijk, maar niet op hun plaats in dit betoog.
Het mijns inziens belangrijkste argument tegen het uiteenvallen van België en het samengaan van Vlaanderen bij Nederland is de enorme en langdurige inspanning vereist om een staatsstructuur te wijzigen. In deze discussie is een belangrijk nieuw element gekomen.
| |
... Wegens Europa
Tot voor kort was het uiteenvallen en hergroeperen van staten een idee dat zweefde in een sfeer van oorlog en geweld. Dank zij het ontstaan van de Europese Gemeenschap is het idee van oorlog tussen de lidstaten absurd geworden en herleiden staatshervormingen zich gewoon tot een democratisch proces van de wil van de meerderheid. Bovendien vervaagt het idee en het belang van de nationale staten, zodat discussie over die staten tot de realistische mogelijkheden gaat behoren. Het is trouwens in dit kader dat de congresresolutie van de CVP, Europa neemt de rol van België t.o.v. Vlaanderen over, mo- | |
| |
gelijk is geworden. Ondanks de hysterische reacties op deze resolutie, is zij toch het duidelijkste bewijs dat Europa discussies over nieuwe staatsvormen uit het domein van marginalen heeft gehaald naar dit van de meerderheid van een toch betrekkelijk voorzichtige staatspartij.
Toch kan de groei naar het Verenigd Europa ook gebruikt worden tegen de hereniging van Vlaanderen bij Nederland. Waarom zich nog met zulk een langdurig en moeizaam probleem bezig houden als nationale staten toch marginaal gaan worden, en alle belangrijke aangelegenheden tot de bevoegdheid van de Europese instellingen zullen behoren?
Simonet, een staatsman met zeer veel ervaring in Europese aangelegenheden, noemde dit idee dat de nationale staten zouden verdwijnen absurd (weliswaar om het voortbestaan van België te bepleiten), maar ik geef, ten gevolge van beroepsmisvorming, graag getallen. De vorige staatshervorming werd zwaar aangevallen omdat zij slechts 10% van het nationaal budget federaliseerde. De huidige staatshervorming wordt terecht als veel belangrijker aanzien omdat zij 40% van dit budget federaliseert. (Nog 60% te gaan, zou ik zeggen). Welnu, de nationale staten dragen minder dan 5% van hun budget af aan de Europese instellingen, en dit na 40 jaar strijd voor Europese eenwording. Na nog eens 40 jaar zal het misschien 10% worden. De nationale staten zullen inderdaad zeer belangrijk blijven omdat Europa een confederatie en niet een federale staat zal worden zoals de Verenigde Staten van Amerika. Daarop kom ik terug.
Een argument dat wel pleit voor een onafhankelijk Vlaanderen maar tegen Vlaanderen bij Nederland is het idee van het Europa der regio's. Maar ik denk dat Frankrijk, Engeland, Duitsland en Italië zullen blijven bestaan.
Het Vlaamse probleem is enkel dat wij niet bij België horen, maar wel bij Nederland, en samen met de Nederlanders zullen wij een Staat vormen van 20 miljoen inwoners die een volwaardige partner zal zijn van onze buren. Wij hoeven ons lot niet afhankelijk te maken van het al of niet uiteenvallen van Frankrijk of Engeland, wij moeten gewoon inzien dat we niet bij België horen, maar bij Nederland.
Vijftig maal Vlaanderen met zijn 6 miljoen inwoners levert ongeveer de bevolking van Europa. De gelijkenis met de Verenigde Staten van Amerika is te mooi om toevallig te zijn. Het is duidelijk dat de Europese regionalisten mede geïnspireerd zijn door deze gelijkenis. Maar Europa is de Verenigde Staten van Amerika niet, en zal het nooit zijn. Dit om slechts één enkele reden: omdat Europa meertalig is, en omdat, op enkele uitzonderingen na, de nationale staten met die taalgebieden overeenkomen. Door die taalgebieden is de mobiliteit in Europa veel geringer, en de nodige bevoegdheid van het centraal gezag dus ook veel geringer, en zal Europa een confederale staat worden met een beperkt centraal budget, en geen federale staat waarvan meer dan de helft van het budget centraal is. De Gaulle zei dit reeds 20 jaar geleden, maar grote Europese staatsmannen willen dit maar niet inzien omdat zij de eenvoudige waarheid dat taal de veruit belangrijkste menselijke activiteit is, blijkbaar niet inzien.
| |
Brussel
Brussel speelt een centrale rol in de communautaire problematiek in België. Het probleem komt natuurlijk voort van het feit dat Brussel een Vlaamse stad is, die echter zeer grondig verfranst is. Brussel is volledig omringd door Vlaams grondgebied en dit maakt dat alle mogelijke argumenten om van Brussel een niet-Vlaamse stad te maken, slechts mistverwekkers zijn. Maar dat Brussel grondig verfranst is, is onloochenbaar en, zo zei Simonet, onomkeerbaar.
Dezen in de Vlaamse beweging die Vlaanderen binnen België willen houden, gebruiken als voornaam argument dat daardoor Brussel terug ‘vernederlandst’ kan worden. Op zijn minst is het een eigenaardige redenering, want het is toch evident dat het juist door België is dat Brussel verfranst werd. Maar toch is er wel iets zinvol aan hun argumentatie dat Vlaanderen binnen België toonaangevend zal worden en dat mensen die verfransen omwille van de macht van het type zijn die ook kunnen vernederlandsen omwille van diezelfde macht. Men zou kunnen zeggen, wait and see, maar tot hiertoe wijst alles erop dat men zeer lang zal moeten wachten alvorens te zien.
In de Vlaanderen bij Nederland visie zou men er kunnen voor opteren het Frans een nationale taal te maken door Brusselaars gesproken, ongeveer zoals de Finnen het Zweeds een nationale taal hebben gemaakt. Ik zou er in elk geval niet inlopen als ik Franssprekende Brusselaar was, en bovendien is het wel duidelijk dat ik met mijn principe ‘één taal, één staat’ grondig tegenstander ben van die oplossing. Om dezelfde reden vond ik het Benelux-concept niet eens het vermelden waard in dit betoog..
Ik pleit er voor dat Brussel een Europees territorium zou worden, ongeveer zoals Washington DC in de Verenigde Staten van Amerika. In deze Europese stad zouden de verscheidene talen van de gemeenschap op een gelijkwaardige manier aan bod komen. De Nederlandssprekende gemeenschap van Brussel zou er dus automatisch beschermd worden en volwaardig aan bod komen. Wij zouden Brussel niet afstaan, want Brussel wordt Europees en wij zijn Europeanen. Wellicht zullen de Brusselaars met hun spreekwoordelijke naïeve pretentie, zelf met dit idee akkoord gaan. Dat Brussel dan een volledig francofone stad zou worden acht ik niet correct, want de invloed van de francofonie is in Europa veel geringer dan in België. Spijtig genoeg ben ik niet voldoende geschoold in politieke wetenschappen om de financiële en economische implicaties van deze visie te kunnen inschatten en op dat punt is het dus wel mogelijk dat ik mij op glad ijs waag.
| |
Haalbaar?
Ik pleit dus voor een evolutie van Vlaanderen bij Nederland langs democratische weg. Eerst moet een meerderheid van Belgen de splitsing van België willen, dan moet een meerderheid der Vlamingen een hereniging met Nederland willen, en dan moeten de Nederlanders nog akkoord gaan. Het lijkt een ambitieus project als men nagaat dat ik uit het schamper gelach van mijn kennissen de indruk opdoe nu zowat de enige Vlaming te zijn die hereniging met Nederland bepleit.
Voor de oorlog was het anders. Het was de hoofdgedachte van de Vlaamse beweging. Het is duidelijk de collaboratie en de daarop volgende repressie die een trauma geslagen hebben bij de leiding van de Vlaamse beweging. Zij dierf nog enkel binnen de Belgische context denken. Toch heeft ook de waarheid haar rechten. De Duitse nazi's en hun Vlaamse aanhangers waren tegenstanders van de Groot-Nederlandse gedachte, en bepleitten een Groot-Germaans rijk waarin de verschillende culturen zogezegd autonoom zouden zijn, maar waarin het Duits duidelijk zou domineren. Dus iets zoals de Sovjet-Unie nu. Het is ironisch om vaststellen dat de geest waarin zij dachten en de argumenten die zij
| |
| |
gebruikten, bijzonder parallel liepen met wat door de huidige voorstanders van de Europese eenheidsstaat (waarin nog nauwelijks plaats is voor de nationale staten) wordt beweerd.
Ik beweer dat nu België gefederaliseerd is, het moment der waarheid voor de Vlaamse Beweging is aangebroken. Nu zal zij er moeten voor uitkomen dat zij niet federalistisch is maar separatistisch omdat zij anti-Belgisch is. De eerste tekenen zijn er dat de creatieve kernen van de Vlaamse Beweging in die zin denken. Zij eisen bevoegdheid in buitenlandse politiek op voor Vlaanderen (hoe anders met Nederland onderhandelen?). Zij eisen vertegenwoordiging in Europese instellingen op (hoe anders het onevenwicht in de Europese projecten herstellen?). Zij eisen de ‘federalisering’ van de sociale zekerheid op (hoe anders de miljarden transfers naar Wallonië recupereren?). Ja de argumenten klinken nog onschuldig Belgisch, maar federale staten waar die dingen gefederaliseerd zijn zal men moeilijk vinden.
Wat separatisme met de hereniging met Nederland te maken heeft is duidelijk. Het is voor Nederland totaal onmogelijk om met België te onderhandelen over de hereniging met Vlaanderen. Dat is een zodanig flagrante inmenging in Belgische binnenlandse aangelegenheden dat ze veel meer schade dan voordeel zou berokkenen. Het zou een gehuil van protest verwekken bij de Belgicisten, dat inderdaad gehoor zou vinden bij de bevolking. Het is dan ook duidelijk dat het veel gehoorde argument: de Vlamingen willen wel, maar de Nederlanders zijn totaal ongeïnteresseerd, nu volledig irrelevant is. De Nederlanders mogen wel denken over hereniging, maar zij mogen het niet zeggen zonder de boel te verknoeien. Langs de andere kant is het praktisch ondenkbaar dat eens Vlaanderen onafhankelijk is en zijn hand naar Nederland uitsteekt, Nederland die hand zou weigeren.
Laat ons hopen dat 40 jaar na de oorlog, nu België federaal is, en nu de enige echt Belgische instelling met macht, de Société Générale, heeft getoond Frans te zijn, het rationalisme eindelijk zal zegevieren in de Vlaamse Beweging, en ze de blunder van 1830 zal willen herstellen zonder de fout van 1815 te hernemen door de Walen er te willen bij betrekken. Ik in elk geval ben bereid mijn betoog tot abstract gefilosofeer zonder relatie met de werkelijkheid te verklaren, indien over 10 jaar de hereniging met Nederland weer niet terug de hoofdtoon van de Vlaamse Beweging geworden is.
Prof. dr. H. PAUWELS
Rijksuniversiteit Gent
| |
Grenspalen
Wat Uw blad op bladzijde 148/149 grenspalen noemt, waren in werkelijkheid perroens ten teken van de Luikse soevereiniteit in de steden; zij stonden dan ook niet aan de grens maar midden in die steden, zoals de aandachtige toeschouwer van de foto's had kunnen zien.
Mr. Stan SMEETS
Weert
| |
Excuses van Vara
N.a.v. een reportage over een congres van extreem-rechts te Kortrijk, precies op de vooravond van de IJzerbedevaart te Diksmuide, bracht ‘Achter het Nieuws’ een nogal tendentieuze reportage. De bijeenkomst van enkele tientallen herrieschoppers werd er opgeblazen tot een internationaal nieuwsfeit, waarover de VARA ook minister van Binnenlandse Zaken Tobback op een niet-geoorloofde manier interpelleerde. Over een en ander schreef G. de Jaegher uit Brugge een brief naar de VARA. P. Witteman, eindredacteur van ‘Achter het Nieuws’, antwoordde het volgende (22 september 1988): ‘Dank voor uw reactie naar aanleiding van onze uitzending van Achter het Nieuws op 28 augustus jl. Uw kritiek op die bewuste uitzending is volkomen terecht. Ook wij vonden vooral de toon van het interview onheus. Wij hebben inmiddels aan minister Tobback onze excuses aangeboden. Wij hebben het dan ook op prijs gesteld dat u ons hebt willen schrijven. Kritische reacties, zowel positieve als negatieve, zijn bij ons altijd welkom. Wij kunnen er niet alleen van leren, ze zijn ook een richtsnoer bij het maken van onze programma's.’
| |
Ons Erfdeel 88/5
Het jongste nummer van Ons Erfdeel (november-december 1988) bevat opnieuw een aantal uit Nederlands-Vlaams oogpunt interessante artikels: A. Berteloot heeft het over de voltooiing van het ‘Corpus-Gysseling’; W. Prevenier geeft impressies over de Nederlanden in New Jersey; S. Evenepoel bekijkt de populariteit en de invloed van de Noordnederlandse dichter Rutger Kopland in Vlaanderen; L. van Doorslaer brengt een artikel over Cyriel Buysse in Duitsland. Ook de culturele en taalpolitieke actualiteitsrubrieken bevatten opnieuw heel wat informatie.
| |
Paul Daels overleden
Juist voor het ter perse gaan bereikte ons het bericht dat Paul Daels, voorzitter van het IJzerbedevaartcomité, op 67-jarige leeftijd is overleden aan de gevolgen van een hersenbloeding. Daels werd geboren op 1 mei 1921 te Gent als zoon van de befaamde hoogleraar - gynecoloog Frans Daels. Hij was een overtuigd voorstander van de algemeen-Nederlandse gedachte.
|
|