Europacollege te gast
Op 12 januari nodigde ANV West-Vlaanderen de Nederlandse en Vlaamse studenten van het Europacollege uit voor een etentje in de Zegeklokke te Brugge. Het was de bedoeling in een gemoedelijke sfeer van gedachten te wisselen over de positie van Nederland en Vlaanderen en van de Nederlandse cultuur in het Europa van vandaag en morgen. Van de 30 Vlaamse en Nederlandse studenten die aan het Europacollege studeren (een internationaal gerichte post-universitaire opleiding), waren er 26 aanwezig op de ontmoeting. In gezelschap van hun directeur werden zij ontvangen door het bestuur van het ANV West-Vlaanderen. Na een inleiding door provinciaal voorzitte Bob Vanhaverbeke werd het woord verleend aan Wilfried Vandaele, algemeen secretaris van het Algemeen-Nederlands Congres. In zijn beruchte humoristische en tegelijk scherpe stijl gaf Vandaele een interessante uiteenzetting over de bestaande Vlaams-Nederlandse samenwerking en stond hij stil bij de rol van Benelux als voorbeeld voor de E.G.; bij de rol van de kleinere cultuurgemeenschappen in Europa; en bij de ‘eenheid in verscheidenheid’ van Noord- en Zuid-Nederland. Tevens voorspelde hij voor de nabije toekomst een grotere aandacht voor het pakket cultuur, zowel op nationaal als op internationaal beleidsniveau. De discussie over de culturele taak van de E.G. werd aangeraakt en de standpunten van o.m. de Nederlandse minister Brinkman (cfr. studiedag ‘BTW en cultuur’ te Leidschendam, op 2 november 1988) en van de Franse president Mitterand, die pleitte voor een Europese culturele actie, kwamen ter sprake. Vandaele pleitte voor een duidelijke culturele dimensie van de E.G. Ook besteedde hij aandacht aan de officiële (Taalunie, Cultureel Akkoord, Benelux) en particuliere (Ons Erfdeel, ANV, ANC,...) instrumenten voor de Nederlands-Vlaamse samenwerking.
Hij wees op de talrijke contacten tussen Noord en Zuid, maar tevens op het gebrek aan structuren om die contacten een vast steunpunt te geven. Het scheppen van dergelijke structuren achtte hij een concrete stap met het oog op 1992.
Uit het publiek kwam een lawine van vragen en reacties, zodat de avond als bijzonder geslaagd kan worden bestempeld. Na het slotwoord door penningmeester P. Kempynck, werd nog wat nagekaart.
D.M.