Rotterdam en de VOC
Van 6 maart tot en met 23 mei 1988 is in het Historisch Museum Rotterdam de tentoonstelling ‘Rotterdam en de VOC’ te zien. De tentoonstelling in het Schielandshuis behandelt diverse aspecten van de Verenigde Oostindische Compagnie en haar relatie tot de stad Rotterdam.
Bij de oprichting van de VOC in 1602 was Rotterdam één van de zes steden die een vestiging of ‘kamer’ van de Verenigde Oostindische Compagnie had.
De VOC zorgde in Rotterdam voor de nodige werkgelegenheid. Er was een Oostindische werf waar de VOC haar eigen schepen liet bouwen, een lijnbaan en pakhuizen. Hier werden zowel de geïmporteerde goederen uit Indië als delen van de uitrusting van schepen opgeslagen. Ook tal van toeleveringsbedrijven, als zeilmakerijen, kuiperijen en smederijen profiteerden van het VOC-bedrijf.
Aan de hand van het model van het VOC-schip de Blijdorp (1723-1733) wordt een en ander verteld over de bouw en de uitrusting van deze schepen. Zo laat het soldijboek van de Blijdorp bijvoorbeeld zien dat zeelieden meestal zelden meer dan f 100,- per jaar verdienden, een bedrag dat ver onder het gemiddelde loon lag.
Vondsten, waaronder wapens, maar ook serviesgoed, geven een beeld van wat er zoal meeging aan boord. Aanmonstering als soldaat of matroos bracht vele risico's mee. Van de bemanning keerde er in de 18e eeuw slechts een op de drie terug. De aanwezigheid van een chirurgijn aan boord mocht daarbij nauwelijks baten.
Jaarlijks vertrokken er één of meerdere schepen voor de kamer Rotterdam naar Indië. Als alles goed ging, keerden zij volgeladen met kruiden, specerijen, textiel en porselein terug. Het prestige van de VOC in Rotterdam werd sterk verhoogd door de bouw van een monumentaal Oostindisch Huis in 1696. Het complex bestond uit pakhuizen, kantoren en een verkooplokaal, waar de koloniale waren werden geveild. De wanden van het oorspronkelijke lokaal waren bedekt met een serie van 67 portretten van VOC-bewindhebbers (de directeuren van de VOC). Een kleine 50 daarvan konden worden opgespoord, en zijn te zien in het museum. De zaal waar de portretten hangen is ingericht als verkooplokaal van het Oostindisch Huis en geeft een indruk van de rijke lading die de retourschepen naar Rotterdam brachten.
Ten gevolge van het bombardement van 1940 zijn er in Rotterdam nauwelijks meer sporen te vinden van de VOC. Ook het Oostindisch Huis aan de Boompjes werd verwoest. Aan de hand van de oorspronkelijke bouwtekeningen heeft het museum een model laten bouwen dat op de tentoonstelling te zien zal zijn. Tot de enkele dingen die uit het puin van het bombardement gered konden worden, behoort het beeldhouwwerk van de gevel met monogram VOCR. Tijdens de tentoonstelling is dit beeldhouwwerk op het voorplein van het Schielandshuis opgesteld.
De expositie ‘Rotterdam en de VOC’ maakt deel uit van de reeks tentoonstellingen over de zes kamers van de VOC (Amsterdam, Zeeland, Hoorn, Enkhuizen, Delft en Rotterdam).
Gelijktijdig met de tentoonstelling houdt de Atlas van Stolk (ook in het Schielandshuis gevestigd) de tentoonstelling ‘Nederlanders in Indië’. In deze tentoonstelling wordt o.a. aandacht besteed aan leven en werken overzee ten tijde van de VOC.
Bij de tentoonstelling verschijnt een speciale uitgave van het bulletin van het museum, waarin de resultaten van het onderzoek naar de Rotterdamse bewindhebbers en de stedelijke elite worden besproken. Verder bevat het artikelen over het Oostindisch Huis in Rotterdam en het bedrijf van de VOC in Rotterdam. Het rijk geillustreerde bulletin telt ca. 32 pagina's en is te koop in de museumwinkel van het Schielandshuis, Korte Hoogstraat 31, te 3011 GK Rotterdam.
Het museum is van dinsdag tot en met zaterdag van 10-17 uur geopend. Op zondag van 11-17 uur. Op woensdag is het museum gratis toegankelijk.