Boek
Vlaams-Nederlands beleid uitgeverij en boekhandel
In het kader van de Nederlandse Taalunie hebben de Nederlandse en Vlaamse bonden en verenigingen op het gebied van uitgeverij en boekhandel het ‘Overleg Nederlandstalige Uitgeverij en Boekhandel’ (ONUB) in het leven geroepen.
In zijn vergadering van 27 januari 1988 heeft het ONUB besloten de volgende punten uit te werken:
1 | een gezamenlijk Vlaams-Nederlands beleid formuleren op het terrein van uitgeverij en boekhandel; |
2 | de uitvoering van dat beleid bevorderen; |
3 | projecten begeleiden die zijn toevertrouwd aan het overleg; |
4 | verslag uitbrengen (zo mogelijk jaarlijks) over zijn werkzaamheden, en na drie jaar zijn bestaan evalueren, en |
5 | overheden en bedrijfsleven benaderen over de financiering van eventueel noodzakelijk geachte activiteiten. |
Met het bovenstaande werkprogramma wil het ONUB bijdragen aan de algemene doelstelling van het Taalunieverdrag, namelijk de integratie van Nederland en Nederlandstalig België op het gebied van de taal en letteren in de ruimste zin. Exemplaren van het stichtingsdocument van het ONUB zijn verkrijgbaar bij het secretariaat van de ONUB, p/a Nederlandse Boekverkopersbond, Postbus 90731, 2509 LS 's-Gravenhage.
Met de oprichting van het ONUB wordt ingegaan op een daartoe strekkend advies van de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren. Het ONUB zal bestaan voor een experimentele periode tot en met 1990. In de Memorie van Toelichting bij het Taalunieverdrag (Brussel, 1980) werd een historisch overzicht gegeven van de ontwikkeling van de eenheid van de Nederlandse taal. In dat verband werden ook uitgeverij en boekhandel genoemd als onderdelen van de samenleving die tot de - in het Verdrag bedoelde - integratie op het gebied van taal en letteren kunnen bijdragen. Op 21 april 1986 heeft het Comité van Ministers, het hoogste orgaan van de Nederlandse Taalunie, aan de Algemeen Secretaris opdracht gegeven om voorstellen te ontwikkelen die kunnen leiden tot één Nederlandstalige boekenmarkt in Nederland en Vlaanderen. Uit dit besluit blijkt dat het Comité van Ministers van mening is dat het onderwerp uitgeverij en boekhandel - in brede zin opgevat - aansluit bij het Taalunieverdrag, en dat het in beginsel bereid is op het onderhavige terrein activiteiten te ontplooien.