Pers in de Nederlanden
Op 28 maart werd in het V.C.C. De Brakke Grond te Amsterdam een tentoonstelling geopend over de pers in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1814-1830). De tentoonstelling, onder de titel ‘Opruiend of oprecht’ loopt tot 10 mei en bevat tal van kranten, spotprenten, schotschriften, enz. Daaruit blijkt o.m. dat de pers in de Zuidelijke Nederlanden bloeide dank zij de groeiende weerstand tegen de politiek van Willem I. De Zuidnederlandse kranten telden 1 abonnee per 100 inwoners, een getal dat hoger lag dan in het Noorden.
Ter gelegenheid van de opening vond een debat plaats over ‘Pers in Nederland en Vlaanderen vandaag’. Gemma Smeets had het over het beeld van Vlaanderen in de Nederlandse pers; Arie Kuiper, hoofdredacteur van De Tijd, onthulde dat ‘de oplage spectaculair beneden de 5000 zakte toen De Tijd Martens een keer op de cover bracht’. Volgens Mia Doornaert, redacteur van De Standaard en voorzitter van de internationale vereniging van journalisten, zijn de Noordnederlandse kranten beter gemaakt, maar wordt kritische zin vaak verward met kwajongensstreken. Lou de Clerck, hoofdredacteur van De Gazet van Antwerpen, stelde dat Vlaanderen zijn achterstand op Nederland al lang heeft opgehaald. Simon Korteweg, voor kort uit Nederland geïmporteerd door De Morgen, en Jan Blokker, kregen geen bijval voor hun stelling dat de Vlaamse pers gezagsvriendelijker is dan de Nederlandse.