Geen Noord-Zuid trofee
De Noord-Zuid trofee 1987 voor de in 1985 en 1986 op radio en televisie uitgezonden coprodukties van B.R.T. en Nederlandse Zendgemachtigden werd niet toegekend. In het juryrapport worden hiervoor twee redenen aangegeven:
1. | Het peil van zelfs de betere voor de prijs in aanmerking komende programma's komt niet of nauwelijks uit boven dat van de alledaagse produkties. |
2. | Het merendeel van de ingezonden programma's heeft geen herkenbaar gezicht van een coproduktie Nederland - Vlaanderen. |
Het is de eerste maal dat deze in 1979 ingestelde tweejaarlijkse prijs niet wordt uitgereikt.
Het niet-uitreiken van de prijs was aanleiding voor de Stichting Coprodukties B.R.T.-Nederlandse Zendgemachtigden tot het organiseren van een colloquium op 15 april te Brussel over de thema's Taal in de Media (voormiddag) en Coproduceren in de Toekomst (namiddag).
Tijdens de ochtendzitting werd het woord gevoerd door dr. L. Beheydt en prof. dr. A. van der Meiden. Alhoewel de sprekers het niet altijd eens waren, stelden beiden dat coproduktie - wederzijdse beeldvorming, praktische bezwaren en ideële verschillen ten spijt - het enige middel is als we een dam willen opwerpen tegen de allesvervlakkende ‘Dallassificatie’. Of zoals dr. Beheydt het formuleerde: ‘Als we onze culturele eigenheid willen behouden, dan zullen wij de handen in elkaar moeten slaan en met al het creatieve talent en de financiële draagkracht die ons hele taalgebied rijk is gezamenlijke produkties moeten opzetten die onze taal in haar volle rijkdom en expressiviteit exploiteren.’.
Tijdens de namiddagzitting maakten dr. A. van den Heuvel en J. Fleerackers bekend dat Nederland over 140 miljoen frank (ca. fl. 7,5 miljoen) en Vlaanderen over 22 miljoen frank (ca. fl. 1,2 miljoen) beschikken om coprodukties te financieren. Dit geld komt uit de opbrengst van de rechten die kabelnetten aan de omroep betalen. Een derde van deze totale opbrengst is bestemd voor de gezamenlijke produktie van radio- en televisieprogramma's. Het geld is er dus en toch komen de coprodukties niet van de grond. Dit komt o.m. omdat coprodukties geen ‘natuurlijke’ produkten zijn, maar - zoals Van den Heuvel het noemde - ‘reageerbuiskinderen, geboren uit het huwelijk van geldgebrek en cultuurpolitiek: zij komen niet uit het vak zelf’. Bovendien vult de altijd duurder wordende coproduktie uiteindelijk niet meer zendtijd dan een goedkoop eigen produkt.
Dhr. Fleerackers pleitte andermaal voor een institutioneel samenwerkingsverband omdat gebleken is dat een samenwerking van ad hoc coprodukties geen doeltreffend antwoord is op het groeiende terreinverlies van de Nederlandstalige media op de wassende toevloed van buitenlandse programma's.