Certificaat Nederlands en Nederlands tweede taal
Op verzoek van de Nederlandse Taalunie heeft de heer L. Beheydt (werkzaam aan de Université Catholique de Louvain) een studie gemaakt over de vraag, of er verschil bestaat tussen het aanleren van de Nederlandse taal door een buitenlander in het buitenland en het aanleren van het Nederlands door een buitenlander, woonachtig binnen het Nederlandse taalgebied (Nederland en Vlaanderen). Deze vraag is van belang voor de toekenning van het Certificaat ‘Nederlands als vreemde taal’.
Het resultaat van de studie is neergelegd in het boek ‘Het Certificaat Nederlands en Nederlands als Tweede Taal’, dat verschijnt als nummer 7 van de reeks ‘Voorzetten’. De schrijver meent dat er tussen de categorieën Nederlands-lerenden grote verschillen bestaan ten aanzien van de taalbehoefte en het gewenste beheersingsniveau. Er is bijgevolg nood aan een toetssysteem dat onderscheid maakt tussen niveaus van taalkennis en taalbeheersing.
De auteur meent dat het huidige certificaat ‘Nederlands als vreemde taal’ in heel wat opzichten in aanmerking komt om ook als certificaat ‘Nederlands als tweede taal’ te gaan fungeren. Als er toch een afzonderlijk certificaat ‘Nederlands als tweede taal’ zou komen, zouden de toetsing en de toekenningsnormen niet los van het bestaande certificaat ‘Nederlands als vreemde taal’ moeten worden ontwikkeld.