Watertractaten
Tijdens het negende Benelux-Zeehavenoverleg (28-4) kwamen de Watertractaten opnieuw aan de orde.
Uitgangspunt voor de discussie, en ook voor de gesprekken in de toekomst, is de intentieverklaring die door de ministers Tindemans en Van den Broek ondertekend werd op 7 oktober 1985 (Zie Neerlandia 1985/5, p. 222).
Tijdens het overleg werd van Nederlandse zijde aangedrongen op een Belgisch-Nederlandse overeenkomst inzake aan te brengen oeververdedigingswerken ter herstel en voorkoming van schade aan de oever als gevolg van baggerwerkzaamheden. Inzake de verdere verdieping van de monding van de Westerschelde zijn de partijen overeengekomen om te wachten op het rapport van de Technische Scheldecommissie. Het rapport wordt eind dit jaar verwacht.
Nederland dringt er verder bij België op aan om t.b.v. de afvalwaterleiding Tessenderlo slechts toestemming tot lozing te geven, wanneer hierdoor geen verslechtering van de waterkwaliteit aan de grens veroorzaakt wordt.
Inzake de regeling van het Maasdebiet werd bevestigd dat de gesprekken met Frankrijk over de bouw van een stuwdam op de Houille worden verdergezet. Andere alternatieven zoals het gebruik van grindputten als waterreservoir in Belgisch-Limburg zullen echter ook worden onderzocht. Tevens werd kennis genomen van de stand van zaken in de Belgisch-Nederlandse Maascommissie. In deze commissie werd onlangs overeenstemming bereikt over het