Minister Poma antwoordde het volgende:
‘Zoals het Geachte Lid stelt, hebben mijn Nederlandse Collega en ikzelf een schrijven ontvangen van de heer JURGENS, scheidend voorzitter van het NOS-bestuur en de heer FLEERACKERS, lid van de institutionalisering van de samenwerking tussen de openbare omroepen in Nederland en Vlaanderen.
Dit schrijven is belangrijk, temeer omdat het komt van twee personen van wie men weet welk belang zij hechten aan de culturele uitstraling in onze beide landen en die op gebied van omroepbeleid over een rijke ervaring beschikken. Dit schrijven is belangrijk omdat het enerzijds een analyse geeft over het omroepgebeuren zoals het zich aankondigt, voornamelijk naar de invloed op de openbare instituten, en omdat het een voorstel formuleert in verband met het realiseren van een vorm van culturele integratie waar iedereen achter staat. Daarom verdient zulk schrijven een antwoord dat meer is dan een cohesiebetuiging en het formuleren van al dan niet gemeende beloften.
Vermits het schrijven gericht was aan beide Ministers, meen ik dat het goed ware dat beide Ministers een antwoord zouden formuleren. Terzake heb ik contact opgenomen met mijn Nederlandse Collega en ik hoop eerlang met hem over een conceptantwoord te kunnen van gedachten wisselen.
Ik wil ook stellen dat ik, alvorens een antwoord te formuleren, van gedachten wil wisselen met andere verantwoordelijken binnen de mediasector, voornamelijk op het vlak van de openbare omroep. Zo heeft het BRT-NOS overleg dat jaarlijks plaats heeft, vorig weekeinde de basisidee van de brief volledig gesteund, maar vragen werden gesteld of de institutionalisering als dusdanig de juiste formule moest zijn’.