Neerlandia. Jaargang 89

Grensverkeer

Minder grenscontrole

Wie de grens tussen Nederland, België, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk oversteekt, wordt voortaan - sinds 15 juni - niet meer opgehouden aan de douane. Er is alleen nog visuele controle op de personenauto's.

Ook wat het andere vervoer betreft, worden de voorschriften versoepeld. Nog vóór 1 januari 1986 zullen de systematische controle op het ritblad en de vervoervergunning van autobussen verdwijnen.

Van 1 juli van dit jaar af wordt een einde gemaakt aan de systematische controle op de rij- en rusttijden, de afmetingen en de massa's van de voertuigen en de technische toestand ervan. Voor het goederenvervoer worden ook de ritvergunningen vervangen door termijnvergunningen.

Op langere termijn - vóór 1990 - zal tevens gestreefd worden naar de vrijstelling voor motorbrandstof tot 600 liter voor autobussen en autocars en naar een verlaagde vrijstelling voor vrachtwagens.

Het akkoord over deze grensversoepelingen werd op 14 juni ondertekend tijdens een boottocht in Luxemburg.

Overleg onderwijsresearch en-documentatie

Op 11 juni 1985 is te Brussel besloten tot de instelling van een Vlaams-Nederlands samenwerkingsverband voor onderwijsresearch en onderwijsdocumentatie. Met medewerking in Vlaanderen van het Ministerie van Onderwijs, de Commissie Onderwijskundige Documentatie (COD), het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, en voor Nederland het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en de Stichting voor Onderzoek van het Onderwijs (SVO) is het Vlaams-Nederlands Overleg Onderwijsresearch en -Documentatie (‘OORD’) ingesteld.

Dit Vlaams/Nederlandse overleg werkt onder auspiciën van de Nederlandse Taalunie. De voorlopige werkingsperiode is vier jaar. Het overleg neemt projecten in uitvoering die voor Nederland en Vlaanderen beide van belang zijn. Het programma van projecten vermeldt onder andere de terminologie in onderwijsdocumentatiesystemen, de gemeenschappelijke standpunten van de Nederlandstalige vertegenwoordiging inzake Eudised (Raad van Europa), een gezamenlijke Vlaams-Nederlandse documentatiedistributie op onderwijsgebied, onderzoek naar de plaats van het Nederlands in het lesurenpakket van het basis- en voortgezet onderwijs en een inventarisatie van de faciliteiten in Nederland en Vlaanderen voor het leren van Nederlands aan anderstaligen. Dit laatste project moet worden gezien in het licht van een eventuele bemoeienis van de Nederlandse Taalunie op het terrein van minderheden.

Een aantal van de projecten zal worden medegefinancierd door de Nederlandse Taalunie.

Het bestuur van het Vlaams-Nederlandse Overleg wordt gevormd door vertegenwoordigers van de twee ministeries, de COD, het Nationaal Fonds, de SVO en de Nederlandse Taalunie.

Het bestuur draagt tijdens de uitvoering van projecten de zorg voor de wetenschappelijke en administratief-budgettaire controle daarop.

Als postadres van het Overleg fungeert het adres van het Algemeen Secretariaat van de Nederlandse Taalunie: R.J. Schimmelpennincklaan 12, NL-2517 JN 's-Gravenhage.

Vlaamse scholen in Brussel

Ook dit jaar zal de Nederlandse Commissie voor Cultuur (NCC) in Brussel een 6,5 miljoen BF kostende campagne voeren voor de werving van peuters, kleuters en leerlingen voor het Nederlandstalig onderwijs in Brussel.

Vorig jaar boekte het Nederlandstalig onderwijs een absolute winst van 1.172 kinderen (9,19 procent) tegenover het jaar daarvoor. Dit succes is niet alleen een gevolg van de NCC-campagne, maar ook de gunstiger sociaal-economische positie van Vlaanderen en de verbetering van de status van het Nederlands te Brussel spelen een rol.