10 juli 1984 centraal in het herdenkingsjaar Willem van Oranje
Begin september stelde het nationaal comité dat de taak op zich heeft genomen het Oranjejaar te organiseren het programma voor van de feestelijkheden.
Voorzitter van het comité is de burgemeester van Delft mr. R. Gallas. De stad Delft staat overigens centraal in het hele gebeuren omdat het in deze stad was dat Willem van Oranje op 10 juli 1584 overleed aan de gevolgen van een moordaanslag, gepleegd door Balthasar Gerards.
De belangrijkste gebeurtenis wordt ongetwijfeld
de nationale bijeenkomst in de Nieuwe Kerk in Delft op 10 juli 1984. De koningin, de regering en vertegenwoordigers van landen die ‘een grote rol hebben gespeeld in het leven van Willem van Oranje’ zullen erbij zijn. Hierbij wordt gedacht aan België, Luxemburg, Frankrijk en Duitsland.
De bevolking zal met de herdenking kennis maken via de uitgifte van een muntstuk (ter waarde van 50 gulden) en een postzegel (van zeventig cent, tenzij de porttarieven zouden stijgen, aldus het comité). Verder zijn er tentoonstellingen gepland in het Delftse Prinsenhof en het Amsterdamse Rijksmuseum, een symposium en een herdenkingsboek uitgegeven door het Nederlands Historisch Genootschap.
Bij de tentoonstelling in Delft zal de persoon en het dagelijkse leven van de prins centraal staan. De tentoonstelling zal eindigen bij het ontstaan van de Nederlandse staat, bij de afkondiging van het Twaalfjarig bestand, om de nadruk te leggen op Willem van Oranje als vredestichter. Het rijksmuseum neemt op zijn beurt dit thema over voor de eigen tentoonstelling die de verdraagzaamheid van de prins wil accentueren. Het is overigens in die richting dat het comité uitbreiding zoekt van het feest naar België.
Op televisie zal vanaf februari gestart worden met een serie over Willem van Oranje die tot stand is gekomen in een co-produktie Brt/Avro/Veronica. De kostuums en decors die bij deze serie gebruikt werden zullen in een rondreizende tentoonstelling door het land trekken.
Ook zullen de jongeren betrokken worden bij de viering: voor de scholieren is er een lesbrief die op de lagere scholen wordt verspreid en een opstel en tekenwedstrijd in het voortgezet onderwijs.