geïmporteerd karakter draagt, is die van de sculptuur, gekenmerkt als ze wordt door de persoonlijke opvattingen van de kunstenaars uit de eigen streek.
In de tweede helft van de 16e eeuw kwam aan deze opgaande lijn vrij plotseling een einde. Als gevolg van politieke invloeden in de Nederlanden kreeg men af te rekenen met een economische neergang. Deze neergang werd nog versterkt door het feit dat het Nederrijnland herhaaldelijk dienst moest doen als schootsveld voor de Spaanse en Staatse troepen.
Samenvattend stelde de heer De Werd tot slot, dat de Nederrijnse kunst iets verhalends heeft, gedragen als ze werd door de burgerij. Dit heeft vanaf het begin bijgedragen tot de verstaanbaarheid, een kenmerk dat over de tussenliggende eeuwen heen niets aan duidelijkheid heeft ingeboet.
Het eerste deel van het middagprogramma sloot nauw aan bij de voordracht van de heer De Werd; hij had trouwens al meerdere malen op de rondleiding door de St.-Nicolaaskerk onder leiding van deken Rogmans gezinspeeld en zo al een aantal informatieve dwarsverbindingen aangebracht.
De Kalkarse St.-Nicolaaskerk (gewijd als dit gebouw is aan de schutspatroon van zeevarenden en handelaars vertelt het dat dit Nederrijnse stadje in het verleden een handelsplaats van betekenis is geweest) staat sinds 1979 weer te pronken in haar oorspronkelijke laat-gothische schoonheid. Dat is te danken aan de onder leiding van de Landeskonservator Rheinland tot stand gekomen herbouw. Deze werkzaamheden moesten, wilde men het gebouw behouden, verricht worden; in het voorjaar van 1945 was het gebouw als gevolg van de oorlogshandelingen zwaar beschadigd geraakt.
Hoe bevrijdend de ruimtelijke werking van deze kerk ook mag aandoen, het is toch niet om deze reden dat zoveel mensen besluiten er een bezoek aan te brengen; de grote trekpleisters van dit gebouw worden gevormd door de kunstschatten die hier staan opgesteld (met houtsnijwerk versierde altaren en beschilderde zijvleugels; zilveren monstrans).