Varia
Een stukje Vlaamse geschiedenis Jus Flamingorum
In Aerztliches Reise und Kultur Journal (juni 1982), een duur en van de medische advertenties bol staand Duits tijdschrift, verscheen een uitvoerig en ronduit prachtig geïllustreerd artikel van Christine Dietrich over Gent en Brugge, onder de titel ‘Die zwei Schönen von Flandren’.
Wij hebben altijd geweten dat de Vlamingen in het Duits Die Flamen werden genoemd, maar deze auteur heeft het hier nu over Die Fläminge. Zij is namelijk uitgegaan van de vaststelling dat er ten zuidoosten van Berlijn een kleine heuvelrij ligt, die (nu nog) luistert naar het toponiem Der Fläming en zij vond in Berlijnse archieven dat Albrecht de Beer (ca. 1100-1170), markgraaf van Brandenburg, in het begin van de 12de eeuw de Wenden of Sorben uit deze streek had verdreven en uitkeek naar nieuwe mensen om dit gebied te bevolken. Omdat er in Vlaanderen in die tijd honger en overstroming was, zou hij naar Vlamingen gevraagd hebben en die zouden naar Oostland gegaan zijn. Echter niet zomaar, want deze Fläminge bekwamen er zelfs een zogeheten Jus Flamingorum, dat hun bepaalde rechten en vooral eigen levensvormen waarborgde, die hier en daar nog tot in de 19de eeuw golden. Tot in 1834 zouden aldaar afstammelingen in het algemeen nog Fläminge genoemd zijn. Over welke rechten en levensgewoonten het hier ging, wordt niet vermeld.