Taal en letteren
Studie van het Nederlands in Noord-Amerika
In nr. 50 (september-oktober 1982) van het tweemaandelijks tijdschrift ‘V.i.W.-Nieuws’ konden we onderstaand artikel lezen.
Van 11 tot en met 13 juni 1982 had aan de universiteit van Maryland - enkele km. buiten Washington - een conferentie plaats over de studie van het Nederlands (Interdisciplinary Conference en Netherlands Studies - ICNS).
De bijeenkomst werd bijgewoond door een honderdtal personen, voornamelijk professoren en docenten Nederlands aan Amerikaanse universiteiten. Belangstelling was er ook vanuit Australië, Canada, Nederland en Vlaanderen. Vanuit Vlaanderen kwamen de professoren M. Janssens (KUL), C. Tops (UFSIA) en de docente F. Steurs (KUL). Ook de heer De Hoog, secretaris-generaal van de Belgisch-Nederlandse Taalunie, was aanwezig. De Gazette van Detroit was vertegenwoordigd door hoofdredacteur Frans Dergent, die tevens VlW-Vertegenwoordiger is.
De 52 lezingen die gehouden werden beperkten zich niet alleen tot de Nederlandse taal- en letterkunde; ook kunsthistorische, muzikale en sociologische onderwerpen kwamen aan bod.
Volgens dr. Fletcher was het de bedoeling van de conferentie om lesgevers uit verschillende disciplines met elkaar in contact te brengen met het oog op een nauwere samenwerking in de toekomst. Het Nederlands wordt als taal namelijk slechts aan een viertal Amerikaanse universiteiten gedoceerd. Maar aan 36 andere universiteiten komt onze taal aan bod als onderdeel in een totaalpakket ‘Algemene Nederlandse cultuur’, dat o.a. ook kunstgeschiedenis, sociologie, geschiedenis... der Lage Landen omvat.
De Amerikaanse studenten die Nederlands als vak kiezen, hebben een uiteenlopende motivatie. De eerste groep omvat diegenen die de taal moeten kennen als hulp bij een andere studie (bv. kunstgeschiedenis of geschiedenis der Lage Landen). Een tweede groep bestaat uit mensen die Nederland en/of Vlaanderen bezochten en door een en ander zo geboeid raakten dat ze ook de taal van dat stukje Europa willen leren kennen. Tenslotte zijn er de afstammelingen van de Nederlandstalige emigranten. Op zoek naar hun ‘roots’ willen zij de taal van hun voorouders opnieuw ontdekken.
De motivering bij de studie van het Nederlands is alleszins vrij hoog. Slechts weinig studenten mislukken. Dat valt volgens dr. Fletcher makkelijk te verklaren: een Amerikaan die Nederlands studeert, doet dat uit pure interesse. Anders was hij beter af met een wereldtaal als Spaans of Frans.
Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met dr. William Fletcher, Department of Germanic and Slavic Studies, University of Maryland, College Park, MD 20742, U.S.A.