Neerlandia. Jaargang 86

Grensverkeer

Gesol met Belgische migranten

Eind mei verbood de vreemdelingenpolitie en loontechnische dienst een 40-tal Belgische migranten, voornamelijk jonge Turkse vrouwen uit Heusden-Zolder, nog langer arbeid te verrichten in een Tilburgs textielbedrijf.

De migranten verblijven legaal in ons land en alien zijn ze in het bezit van een Belgische werkvergunning. Aangezien ze echter niet over een Nederlandse werkvergunning beschikten, besliste de rechtbank van Breda op verzoek van het gewestelijk arbeidsbureau, dat de Belgische migranten moeten ontslagen worden. Het bedrijf kreeg van de Rechtbank drie weken de tijd om zich in regel te stellen.

De bedrijfsleiding dreigde met collectief ontslag van alle werknemers indien de situatie niet kon worden rechtgetrokken. Eind juni werd door onderhandelingen tenslotte bereikt dat de migranten tijdelijk arbeid mochten verrichten. Op die manier krijgt het bedrijf de nodige tijd om nieuw personeel aan te werven. Hoelang de Belgische migranten nog in dienst blijven kon niet worden vernomen.

Hulp voor grensarbeiders

De Interregionale Vakbondsraad van Euregio Maas-Rijn dringt reeds jaren bij de Europese en regionale politieke instanties aan op de oprichting van een Europees Bureau voor grensarbeiders.

De vakbondsraad hoopt dan ook dat het initiatief om in Maastricht en in Venlo zittingen te organiseren voor grensarbeiders door het Bureau Belgische en Duitse zaken, beschouwd kan worden als een begin van een permanent Europees Bureau ter informatie en begeleiding van de grensarbeiders.

Tijdens haar laatste vergadering te Eupen deed de Vakbondsraad tevens een dringende oproep tot alle vakcentrales in de grensstreken opdat zij meer grensoverschrijdend zouden samenwerken.

Nieuwe aanvaring brug bij Sas van Gent

Een autoschip ramde begin mei andermaal het vaste bruggedeelte aan de brug over het kanaal Gent-Terneuzen bij Sas van Gent. De Nederlandse Rijkswaterstaat raamt de schade op circa 4,5 tot 5 miljoen gulden.

Het Nederlandse ministerie besloot na onderzoek tot een voorlopige herstelling die ongeveer zes weken zal duren. De totale herstelling zal vermoedelijk een half jaar in beslag nemen.

Bij Rijkswaterstaat is men wegens dit nieuwe ongeval bijzonder ontstemd. De rederij van het autoschip dat de brug aanvoer is slechts verzekerd tot een bedrag van 4,2 miljoen gulden zodat men vreest nog circa een half miljoen gulden te moeten bijpassen. Bij vorige herstellingen na aanvaringen moest de Nederlandse overheid reeds respectievelijk 1,5 miljoen en 2,5 miljoen gulden bijleggen.

In de Gentse kanaalzone is er eveneens ongerustheid gerezen. Men is bang dat de rederij op de duur besluiten zal niet meer op Gent te varen vanwege de herhaalde moeilijkheden op het kanaal Gent-Terneuzen.

Tijdens een werkbezoek in Zeeuws-Vlaanderen en het sluizencomplex in Terneuzen zei de Nederlandse ambassadeur in België, de heer C. Van der Klauw, o.m. dat deze problematiek in eerste instantie een zaak voor Rijkswaterstaat is: ‘Gesteld dat er opnieuw iets zou gebeuren dan kan je er als ambassadeur voor zorgen dat de reaches aan beide zijden binnen de perken blijven’.

Op 8 juni had het bilateraal overleg plaats tussen de Belgische ministers De Croo van Verkeerswezen en Olivier van Openbare Werken en de Nederlandse minister Zeevalking van Verkeer en Waterstaat.

Op deze bijeenkomst werd besloten dat in de zeesluis van Terneuzen in de toekomst schepen tot 256 m. lengte (vroeger 255 m.) mogen worden geschut. Tevens beloofde men van Belgische zijde een financiële tussenkomst voor de opgelopen schade aan de wegbruggen. Verder besloot men tot de oprichting van een werkgroep die zal nagaan wat er technisch te doen is aan de verzilting door de sluizen van Terneuzen.

Nederlandse herwaardering in Noord-Frankrijk

Onlangs kwam in Frankrijk het boek ‘Histoire secrete de la Flandre et de l'Artois’ van de pers. De auteurs, Georges

[p. 84]

Landry en Georges De Verrewaere, bekende en aktieve vertegenwoordigers van de regionalistische beweging in de Franse Nederlanden, willen de Germaanse invloed in de geschiedenis van Noord-Frankrijk geherwaardeerd zien. Zo gebeurde het bijvoorbeeld dat archeologische vondsten vertraagd worden wanneer het niet om een Romeinse nederzetting gaat.

De plaatsnaamkunde en de tradities leren ons nochthans heel wat over de vroegste Germaanse invloeden (de auteurs wijden er 2 hoofdstukken aan).

In hun overzicht van de geschiedenis van deze gebieden willen de auteurs de Franse Nederlanden herstellen als de draaischijf van Noord-West-Europa.

Met dit boek willen de auteurs de strijd van de Vlamingen in Frankrijk plaatsen boven tegenstellingen en reductionismen allerhande.