Economie
Nieuwe rol weggelegd voor de Benelux?
In het driemaandelijks tijdschrift Benelux, 82/1, verscheen een merkwaardig hoofd-artikel over de Benelux-Economische Unie. Tevens verscheen dit artikel onder de rubriek Vrije Tribune in De Standaard (11-03-'82) onder de titel ‘Wie is bang voor Benelux?’
Men gaat uit van de vaststelling dat ‘het ondoorzichtige en vaak volkomen geblokkeerde besluitvormingsmechanisme van het Europa van de Negen en nu van de Tien (...) ontmoedigend en beangstigend werkt’. Men stelt zich in kringen van de Benelux dan ook de vraag wat het worden zal na de eventuele toetreding van Spanje en Portugal. Ondanks de noodzakelijkheid om naar ruimere integratie en samenwerking te streven binnen de Europese Gemeenschap, zijn ze van oordeel dat de Benelux het voorbeeld qua doeltreffendheid en slagvaardigheid mag geven aan de verruimde Gemeenschap.
De Benelux als trekpaard voor het opnieuw op gang krijgen van een goed geoliede E.G.? Ja, dat kan, menen ze. Noodzakelijke voorwaarde is dan wel dat er nieuwe impulsen moeten gegeven worden aan de Benelux. Dit moet volgens de auteur van het artikel gebeuren op basis van een konkreet werkprogramma bestaande uit vier punten:
1. | Afrekenen met enkele halsstarrige hindernissen die het intra-verkeer blijven belemmeren: B.T.W.- en aksijnsverschillen wegwerken, afschaffen van het stelsel van Monetaire Compenserende Bedragen op bepaalde landbouwprodukten.
Dit houdt in dat onze regeringen een doeltreffend gemeenschappelijk beleid aan de Benelux-buitengrenzen moeten voeren. |
| |
2. | Versteviging van het beleid dat de drie landen voeren op financieel, economisch en sociaal terrein: energie- en industriebeleid, natuurbehoud, ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer, het werkloosheidsprobleem...
|