Volkskunst
Folklore uit de Lage Landen bekroond
Vorig jaar augustus, om precies te zijn op de 23ste van die maand, waren we te gast in het schilderachtige IJsselmeerstadje Hindeloopen. We woonden de uitreiking bij van de ‘Europa Preis für Volkskunst 1980’ aan de ‘Folkloristische zang- en dansgroep Aald Hielpen’.
Een dezer dagen kwamen we in het bezit van het o.a. over deze plechtigheid refererende drukwerkje, uitgegeven door de Stiftung F.V.S. te Hamburg, die de betreffende prijs ook beschikbaar gesteld had. Deze in 1973 voor het eerst ingestelde prijs wordt verleend voor prestaties verricht door personen of verenigingen, die ‘vorzugsweise ausserhalb des eigentlich beruflichen Wirkens-Beispielhaftes zur Erhaltung und Fortentwicklung von Volkskunst’ tot stand brengen, zoals de betreffende publicatie vermeldt. Buiten deze Westfriese groep was deze met een totaalbedrag van DM 20.000 gedoteerde prijs aan drie andere dansgroepen verleend, waarmee de prijs gedeeld diende te worden. Het waren folkloristische groepen uit Roemenië, Griekenland en Noorwegen.
De internationale jury bestond uit erkende specialisten, wier werkterrein op het gebied van de volkskunde ligt. Ze werd voorgezeten door Dr. Robert Wildhaber, docent aan de universiteit Bazel. In het welkomstwoord gaf de voorzitter van de groep, de heer J. Eekma, enige bijzonderheden uit de geschiedenis van de bekroonde groep. In de vijftiger jaren werd binnen de ‘Stichting Oud Hindeloopen’, die zich al vanaf 1912 ten doel stelt om de oude rijke Hindelooper klederdracht bij bepaalde gelegenheden te laten dragen, het plan geopperd om een zanggroep te formeren. Deze zou in klederdracht een aantal in Hindelooper dialect gestelde liederen, die in 1855 verzameld waren, instuderen en bij gelegenheid ten gehore brengen. In de zestiger jaren werd de mogelijkheid overwogen om naast de zang ook volksdansen door de inmiddels vrij omvangrijke groep te laten uitvoeren. De onder verantwoorde leiding ingestudeerde nummers vielen weldra zo in de smaak, dat de groep al spoedig optredens ook in het buitenland ging verzorgen. De bekroning op het vele werk van alle erbij betrokkenen met de Europa Preis stemde tot grote vreugde, te meer omdat het de eerste keer was, dat de eer aan een Nederlandse groep was ten deel gevallen. Na enige woorden van de trotse burgemeester van het 900 zielen tellende stadje werd het woord gevoerd door mr. Alexander Fenton, lid van de jury en directeur van het ‘National Museum of Antiquities of Scotland’ in Edinburgh.
Deze begon met de opmerking, dat hij zich in Hindeloopen thuis en op zijn gemak voelde o.a. wegens het feit, dat hij in het Hindelooper dialect en in het Fries zoveel van zijn eigen Noord-Schotse dialect terugvond. Hij prees de groep en verzekerde de leden, dat ze eerlijk trots konden zijn op hun prestaties en op het roemvolle verleden van hun stadje, ook nu nog bekend om zijn folkloristische meubeldecoraties. Hij herinnerde eraan, dat in vroeger tijden zoveel mannen en zonen uitgevaren waren naar de Scandinavische en Baltische landen en ook nog naar elders. Uit de bloeitijd van het stadje, de 17de en 18de eeuw, dateerde de prachtige klederdracht van mannen en vrouwen, die door de groep in ere wordt gehouden. Doet de mannenkleding denken aan de dracht van de zeekapiteins van toen, de schittering van de vrouwenkostuums is een afspiegeling van de rijke en kleurrijke stoffen, die de zeevaarders voor hun vrouwen en verloofden eertijds van overzee meebrachten. De jury had zich bij zijn beoordeling laten leiden door een reeds eerder opgemaakt rapport over ‘Aald Hielpen’, waarin prijzend gewaagd werd van de omstandigheid, dat de groep ‘goeduitgerust en keurig’ was. Ook werd daarin gewezen op ‘het dansen en de heldere goed uitgewerkte en korrekte manier van musiceren en zingen’ van de groep. Na een persoonlijk getint woordje overhandigde de heer Fenton de medaille en de daarbij behorende oorkonde alsmede